Operation Manual

NU717_6_G2-FRA.qxd 22/07/05 14:57 Page 2.09
NU717-6 - CLIO III
C:\Documentum\Checkout\NU717_6_T2-NEL.win 13/9/2005 14:27
-page9
2.09
TIPS VOOR ZUINIG RIJDEN EN MINDER LUCHTVERONTREINIGING (vervolg)
Controle van de uitlaatgassen
Het controlesysteem van de uitlaat-
gassen waarschuwt bij een storing
in de werking van de katalysator.
Een dergelijke storing kan leiden tot
een verhoogde uitstoot van schade-
lijke uitlaatgassen en schade aan
mechanische organen.
Dit lampje op het instru-
mentenpaneel geeft even-
tuele storingen van het
systeem aan:
Het gaat branden bij het aanzetten
van het contact en dooft dan.
- Als het continu brandt, moet u zo
snel mogelijk uw RENAULT-
dealer raadplegen;
- als het lampje knippert, moet u
vaart verminderen tot het knippe-
ren ophoudt. Laat het systeem di-
rect door uw RENAULT-dealer
controlerenenindiennodigher-
stellen.
Het rijden
Rijd kalm tot de motor zijn be-
drijfstemperatuur heeft bereikt;
dit is beter dan warmdraaien bij
stilstaande auto.
Snelheid kost geld.
•“Sportief rijden kost brandstof:
rijd daarom soepel en kijk ver
vooruit.
Regel de snelheid van de auto met
het gaspedaal door voor een bocht
tijdig gas terug te nemen.
Rijd bij een stoplicht kalm weg.
Laat het toerental van de motor in
de lagere versnellingen niet te ver
oplopen. Kies de hoogst mogelij-
ke versnelling zonder echter de
motor zwaar te belasten. (Rijd met
een automatische transmissie zo
veel mogelijk in stand D).
Geef op een helling geen gas bij
maar houd het gaspedaal bij voor-
keur in dezelfde stand.
Bij een moderne auto is het niet
nodig bij het schakelen tweemaal
te ontkoppelen of voor het stilzet-
ten van de motor nog even gas te
geven.
Diepe plassen, overstromingen.
Rijd niet door als het wa-
ter op de weg hoger staat
dan de onderrand van de
velgen.