Operation Manual

Neem de volgende raadgevingen in acht als uuw
auto onbeheerd achterlaat:
Haaldecontactsleutel uit de contactschakelaar
en neem de sleutel altijd mee bij het verlaten van
de auto.
Sluit altijd alle ramen en vergrendel de portieren.
Parkeer uw auto altijd in het zicht. Parkeer ’s
nachts bij voorkeur op een goed verlichte plek.
Indien de auto is uitgerust met het beveiligings-
systeem, gebruik het dan -zelfs vooreen korte
periode.
Laat kinderenen huisdieren nietzonder toezicht
achter in de auto.
Laat geen durespullen in de auto liggen. Neem
dezealtijd mee.
Laat uw autopapieren nooit in de auto achter.
Laatnooit voorwerpenachter op een dakdrager.
Haal ze vandedrager en bergzeopindebaga-
geruimte of in de auto.
Bewaar de reservesleutel nooit in de auto.
WAARSCHUWING
Alsde motor uitstaat of wordt uitgezettijdens het
rijden, zal de stuurbekrachtiging niet werken. De
besturing vandeauto wordt dan veel zwaarder.
Stuurbekrachtiging ondersteunt de besturingvia
een hydraulische pomp die wordt aangedreven
door de motor.
Stopt de motorofbreekt de aandrijfriem,dan kunt
udeauto nog steeds sturen. Er is dan echter meer
kracht vereist om te sturen, met name bij lage snel-
heden en in scherpebochten.
Het remsysteem heefttwee afzonderlijkehydrauli-
sche circuits. Als er in één vandecircuits een sto-
ring is, heeftdeauto nog steedsremvermogen op
twee wielen.
VOORZORGSMAATREGELEN
TIJDENS HET REMMEN
Remmen met vacuümbekrachtiging
De rembekrachtigingondersteunt het remmen met
behulp vandeonderdrukindemotor. Alsdemotor
afslaat, kunt udeauto tot stilstand brengen door
het rempedaal in te trappen.Erisechter meer
kracht nodig op hetrempedaalomdeauto tot stil-
stand te brengen. De remweg zal langer zijn.
Indiendemotoruitstaat of wordt uitgezet tijdens
het rijden, zalderembekrachtiging niet werken.
Remmen wordt daardoor moeilijker.
WAARSCHUWING
Laat de auto nooit vrij rollen met afgezette mo-
tor.
Remmen gebruiken
Laat uw voet niet op het rempedaal rusten tijdens
het rijden. De remmen zullen zo oververhit raken, de
remvoeringen of remblokkenslijten sneller en het
brandstofverbruik zal toenemen.
Spaar uw remmen en voorkom oververhitting door
vóór een afdaling al snelheid te minderen en terug
te schakelen naar een lagereversnelling.Door over-
verhitte remmen wordt het remvermogen vermin-
derd,waardoor udecontroleover het voertuig kunt
verliezen.
BEVEILIGING VANHET VOERTUIG STUURBEKRACHTIGINGREMSYSTEEM
Starten en rijden 5-45