Operation Manual

NU717_6_G1-FRA.qxd 25/07/05 13:21 Page 1.25
NU717-6 - CLIO III
C:\Documentum\Checkout\NU717_6_T1-NEL.win 24/8/2005 13:13
-page31
1.25
VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN
U moet weten dat een botsing met
50 km/u overeenkomt met een val
van 10 meter hoogte. Anders ge-
zegd: het niet vastmaken van een
kind is hetzelfde als het laten spelen
op een balkon zonder balustrade op
de vierde verdieping!
Het gebruik van bevestigingsmidde-
len voor baby's en kinderen is aan
wettelijke bepalingen gebonden.
In Europa moeten kinderen onder
de 10 jaar
(1)
verplicht vastgemaakt
worden met een goedgekeurde
voorziening die aan het gewicht en
de lengte van het kind aangepast is.
Voor het juiste gebruik van deze
voorzieningen is de bestuurder van
de auto verantwoordelijk.
Door het verscherpen van de eisen
die aan kinderzitjes worden gesteld
zijn moderne kinderzitjes veiliger
dan oude modellen.
Kies daarom uitsluitend een kinder-
zitje dat ten minste voldoet aan de
Europese norm ECE 44.
Deze herkent u aan het oranje etiket
met de letter E gevolgd door het
nummer van het land en het jaar
waarin het is goedgekeurd.
Raadpleeg de brochure Uitrustin-
gen voor de veiligheid van de kinde-
ren, die verkrijgbaar is bij de
RENAULT-dealer, om het kinder-
zitje te kiezen dat voor uw kind ge-
schikt is en aanbevolen wordt voor
uw auto.
(1) Houd u altijd aan de wettelijke voor-
schriften van het land waar u reist.
Deze kunnen anders zijn dan de hier-
boven genoemde bepalingen.
Baby's en kinderen mogen
niet vervoerd worden op de
schoot van de inzittenden
van de auto.
Bij een frontale botsing bij 50 km/u,
verandert een kind van 30 kg in een
projectiel van een ton: u kunt het
onmogelijk meer vasthouden, zelfs
als u in de gordel vastzit.
Het is ook gevaarlijk een kind dat
op schoot zit vast te maken. Maak
nooit twee personen vast met één
gordel.
Op bepaalde passagiersstoelen mo-
gen geen kinderzitjes bevestigd wor-
den.
Raadpleeg de tabel op de volgende
bladzijden voor het gebruik van de
kinderzitjes en de plaatsen die hier-
voor geschikt zijn.
Voordat u een kinderzitje op de
voorstoel plaatst (indien dit toege-
staan is)
Stel de passagiersstoel, indien mo-
gelijk, op de volgende manier af:
- zet de passagiersstoel zoveel mo-
gelijk naar achteren;
- zet de rugleuning zoveel mogelijk
rechtop;
- zet het zitkussen zo hoog mogelijk;
- zet de hoofdsteun zo hoog moge-
lijk;
- zet de hoogteafstelling van de gor-
delindelagestand.
Voordat u een kinderzitje op de
achterzitting aan zijkant plaatst
(indien dit toegestaan is)
- zet de hoofdsteun omhoog of ver-
wijder hem indien nodig;
- zet de voorstoel in de op de vol-
gende bladzijde aanbevolen stand.