Operation Manual

NU717_6_G1-FRA.qxd 25/07/05 13:21 Page 1.19
NU717-6 - CLIO III
C:\Documentum\Checkout\NU717_6_T1-NEL.win 24/8/2005 13:13
-page25
1.19
AANVULLENDE VOORZIENINGEN OP DE VOORGORDEL (vervolg)
Hier volgt een aantal aanwijzingen om elke belemmering bij het opblazen van de airbag of verwonding door rondvliegen-
de voorwerpen te voorkomen.
De airbag is een aanvullende bescherming bij het gebruik van de autogordel. Beide organen vormen een veilig-
heidssysteem. De gordel moet altijd worden gedragen. Het niet dragen kan bij een ongeval de inzittenden bloot-
stellen aan zeer zware verwondingen en de gevolgen van de werking van de airbag verergeren.
Bij een botsing, zelfs een zware, tegen de achterkant of bij het over de kop gaan van de auto worden de gordel-
spanners of de airbags niet altijd geactiveerd. Klappen onder de auto zoals stoepranden, gaten in het wegdek, stenen,
enz. kunnen deze systemen activeren
Airbags links en rechts
Het is streng verboden zelf werkzaamheden uit te voeren aan airbags, gordelspanners van bestuurder of passagier (re-
keneenheid, bedrading enz.). Deze mogen uitsluitend door speciaal opgeleide RENAULT-monteurs worden gecontro-
leerd en gerepareerd;
Om te voorkomen dat de airbag(s) ten onrechte wordt opgeblazen of juist niet als dat wel nodig zou zijn, mag uitslui-
tend deskundig RENAULT-personeel aan het systeem werken;
Laat de airbag(s) controleren na (een poging tot) diefstal van de auto;
Als u de auto uitleent of verkoopt, breng de nieuwe berijder/eigenaar dan op de hoogte van deze bijzonderheden door
hem dit instructieboekje bij de auto te leveren;
Laat de gaspatro(o)n(en) door een RENAULT-dealer verwijderen voordat de auto wordt gesloopt.