Operation Manual

Sneeuwbanden metspikes hebben op natte of
drogewegen mogelijk minder grip dan
sneeuwbanden zonder spikes.
4. Indien gewenst kunnen sneeuwkettingenwor-
den gebruikt. Controleer eerst wel of de sneeuw-
kettingen de bij de band passende maat hebben
en houdubij het aanbrengen aan de aanwijzin-
genvan de fabrikant.Gebruik kettingspanners
alsditdoor de fabrikant wordtaanbevolen. Losse
kettingeinden moeten worden vastgemaaktof
verwijderd, om schadeaan de zijkant of carros-
seriete voorkomen.Rijd niette hardmet sneeuw-
kettingen. Dit kandeauto beschadige nen/of de
rijeigenschappen en prestaties vandeauto na-
delig beïnvloeden.
SPECIALE WINTERUITRUSTING
Aanbevolen wordt om 's wintersdevolgende voor-
zieningen in de auto te hebben:
Een ijskrabber en een harde borstel om sneeuw
en ijs vanderuiten te verwijderen.
Een stevige, harde grondplaat om eventueel on-
der de krik te leggen.
Eensneeuwschopomdeauto sneeuwvrij te ma-
ken.
PARKEERREM
Bij het parkerenvan de auto bij een buitentempera-
tuur onder de 0°C (32°F), is het raadzaam de par-
keerrem niet te gebruiken om te voorkomen dat
dezebevriest. Doe het volgende om veilig te parke-
ren:
Zetdeschakelhendel in de P-stand(parkeren)
(model met automatische versnellingsbak).
Zetdeversnellingshendelinde1(1e) of R(ach-
teruit)(model met handgeschakelde versnel-
lingsbak).
Blokkeerdewielengoed.
ROESTPREVENTIE
Chemicaliëndie gebruiktwordenvoor het ijsvrij ma-
kenvan wegen zijn zeer corrosief en versnellen
roestvorming in onderdelenvan de voertuigbodem,
de uitlaat, de brandstof- en remleidingen, de rem-
kabels, de bodemplaat en carrosseriepanelen.
In de winter moet de onderkant regelmatig wor-
dengereinigd. Zie “Reinigen vankoetswerk” in
hoofdstuk “7.Verzorging vankoetswerk en interi-
eur” in dezehandleiding voor meer informatie.
In sommige gebieden kanextra bescherming te-
gen roestvorming en corrosie nodig zijn; raadpleeg
hiervoor een erkende dealer of gekwalificeerdgara-
gebedrijf.
5-48 Starten en rijden