Operation Manual

anomalies de fonctionnement................... (jusqu’à la fin de l’UD)
conseils pratiques ..................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
incidents
anomalies de fonctionnement ............. (jusqu’à la fin de l’UD)
5.28
NLD_UD20505_2
Anomalie de fonctionnement (E33 - X33 - Renault)NLD_NU_865-6_E33_Renault_5
Anomalies de fonctionnement
STORINGEN (1/7)
Onderstaande aanwijzingen helpen u eventuele storingen snel, maar voorlopig, te verhelpen. Laat de auto echter wel zo spoedig mo-
gelijk door een merkdealer nakijken.
U schakelt de startmotor in MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
Er gebeurt niets; de controlelampjes gaan niet
branden, de startmotor draait niet.
Accukabel zit los of is geoxideerd. Controleer de accuklemmen. Schuur ze blank
als ze geoxideerd zijn en zet ze goed vast.
Accu ontladen. Sluit een andere accu aan op de ontladen
accu.
Accu buiten gebruik. Vervang de accu.
De controlelampjes gaan steeds zwakker
branden, de startmotor draait zeer langzaam.
Accuklemmen niet goed vastgezet,
geoxydeerd.
Controleer de accuklemmen. Schuur ze blank
als ze geoxideerd zijn en zet ze goed vast.
Accu ontladen. Sluit een andere accu aan op de ontladen
accu.
De motor start moeilijk bij vochtig weer of na
een wasbeurt.
Slechte ontsteking: vochtigheid in het
ontstekingssysteem.
Maak de bougiekabel en de bobinekabel
droog.
De warme motor start moeilijk. Dampbellen in het brandstofcircuit. Laat de motor afkoelen.
Onvoldoende compressie. Raadpleeg een merkdealer.