Operation Manual

Table Of Contents
De apparaatinstellingen configureren
Smart Organizing Monitor wordt gebruikt om de apparaatinstellingen te wijzigen.
1. Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's].
2. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series].
3. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series Status].
4. Als het apparaat dat u gebruikt, niet is geselecteerd, klik dan op [Apparaat select...] en
selecteer vervolgens het apparaatmodel.
5. Klik op [OK].
6. Klik op [Printerconfiguratie] op het tabblad [Gebruikerstool].
7. Pas desgewenst de instellingen aan.
8. Klik op [OK].
9. Klik op [Afsl.].
Tabbladinstellingen
Dit onderdeel geeft per tabblad een overzicht van de apparaatinstellingen die met Smart Organizing
Monitor kunnen worden gewijzigd. Ga voor meer informatie over elke instelling naar de helpfunctie van
de Smart Organizing Monitor.
Systeemtabblad
Aangepaste papierformaten registreren.
Pas de afdrukpositie of -belichting aan om de afdrukkwaliteit te verbeteren als de afgedrukte
resultaten niet naar behoren zijn.
Schakel de Energiespaarstand in of uit en geef de hoeveelheid tijd op waarna naar deze
modus overgeschakeld moet worden.
Update de firmware van het apparaat.
Printertabblad
Configureer hoe het apparaat handelt als er een inconsistentie in de instellingen voor het
papierformaat en/of -type optreedt tussen het apparaat en het printerstuurprogramma.
Geef op hoeveel tijd het apparaat moet wachten als het ontvangen van een afdruktaak
mislukt.
De apparaatinstellingen configureren
31