Operation Manual

NU717_6_G1-FRA.qxd 25/07/05 13:22 Page 1.38
NU717-6 - CLIO III
C:\Documentum\Checkout\NU717_6_T1-NEL.win 24/8/2005 13:13
-page44
1.38
VOOR DE VEILIGHEID VAN DE KINDEREN (vervolg)
KINDERVEILIGHEID
Verander niets aan de oorspronkelijke onderdelen van het veiligheidsmechanisme, de gordels, de stoelen en
aan de bevestiging ervan.
Houd u echter in alle gevallen aan de voorschriften van de betreffende fabrikant.
Laat het kind geen te dikke kleren dragen en steek niets tussen het kind en het kinderzitje of de gordel.
De gordel van de auto moet goed strak zijn gespannen, zodat het kinderzitje zo veel mogelijk één geheel vormt met de
auto. Controleer de spanning regelmatig.
Laat de schoudergordel nooit onder de arm of achter de rug langs lopen.
Het harnas of de gordel moet strak op het lichaam van het kind zijn afgesteld.
Laat het kind tijdens het rijden nooit op de stoelen of bank rechtop staan of op zijn of haar knieën zitten.
Controleer regelmatig de juiste houding van het kind, met name als het slaapt.
Zet het kinderzitje altijd vast met een autogordel, ook als het zitje leeg is: een los zitje verandert bij een botsing in een
gevaarlijk projectiel.
Autogordels en bevestigingsmiddelen die in gebruik waren tijdens een ernstige aanrijding moeten altijd vervangen
worden.
Laat nooit een kind alleen achter in de auto, zelfs niet in het kinderzitje.
Vergrendel (indien mogelijk) de achterportieren zodat zij niet van binnen uit kunnen worden geopend.
Laat kinderen nooit uitstappen aan de kant van het verkeer.
Geef als volwassene het goede voorbeeld door altijd uw autogordel vast te maken voordat de auto wegrijdt.