Operation Manual

Wis-/wassysteem voorruit*:
Controleer of de wissersensproeiers goed werken
en de wissersgeen strepen trekken.
Onder de motorkap en onder de auto
De onderstaandeonderhoudspuntenmoeten pe-
riodiek worden uitgevoerd(bijvoorbeeld elkekeer
als uhet oliepeil controleertofgaat tanken).
Accu (behalve onderhoudsvrije accu's)*:
Controleer het vloeistofniveau in elkeaccucel. Het
moet tussen het <BOVENSTE> en <ONDERSTE>
streepje liggen. Als het voertuig bij hoge tempera-
turen of onderextreme omstandighedengebruikt
wordt,moet het accuvloeistofniveauregelmatig ge-
controleerdworden.
Niveau remvloeistof (en koppelingsvloeistof)*:
Voor modellen met handgeschakelde versnellings-
bak (MT): zorg ervoor dat het niveau vanderem- en
koppelingsvloeistof tussen de streepjes <MAX> en
<MIN> op de reservoirsliggen.
Behalve modellen met handgeschakelde versnel-
lingsbak (MT): zorg dathet niveau vanderemvloei-
stof tussen de streepjes <MAX> en <MIN> op het
reservoir ligt.
Koelvloeistofniveau*:
Controleer het koelvloeistofniveauals de motor
koud is. Zorg dathet koelvloeistofniveautussen de
streepjes <MAX> en <MIN> op het reservoir ligt.
Aandrijfriem(en) vandemotor*:
Zorg ervoor dat de aandrijfriem(en) niet gerafeld,
versleten, gebarsten of vettig is/zijn.
Motoroliepeil*:
Controleer hetpeil nadat udeauto (op een vlakke
ondergrond) heeftgeparkeerdendemotor heeft
afgezet.
Vloeistoflekken:
Controleer onder de auto op brandstof-, olie- of
waterlekkage of lekkage vananderevloeistoffen
nadat deauto een tijdje heeftstilgestaan. Het is nor-
maal dat er watervan de airconditioner druiptna
gebruik. Mocht ulekkages opmerken of benzine-
dampenruiken, zoek dan de oorzaak op en laat het
onmiddellijk herstellen.
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
en -streepjes*:
Controleer het niveau wanneerdevloeistof koud is
en bij afgezettemotor.Controleer dat de leidingen
goed zijn aangebracht en er geen lekkagesof
scheurenetc., aanwezig zijn.
Ruitensproeiervloeistof*:
Controleer of er voldoende vloeistof in het reservoir
zit.
VOORZORGSMAATREGELEN
TIJDENS ONDERHOUD
Voorkom materiële schade en ernstig lichamelijk
letsel tijd ens inspectie of onderhouddoor de juiste
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen. Houd u
steedsnauwgezet aan de volgende algemenevoor-
zorgsmaatregelen.
WAARSCHUWING
Parkeer de auto op een vlakke ondergrond,
activeer de parkeerrem en blokkeer de wielen
om wegrollen vandeauto te voorkomen. Zet
de schakelhendel in de P-stand (parkeren)
(model met automatischeversnellingsbak) of
zetdeschakelhendel in de N-stand (vrij) (mo-
del met handgeschakelde versnellingsbak).
Zorg dat de contactschakelaarsteeds in de
LOCK-stand staat bij vervanging of reparatie.
Voer geen werkzaamheden uit aan de motor
zolang dezenog heet is. Zetaltijd de motor af
en wacht tot dezeisafgekoeld.
Als utoch aan de motor moet werkenterwijl
dezedraait, zorg dan dat lichaamsdelen, kle-
dingstukken of gereedschappen niet in con-
tactkunnen komen met ventilators,aandrij-
friemenofanderebewegende delen.
Het is verstandig om uw stropdas en sieraden,
zoals ringen en horloge,aftedoen voordat u
aan de auto gaat werken.
Als de motor in eenafgesloten ruimte moet
draaien,zoals een garage, zorg dan steeds
voor voldoende ventilatie in verband met de
vrijkomende uitlaatgassen.
BLIJF ONDER DE AUTO VANDAAN ZOLANG DEZE
ALLEENOPEEN KRIK STEUNT.
Houd rookartikelen,open vuur en vonken al-
tijd uit de buurtvan hetbrandstofsysteem en
de accu.
Aansluiten of losmaken vandeaccuofvan on-
derdelen die transistoren bevatten mag nooit
gebeuren met de contactschakelaar in de ON-
stand.
Uw auto is uitgerustmet een automatische
koelventilator voor de motor.Dekoelventila-
8-4 Onderhoud en doe-het-zelf