Operation Manual

identification du véhicule .......................... (jusqu’à la fin de l’UD)
peinture
référence ....................................................... (page courante)
plaques d’identification ............................. (jusqu’à la fin de l’UD)
caractéristiques techniques ...................... (jusqu’à la fin de l’UD)
6.2
NLD_UD30002_3
Plaques d’identification véhicule (X35 - E33 - X33 - Renault)NLD_NU_865-6_E33_Renault_6
Plaques d’identification
IDENTIFICATIEPLAATJES AUTO
A
B
De gegevens op het constructeursplaatje
moeten bij eventuele klachten en bij het
bestellen van onderdelen altijd worden
vermeld.
De aanwezigheid en de plaats van de in-
formatie zijn afhankelijk van de auto.
Constructeursplaatje A
1 Naam van de fabrikant.
2 Nummer van communautair ontwerp of
registratienummer.
3 Identificatienummer.
Afhankelijk van de auto wordt deze
informatie herhaald op de marke-
ring B.
4 MMAC (max. toegelaten totaalmassa)
gemeten onder de vooras.
5 Max. toegelaten treinmassa: auto met
aanhanger.
6 MMTA (max. toegelaten massa) geme-
ten onder de vooras.
7 Max. toegelaten massa gemeten onder
de achteras.
8 Gereserveerd voor zakelijke of aanvul-
lende inschrijvingen.
9 Dieseluitstoot.
10 Laknummer (kleurcode).
A
9
7
8
10
5
1
2
3
4
6