Operation Manual

13. Waarschuwing open portier
Dezewaarschuwing verschijntals een portier open
staat of niet goed gesloten is. Het autosymbool op
de display geeftaan welkevan de portieren (of de
achterdeur)open staat.Zorg dat alle portieren dicht
zijn.
14. Waarschuwing veiligheidsgordels
tweede rij (indien aanwezig)
Dezewaarschuwing betreffende de veiligheidsgor-
dels vandestoelen op de tweede rij verschijnt na-
dat de contactschakelaar in de ON-standisgezet.
Als een vandeveiligheidsgordels vandepassagiers
op de tweederij niet is vastgemaakt, klinkt er een
geluidssignaal en lichthet stoelpictogram rood op
om aan te geven welkevan de veiligheidsgordels
niet is vastgemaakt. Het stoelpictogram licht rood
op totdat de betreffende veiligheidsgordel vande
passagieropdetweede rij is vastgemaakt. De waar-
schuwinggaat automatisch uit na ongeveer 35 se-
conden.
Zie voor meerdetails en voorzorgsmaatregelen
over het gebruik vandeveiligheidsgordels,
“Veiligheidsgordels” in hoofdstuk “1. Veiligheid
stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veilig-
heidssysteem”.
15.Controlelampje 4WD-modus (indien
aanwezig)
Dit controlelampje toont de geselecteerdemodus
vanhet 4WD-sys teem.
Zie “Vierwielaandrijving (4WD) (indien aanwezig)” in
hoofdstuk “5.Starten en rijden”voor details.
16.Waarschuwing Laag
ruitensproeierpeil (indien aanwezig)
Dezewaarschuwingverschijnt als het vloeistofni-
veauin het reservoirlaag is.Vulzonodig sproeivloei-
stof bij. (Zie “Ruitensproeiervloeistof” in hoofdstuk
“8. Onderhoud en doe-het-zelf”.)
17.Waarschuwing Sleutel systeem fout
(indien aanwezig)
Dezewaarschuwingverschijnt als er een storing is
in het afstandsbedieningsleutelsysteem.
Als dezewaarschuwing verschijnt terwijl de motor
uit staat,kan de motor niet meer gestartworden.
Als dezewaarschuwingverschijnt wanneer de mo-
tor draait, kanermet de auto gereden worden.
Neem echterwel zo snelmogelijk contact op met
een erkende dealer of gekwalificeerdgaragebedrijf.
18. Indicator Laag oliepeil (indien
aanwezig)
Als de indicator laag oliepeil wordt weergegeven, is
het motoroliepeil laag. Zodradeindicator laag olie-
peil wordt weergegeven, moet uhet oliepeil contro-
leren met de motoroliepeilstok. (Zie “Motoroliepeil
controleren” in hoofdstuk “8. Onderhoud en doe-
het-zelf”.)
LET OP
Controleer het oliepeil regelmatig met de
motoroliepeilstok. Als de motor met een te laag
oliepeil draait, kanermotorschade optreden die
niet door de garantie wordt gedekt.
19.Waarschuwing Oliepeil Sensor fout
(indien aanwezig)
Als de oliesensorwaarschuwing wordt weergege-
ven, is er mogelijk een storingindesensor. Neem
direct contact op meteen erkendedealer of ge-
kwalificeerdgaragebedrijf.
20.Waarschuwing Lage oliedruk
Voertuig stoppen (indien aanwezig)
Dezewaarschuwing verschijnt wanneer een lage
oliedrukwordt gesignaleerd. Als de waarschuwing
verschijnt tijdens normaal rijden, ga dan naar de
kant vandeweg en stop op een veiligeplek, zet
onmiddellijk de motor af en bel een erkendedealer
of gekwalificeerdgaragebedrijf.
De waarschuwing lage oliedruk is niet bedoeld om
een laag oliepeil aan te geven. Gebruik de peilstok
om het oliepeil te controleren. (Zie “Motoroliepeil
controleren” in hoofdstuk “8. Onderhoudendoe-
het-zelf”.)
LET OP
De motor kanernstige schade oplopen als deze
draait terwijl de waarschuwing lage motorolie-
druk wordt weergegeven.
21. Waarschuwing 4WD systeem fout
(indien aanwezig)
Dezewaarschuwing verschijnt wanneer het vier-
wielaandrijfsysteem (4WD) niet goed functioneert
wanneerdemotor draait. Matig uw snelheid en laat
uw autonakijken door een erkendedealer of ge-
kwalificeerdgaragebedrijf.Zie “Vierwielaandrijving
(4WD) (indien aanwezig)” in hoofdstuk “5.Starten en
rijden”.
2-24 Instrumenten en bedieningen