Operation Manual

Het parkeersensorsysteem(sonar) produceerteen
geluidssignaal om de bestuurdereroptewijzen dat
er obstakels vlakbij de bumper zijn.
Wanneer de “Display”-knop op AAN is gezet, ver-
schijnt de sensorweergave automatisch op het
voertuiginformatiedisplay.
WAARSCHUWING
Hoewel het parkeersensorsysteem een han-
dig hulpmiddel is, kanhet de gebruikelijke
handelingen die nodig zijn om correcttepar-
kerenniet vervangen. De bestuurder is altijd
verantwoordelijk voor de veiligheid vanzich-
zelf en vananderen tijdens het parkeren en
manoeuvreren. Kijk altijd goed om uheen om
te zien of alles veilig is voordat ugaat parke-
ren.
Lees dit hoofdstuk goed door om de beper-
kingen vanhet parkeersensorsysteem te be-
grijpen.Dekleurenvan de hoeksensorindica-
toren deafstandsrichtlijnen inde achterweer-
gave geven verschillende afstandentot het
object weer.Slecht weer of de nabijheid van
ultrasoon bronnen, zoals een automatische
wasstraat, het luchtdrukremsysteem vaneen
vrachtwagen of een luchtdrukboor kunnen
mogelijk de werkingvan het systeem beïn-
vloeden; dit houdt ook in verminderde presta-
ties of onbedoelde activering.
Dezefunctie is ontworpen ter ondersteuning
vandebestuurderbij het detecterenvangrote
stilstaande objecten,omzoschadeaan het
voertuig te voorkomen. Dit systeem is niet
ontworpen om botsingen te voorkomen met
kleine of bewegende objecten. Verplaats ual-
tijd langz aam.
Het systeem is mogelijkniet in staat om kleine
objectenonder de bumper of objecten dicht-
bij de bumper of op de grond te detecteren.
Het systeem detecteertmogelijk de volgende
objecten niet:
–Pluizigeobjecten, zoals sneeuw, stof,ka-
toen, glas of wol, enz.
–Dunne voorwerpen zoals touw, draad,ket-
tingen, enz.
–Wigvormige objecten
Als de bumper vanuwauto beschadigingen
oploopt en daardoor onjuistuitgelijndofge-
bogenblijft,kanhet detectiegebiedveranderd
zijn waardoor onnauwkeurige metingen van
obstakels of onjuiste activeringen veroor-
zaakt kunnen worden.
LET OP
Houddepassagiersruimte vandeauto zo stil
mogelijk om het geluidssignaal goedtekun-
nen horen.
Houd de sensoren (op de voor-enachterbum-
per) vrij vansneeuw,ijs en vuilophoping. Maak
de sensoren niet schoon metscherpe voor-
werpen. Als de sensoren bedekt zijn zal de
nauwkeurigheid vandesensorfunctie ver-
minderen.
Het systeem informeertdebestuurder met behulp
vanvisuele en geluidssignalen over de aanwezig-
heid vanobstakels aan de achterzijde wanneer de
schakelhendel in de R-stand (achteruit) staat.
Het systeem wordtuitgeschakeld bij snelheden bo-
ven de 10 km/u (6 mph). Het wordt opnieuw inge-
schakeld bij lageresnelheden.
De onderbroken toon stoptna3seconden wan-
neer een obstakel alleen door een hoeksensor
wordt waargenomen en de afstand niet verandert.
Het geluidssignaal stoptwanneerhet obstakel zich
vandeauto verwijdert.
JVS0532XZ
PARKEERSENSORSYSTEEM (SONAR) (indien aanwezig)
5-42 Starten en rijden