Operation Manual

ABS .......................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
conduite .................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
système antiblocage des roues : ABS ...... (jusqu’à la fin de l’UD)
2.17
NLD_UD10561_1
Système antiblocage des roues : ABS (X85 - B85 - C85 - S85 - K85 - Renault)NLD_NU_853-8_BCSK85_Renault_2
Bij zeer krachtig remmen denkt de bestuur-
der slechts aan twee belangrijke zaken: het
bereiken van een zo kort mogelijke remweg
en daarbij zijn auto onder controle houden.
Door de steeds wisselende gesteldheid van
het wegdek, de wisselende weersomstan-
digheden en afhankelijk van de reacties van
de bestuurder, bestaat altijd de mogelijkheid
dat te krachtig wordt geremd, waardoor de
wielen blokkeren, de remweg langer wordt
en de auto onbestuurbaar wordt. Met een
antiblokkeersysteem van de wielen (ABS)
kan dit worden voorkomen
Dit systeem biedt extra veiligheid doordat
het voorkomt dat de wielen blokkeren ook
bij onverwacht hard remmen, waardoor de
auto bestuurbaar blijft. Ook kunnen obsta-
kels nog worden ontweken terwijl er wordt
geremd en kunt u de auto blijven beheersen
Système antiblocage des roues : ABS
Als het systeem de remdruk voor u regelt,
voelt u een lichte trilling in het rempedaal.
Hieraan merkt u dat de grenswaarde voor
de grip tussen banden en wegdek bereikt
is; pas uw rijsnelheid aan de staat van het
wegdek aan.
Bovendien wordt een zo kort mogelijke
remweg bereikt, ook als bij één of meer
wielen de grip op het wegdek sterk wisselt
(nat wegdek, modder, natte bladeren, kiezel
of split, enz.).
Ofschoon het antiblokkeersysteem van de
wielen (ABS) een extra veiligheidsvoor-
ziening is, kan het nooit de grip tussen de
banden en de weg verbeteren boven de
wetten van de natuurkunde. Blijf altijd de
gebruikelijke voorzichtigheid in acht houden
(afstand bewaren, enz.). Laat deze grotere
veiligheid u echter niet verleiden tot het
nemen van grotere risico’s.
ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN DE WIELEN: ABS (1/2)
Deze functie is een extra hulp-
middel in kritieke situaties
waarbij het rijgedrag van de
auto aangepast wordt.
Deze functie neemt niet de taak van
de bestuurder over. De limieten van
de auto kunnen niet overschreden
worden en deze functie kan ook geen
reden zijn om harder te gaan rijden.
Deze functie kan in geen geval de oplet-
tendheid of de verantwoordelijkheid van
de bestuurder overnemen (de bestuur-
der moet altijd alert zijn op plotselinge
gebeurtenissen die zich tijdens het rijden
kunnen voordoen).