User manual

q) Modus voor uitgang 1 selecteren
Op uitgang 1 kan rechtstreeks een deuropener worden aangesloten; het codeslot levert hiervoor
een voedingsspanning van 12 V/DC en een stroom van max. 3 A.
Let afhankelijk van de deuropener op de juiste polariteit; schroefklem 8 = plus/+, schroefklem
9 = min/-/aarde.
De met het codeslot meegeleverde beveiligingsdiode moet met de juiste polariteit in
de buurt van de deuropener worden aangesloten.
Uitgang1isvoorgecongureerdvooreen"Fail-Secure"-deuropener,zoalsditbijeenhuisdeur
gebruikelijk is. Dit kan echter worden omgeschakeld naar een "Fail-Safe"-deuropener.
• "Fail-Secure"-deuropener:
Deze geeft de vergrendeling alleen dan vrij wanneer er voedingsspanning op staat (gebrui-
kelijke constructie bij huisdeuren).
• "Fail-Safe"-deuropener:
Deze geeft de vergrendeling alleen dan vrij wanneer de voedingsspanning ontbreekt (onge-
bruikelijke constructie, wordt bijvoorbeeld gebruikt voor nooduitgangen, omdat bij stroomuit-
val de deur geopend kan worden).
Selecteer de modus als volgt:
• Het codeslot dient zich in de programmeermodus te bevinden (zie hoofdstuk 12. a).
• Voer de programmeercode in.
• Programmeer de gewenste functie:
"Fail-Secure"-deuropener (standaardinstelling)
"Fail-Safe"-deuropener
• Bevestig de invoer met de toets . Het codeslot laat twee pieptonen horen en de LED
"MAINS" knippert 2 keer kort. De programmering is opgeslagen.
Selecteer altijd de correcte toepasselijke modus.
In de standaardinstelling van het codeslot kan een "Fail-Secure"-deuropener worden
aangesloten op uitgang 1. Dit is de gebruikelijke constructie voor deuropeners van
huisdeuren. De deuropener opent de vergrendeling pas als er voedingsspanning aan-
wezig is (bijv. wanneer u de deuropenerknop indrukt).
49