Operation Manual

De radiator is afgesloten met een dop met een over-
drukventiel. Gebruik alleen een originele radia-
tordop vanRENAULTofeen gelijkwaardig product
wanneer udezemoet vervangen, om schade aan
de motor te voorkomen.
MOTORKOELVLOEISTOFNIVEAU
CONTROLEREN
Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir
wanneer de motor koud is. Als het koelvloeistofni-
veau is gedaald tot onder het <MIN>-niveau
,vul
dan koelvloeistof bij tot aan het <MAX>-niveau
.
Alshet reservoirleeg is,controleerdan hetkoelvloei-
stofniveau in de radiator nadat de motor is afge-
koeld. Wanneer er te weinig koelvloeistof in de ra-
diator aanwezig is, vul de radiator dan bij tot aan de
rand vandevulopening en vul bovendien het reser-
voir bij tot het <MAX>-niveau
.Draai de dop stevig
vast na het bijvullen vanmotorkoelvloeistof.
Als regelmatig koelvloeistof bijgevuld moetwor-
den, laat het koelsysteem dan nakijken door een
erkende dealer of gekwalificeerdgaragebedrijf.
MOTORKOELVLOEISTOF
VERVERSEN
Neem contact op met een erkende dealer of ge-
kwalificeerdgaragebedrijf als verversen noodzake-
lijk is.
Het verdient aanbeveling om groterereparatie-
werkzaamhedenaan het motorkoelsysteem te la-
ten uitvoeren door een erkende dealer of gekwalifi-
ceerdgaragebedrijf.Deonderhoudsprocedures zijn
te vinden in het aangewezen Werkplaatshandboek.
Onjuist uitgevoerdonderhoud kanleiden tot een
slechte werking vanhet verwarmingssysteem en
oververhitting vandemotor.
WAARSCHUWING
Verversdekoelvloeistof nooit als de motor
nog heet is, omdat uandersbrandwonden
kunt oplopen.
Verwijder de dop vanderadiator of vanhet
koelvloeistofreservoir nooit terwijl de motor
heetis. Dekoelvloeistof kandoor de hoge druk
uit de radiator ontsnappe nenernstige brand-
wonden veroorzaken.
Voorkom directhuidcontactmet afgewerkte
koelvloeistof.Was bij huidcontact de huid zo
snel mogelijk grondig schoon met water en
zeep.
Houd koelvloeistof buiten het bereik vankin-
deren en huisdieren.
Afgewerkte koelvloeistof dient op correcte wijzeaf-
gevoerdteworden. Informeer naar de plaatselijke
regelgeving.
MOTOROLIEPEIL CONTROLEREN
1. Parkeer de auto op een vlakkeondergrond en ge-
bruik de parkeerrem.
2. Startdemotorenwarm dezeoptot de normale
bedrijfstemperatuurbereikt is (ongeveer 5minu-
ten).
3. Zetdemotor af.
4. Wacht minstens15minuten, zodat alle olie naar
het carter kanterugvloeien.
5. Verwijder de peilstok en veeg schoon.
6. Steek de peilstok weer helemaalin.
7. Trek de peilstok opnieuw uit en controleer het
oliepeil.Het zoumoeten liggen in hetbereik
.
8. Als het oliepeil beneden
ligt, verwijder dan de
motorolievuldop en giet olie vanhet aanbevolen
type in de opening.Vul niet te veel bij
.
Verwijder de peilstok niet wanneer udemotoro-
lie bijvult.
9. Controleer hetoliepeil opnieuw met de peilstok.
JVM0528XZ
M9T 2,3DCI-motor
JVM0535XZ
M9T 2,3DCI-motor
MOTOROLIE
8-6 Onderhoud en doe-het-zelf