Operation Manual

LET OP
Controleer het oliepeil regelmatig.Als de mo-
tor met een te laag oliepeil draait, kanermo-
torschade optreden die niet gedekt wordt
door de garantie.
Hetis normaal dater tussentwee verversings-
beurten of tijdens de inrijperiodewat olie bij-
gevuld moet worden, afhankelijk vandeom-
standigheden waaronder de auto wordt ge-
bruikt.
DE MOTOROLIE VERVERSEN EN HET
OLIEFILTER VERVANGEN
Neem voor het verversen vandemotorolie en het
vervangen vanhet oliefilter contact op met een er-
kende dealer of gekwalificeerdgaragebedrijf.
BESCHERM HET MILIEU
Het is verboden om olie af te voeren via de riolering,
open water of via de grond. Maak gebruik vanoffi-
ciële afvalverzamelpunten, zoals garages die voor-
zieningen hebben voor de afvoer vanafgewerkte
olie en gebruikte oliefilters. Laat ubij twijfel advise-
rendoor de plaatselijkeautoriteiten.
De milieuwetgeving verschilt per land.
DE AdBlue®-TANK BIJVULLEN
Wanneer de waarschuwing [AdBlue bijvullen] op het
voertuiginformatiedisplayverschijnt, vul de Ad-
Blue®-tank dan bij voordat de tank leeg is (zie “Ad-
Blue® Selectieve katalytische reductie (SCR)(indien
aanwezig voor model met dieselmotor)” in hoofd-
stuk “5.Starten en rijden” voor het AdBlue®-waar-
schuwingsdisplay.) VuldeAdBlue®-tank bij volgens
de proceduredie in dit hoofdstuk beschreven staat.
LET OP
Gebruik uitsluitend AdBlue®. Het gebruik van
anderevloeistoffenzal schade toebrengen
aan het AdBlue® selectieve katalytische
reductiesysteem (SCR -Selective Catalytic Re-
duction).
Wees voorzichtig dat ugeen AdBlue®morst.
Als AdBlue® wordt gemorst op de voertuigcar-
rosserie, veeg dit dan directafmet een voch-
tige doek om lakschadetevoorkomen.
AdBlue®-overblijfselen kristalliseren na enige
tijd en vervuilendelaklaag. Gebruik als ge-
morste AdBlue® gekristalliseerdiseen spons
en koud wateromhet schoon te maken.
Zorg ervoor dat ugeen ammoniakdampenin-
ademt die vrij kunnen komen. VuldeAdBlue®-
tank in goed geventileerde ruimtes.
De AdBlue®-tank bevindt zich onder het voertuig.
(zie “AdBlue®-vulklep en -dop” in hoofdstuk “3. Alvo-
rens te gaan rijden” voor de plaats vandeAdBlue®-
vulklep.)
1. Activeer de parkeerrem.
2. Model met automatische versnellingsbak (AT):
zetdeschakelhendel in de P-stand (parkeren).
Modelmet handgeschakelde versnellingsbak
(MT): zetdeschakelhendel in de N-stand (vrij).
3. ZetdecontactschakelaarindeOFF-stand.
4. Open de AdBlue®-vulklep.
5. Verwijder de dop vandeAdBlue®-tank door deze
linksom te draaien.
6. VuldeAdBlue®-tank bij.
7. Installeer de dop stevig op de AdBlue®-tank.
8. Sluit de AdBlue®-vulklep.
9. ZetdecontactschakelaarindeON-standen
wacht ongeveer 1minuut totdat de waarschu-
wing[AdBlue bijvullen] uit gaat.
OPMERKING
Als eerder de waarschuwing [Motor startniet
AdBlue bijvullen] weergegeven was, contro-
leer dan of de waarschuwing uit is, zetdecon-
tactschakelaar eenmaal in de OFF-stand en
startvervolgens de motor.
AdBlue®-TANK (indien aanwezig voormodel met dieselmotor)
Onderhoud en doe-het-zelf 8-7