Operation Manual

Ziebij eenlekkeband“Lekkeband” inhoofdstuk“6.In
geval vannood”.
BANDENSPANNING
Controleer de bandenspanning regelmatig, ook die
vanhet reservewiel. Een verkeerde bandenspan-
ning verkortdelevensduur vandeband en heeft
een nadelige invloed op de rijeigenschappenvan de
auto.Controleerdebandenspanningals de banden
koud (COLD) zijn. De toestand vandebanden wordt
aangemerktals KOUD als de auto 3uur of langer stil
heeftgestaan of minder dan 1,6km(1mijl) heeft
gereden.Debandenspanninginkoude toestand
vindt uopdebandenspanningssticker.
Bij een te lage bandenspanning kandeband over-
verhit rakenwat kanleiden tot interne schade. Bij
hoge snelheden kandan het loopvlak loslatenof
kunt ueen klapband krijgen.
TYPE BANDEN
LET OP
Alsbanden worden vervangen of verwisseld,zorg
er dan voor dat alle vier de banden dezelfde con-
structie hebben en vanhetzelfde type zijn (m.a.w.
zomer-, vierseizoenen- of sneeuwbanden). Een
erkende dealer of gekwalificeerdgaragebedrijf
kanuhelpen met informatie over bandtype,
bandmaat, snelheidsclassificatie en beschik-
baarheid.
Bijvervangingkaneen nieuweband eenlageresnel-
heidscategorie hebben dan de banden die gemon-
teerdzijn in de fabriek, en zijn dus wellicht niet afge-
stemd op de potentiële maximumsnelheid vanuw
auto.Deopdeband aangeduidemaximum snel-
heidscategorie mag nooit worden overschreden.
Vierseizoenenbanden
RENAULT schrijftbij sommigemodellen vierseizoe-
nenbanden voor omdat ze goede prestatiesleve-
rengedurende het hele jaar,ook op besneeuwd en
gladwegdek. Vierseizoenenbanden herkent uaan
de aanduidingALL SEASON en/ofM&S (modderen
sneeuw)opdeflank vandeautoband. Snee uwban-
den hebben meergrip op sneeuwdan vierseizoe-
nenbanden en zijn daardoor aan te bevelen in som-
migegebieden.
Zomerbanden
RENAULT schrijftbij sommigemodellen zomerban-
den voor omdat ze superieureprestaties leveren op
droog wegdek. De prestatiesvan zomerbanden lo-
pen aanzienlijk teruginsneeuw en ijs. Op de zijkant
vanzomerbanden staat niet de gripkwalificatie
M&S.
Bentuvan plan uw auto te gebruiken in omstan-
digheden met sneeuw en ijs, dan raadt RENAULT
sneeuwbanden of vierseizoenenbanden aan op alle
wielen.
Sneeuwbanden
Als het nodig is sneeuwbanden te monteren, moet
ubanden kiezen waarvanmaat en draagvermogen
overeenkomen met die vandeoorspronkelijk ge-
monteerde banden. Doet udit niet,dan kandit de
veiligheid en de rijeigenschappen vandeauto na-
delig beïnvloeden.
Sneeuwbanden hebben over het algemeen een la-
geresnelheidscategorie dan de bandendie in de
fabriek gemonteerdzijn en zullen dus niet altijd af-
gestemdzijn op de potentiële maximumsnelheid
vanuwauto.Deopdeband aangeduide maximum
snelheidscategorie mag nooit worden overschre-
den. De te monteren sneeuwbanden dienen op alle
vierdewielen vandezelfde maat en hetzelfde merk
te zijn en moeten dezelfde constructie en hetzelfde
profiel hebben.
Voor extragrip op gladde wegenishet raadzaam
spijkerbanden te gebruiken. In sommige landen zijn
dezeechter doo rdewet verboden. Informeer
daaromeerst of udergelijkebandenwel mag mon-
teren. Spijkerbanden hebben op nat of droog weg-
dek mogelijk meergrip en de kans op glijdenismo-
gelijkminder dan bij normale winterbanden.
Model met vierwielaandrijving (4WD)
LET OP
Zorg ervoor dat alle vier de banden dezelfde
maat hebben, vanhetzelfde merk zijn en de-
zelfde constructie (diagonaal, diagonaalgor-
del of radiaal) en hetzelfde profiel hebben. Als
dat niet zo is, kandat leiden tot een verschil in
omtrek tussen de banden op de vooras en de
banden op de achteras, waardoor de banden
extreem zullen slijten en de versnellingsbak,
de tussenbak en de differentieeltandwielen
beschadigdzullen raken.
Gebruik ALLEEN een reservewiel met de speci-
ficatie voor de betreffende auto metvierwie-
laandrijving.
Bemerkt uernstige slijtage aan de banden,dan is
het raadzaam om alle vier de banden te vervangen
door nieuwe banden vandezelfde maat en con-
structie.Controleerookde bandenspanningenwie-
luitlijning en corrigeer dezeindien nodig. Neem con-
tact op met een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
BANDEN ENWIELEN
Onderhoud en doe-het-zelf 8-27