User manual

Rittal Koelaggregaat 29
7 Bediening
NL
Tik op het symbool “Relais 1” of “Relais 2” en selec-
teer zo het alarmrelais waaraan u een functie wilt toe-
wijzen.
Selecteer in de lijst met fouten de functie die tot het
schakelen van de hiervoor geselecteerde relaisuitgang
dient te leiden.
Wijs eventueel andere functies aan de relaisuitgang
toe. De uitgang zal dan worden geschakeld wanneer
ten minste één van de toegewezen functies tot een
foutmelding leidt.
Bevestig de invoer door op de knop “OK” te drukken.
Configureer de andere relaisuitgang eventueel met an-
dere functies.
7.4.3 Taalinstellingen
Alle schermen van het apparaat kunnen in verschillende
talen worden weergegeven. Standaard is het apparaat
voorzien van de talen “Engels” en “Duits”. Andere talen
kunnen met de RiDiag-software of met behulp van een
online tool, die beschikbaar is op de website van Rittal,
worden geïnstalleerd.
Tik op het symbool “Display taal”.
Blader met de knoppen “Omhoog” en “Omlaag” naar
de gewenste taal.
Bevestig de geselecteerde taal door op de knop “OK”
te drukken.
De taal wordt meteen omgezet en alle menu's worden in
de geselecteerde taal weergegeven.
7.4.4 Zelftest
Bij een fout van het apparaat die geen foutmelding ver-
oorzaakt kan het zinvol zijn om met een zelftest de ele-
mentaire werking van alle componenten te controleren.
Tijdens het uitvoeren van de zelftest kan het apparaat
normaal worden bediend.
Tik op het symbool “Zelftest”.
Bevestig het starten van de zelftest door op de knop
“OK” te drukken.
De zelftest van het apparaat wordt uitgevoerd. Tijdens
de test wordt de voortgang op de display weergegeven.
Na het voltooien van de test wordt de melding “Apparaat
OK” of “Fouten controleren” weergegeven.
Controleer eventueel aan de hand van de foutenlijst
welke fouten er in het apparaat zijn opgetreden.
7.5 Systeemmeldingen
Er wordt bij het apparaat onderscheid gemaakt tussen
drie soorten systeemmeldingen:
storingen
–fouten
onderhoud
Wanneer er sprake is van een melding, wordt het sym-
bool “Systeemmeldingen” in de menubalk weergegeven
(afb. 39, pos. 13). Een lijst met alle mogelijke systeem-
meldingen vindt u in de paragraaf 7.6 “Lijst met sys-
teemmeldingen”.
Tik op het symbool “Systeemmeldingen”.
Er wordt een lijst met alle actieve systeemmeldingen
weergegeven. De individuele meldingen zijn in de lijst on-
derverdeeld in de bovenstaande drie categorieën en op
volgorde van optreden gerangschikt.
Wanneer een foutmelding alleen door Rittal Service kan
worden verholpen, verschijnt er achter de foutmelding
aanvullend het symbool “Service” .
Neem in dit geval contact op met Rittal Service (zie
paragraaf 14 “Klantenserviceadressen”).
7.5.1 Optreden van een storing
Wanneer er sprake is van een storing wordt het start-
scherm verdrongen door een foutmelding.
Afb. 41: Scherm bij het optreden van een storing.
Legenda
1Verdringing
2 Rood gekleurde menubalk
Deze verdringing van het startscherm door een melding
treedt in drie gevallen op:
1. Er is sprake van een storing aan het apparaat zelf.
2. Er is sprake van een storing aan een van de appara-
ten in de Master-Slave-verbinding.
3. De kastdeur is geopend en een aangesloten deur-
contact geeft een overeenkomende melding.
Kunnen de storingen niet door de exploitant zelf worden
verholpen, dan wordt daarnaast het Service-symbool
weergegeven (afb. 39, pos. 14).
Neem contact op met de Rittal Service wanneer u de
fout zelf niet kunt verhelpen (zie paragraaf 14 “Klan-
tenserviceadressen”).
7.5.2 Weergave bij fouten
Wanneer er fouten optreden of onderhoudswerkzaam-
heden vereist zijn, wordt in de menubalk het symbool
Sym-
bool
Parameter
Functie relais 1
Functie relais 2
Tab. 14: Lijst met functies