Operation Manual

Jaune Noir Noir texte
1.45
NLD_UD24917_5
Sécurité enfants : installation du siège enfant (X85 - B85 - C85 - S85 - K85 - Renault)NLD_NU_853-8_BCSK85_Renault_1
KINDERVEILIGHEID: installatieoverzicht (3- en 5-deursuitvoering) (2/2)
X = Plaats niet toegestaan voor het installeren van een kinderzitje.
U = Plaats toegestaan voor de bevestiging met de gordel van een in de handel verkrijgbaar als “Universeel” goedgekeurd zitje; controleer of het
gemonteerd kan worden.
UD = Plaats toegestaan voor de bevestiging met de gordel van uitsluitend een achterstevoren geplaatst kinderzitje dat goedgekeurd is als
“Universeel”.
IUF/IL = Plaats toegestaan voor bevestiging door middel van ISOFIX-bevestigingen, indien aanwezig, van een kinderzitje dat goedgekeurd is als
“Universeel/semi-universeel of specifiek voor een auto”; controleer of het gemonteerd kan worden.
(2) Alleen een kinderzitje type achterstevoren kan worden geïnstalleerd op deze plaats: zet de stoel van de auto zo ver mogelijk naar achteren en
zo hoog mogelijk, en zet de rugleuning licht schuin (ongeveer 25°).
(3) Een reiswieg wordt dwars in de auto geïnstalleerd en neemt ten minste twee zitplaatsen in beslag. Plaats het hoofd van het kind aan de tegen-
over het portier van de auto gelegen kant.
(4) Zet de voorstoel van de auto zo ver mogelijk naar voren om een kinderzitje achterstevoren te installeren, en zet deze daarna zo ver mogelijk
terug zonder dat deze tegen het kinderzitje komt.
(5) Kinderzitje vooruit geplaatst, zet de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de auto. Stel de hoogte van de hoofdsteun af of
verwijder deze indien nodig. Zet de stoel vóór die van het kind niet verder naar achteren dan halverwege de stelrails en de rugleuning ervan
niet schuiner dan 25°.
(6) Aanwezigheid ISOFIX-systeem: afhankelijk van auto of land.
(7) Controleer of het kinderzitje of de voeten van het kind het goed vergrendelen van de voorstoel niet belemmeren. Raadpleeg de paragraaf
“Voorstoel” in hoofdstuk 1.