User manual

9. Ingebruikname
• Schakel na voltooiing van de montage (zie hoofdstuk 7) de voedingsspanning in.
• De verlichting van de toetsen wordt geactiveerd. De LED "MAINS" (B) aan de bovenkant van
het codeslot knippert langzaam (1x per 2 seconden).
• U kunt nu beginnen met programmeren (zie hoofdstuk 12).
Voor het activeren van de programmeermodus is altijd de mastercode benodigd. Bij
levering is de mastercode ingesteld op "0000"; deze dient voor de standaardmodus
van het codeslot in elk geval te worden gewijzigd.
Belangrijk!
Als u de door u geprogrammeerde mastercode bent vergeten, ga dan zoals in hoofd-
stuk 11 beschreven te werk.
Opgelet!
De mastercode, gebruikerscodes, supergebruikerscode en bezoekerscodes mogen
uit 4 tot 8 cijfers bestaan, waarbij ook een gemengde lengte mogelijk is.
Als u echter de "Auto-Entry"-functie inschakelt (zie hoofdstuk 12. m), dienen alle co-
des even lang te zijn (bijv. mastercode 5 cijfers, gebruikerscodes 5 cijfers etc.). De
reden hiervoor is dat de code-invoer met geactiveerde "Auto-Entry"-functie niet met
de toets hoeft te worden bevestigd.
Als u gebruik maakt van de eenvoudige modus (Single User) (zie hoofdstuk 13), die-
nen alle codes uit 4 cijfers te bestaan.
Alle gegevens en programmeringen blijven ook bij stroomuitval behouden; alleen de
bezoekerscodes worden om veiligheidsredenen automatisch gewist.
De deuropenerknop (aangesloten tussen schroefklem 7 "EG IN" en de aarde) is om
veiligheidsredenen volledig onafhankelijk van elke programmering en activeert bij het
indrukken ervan uitgang 1.
20