Operation Manual

A
NU717_6_G1-FRA.qxd 25/07/05 13:21 Page 1.20
NU717-6 - CLIO III
C:\Documentum\Checkout\NU717_6_T1-NEL.win 24/8/2005 13:13
-page26
1.20
AANVULLENDE VOORZIENINGEN OP DE VOORGORDEL (vervolg)
Hier volgt een aantal aanwijzingen
om elke belemmering bij het opbla-
zen van de airbag(s) of verwonding
door rondvliegende voorwerpen te
voorkomen.
Waarschuwingen inzake de airbag in het stuurwiel
Verander niets aan het stuurwiel of de naafdop.
Dek de naafdop niet af.
Bevestig geen voorwerpen (speldjes, logo's, klokje, telefoonhouder, enz.)
op het stuurwiel.
Het stuurwiel mag niet worden gedemonteerd. Uitsluitend speciaal opge-
leide RENAULT-monteurs mogen er aan werken.
Ga niet te dicht achter het stuurwiel zitten, maar rijd met licht gebogen ar-
men (raadpleeg de paragraaf afstellen juiste zithoudingin hoofdstuk 1).
Zo blijft er voldoende ruimte over voor een goede en effectieve bescher-
ming door de airbag.
Waarschuwingen inzake de passagiersairbag: plaats A
Plak of bevestig niets (speldjes, logo's, klokjes, telefoonhouder, enz.) op het
dashboard aan de kant van de voorpassagier;
Houd de ruimte tussen het dashboard en de voorpassagier vrij (geen dier of
pakjes op schoot, geen paraplu of wandelstok tegen het dashboard zetten).
Laat de passagier nooit zijn voeten op het dashboard leggen. Dit kan zeer
gevaarlijk zijn. Kom niet te dicht (met knieën, hoofd of handen) bij het
dashboard.
Zodra het kinderzitje van een passagiersstoel verwijderd is, moet u de air-
bag weer inschakelen om de passagier bij een botsing te beschermen.
HET IS VERBODEN EEN KINDERZITJE ACHTERSTEVOREN OP DE
PASSAGIERSSTOEL VOOR TE PLAATSEN ZOLANG DE AIRBAGS
VAN DE VOORPASSAGIER NIET UITGESCHAKELD ZIJN.
(Raadpleeg de paragraaf uitschakelen
van de passagiersairbags voorin in hoofdstuk 1.)