User manual

Rittal Koelaggregaat 5
2 Veiligheidsvoorschriften
NL
2 Veiligheidsvoorschriften
2.1 Algemeen geldende veiligheidsvoor-
schriften
Neem de volgende algemene veiligheidsvoorschriften in
acht bij de installatie en bediening van het systeem:
Neem de voor de elektrische installatie geldende voor-
schriften van het land waar u het koelaggregaat gaat
installeren en gebruiken alsmede de nationale voor-
schriften met betrekking tot ongevallenpreventie in
acht. Neem bovendien de bedrijfsvoorschriften, zoals
arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften, in acht.
Gebruik in combinatie met het koelaggregaat uitslui-
tend originele producten van Rittal of door Rittal aan-
bevolen producten.
Breng geen wijzigingen aan het koelaggregaat aan,
die niet in de montage- of bedieningshandleiding zijn
beschreven.
De bedrijfszekerheid van het koelaggregaat is uitslui-
tend bij voorgeschreven gebruik gegarandeerd. De in
de technische gegevens aangegeven grenswaarden
mogen niet worden overschreden. Dit geldt met name
voor de aangegeven omgevingstemperatuur en de IP-
beschermklasse.
Bediening van het koelaggregaat bij direct contact met
water, agressieve stoffen of ontvlambare gassen en
dampen is verboden.
Neem naast deze algemene veiligheidsvoorschriften
ook altijd de specifieke veiligheidsvoorschriften in acht
bij het uitvoeren van de in de volgende hoofdstukken
beschreven werkzaamheden.
Neem het maximaal toegestane tilgewicht voor perso-
nen in acht. Gebruik indien nodig een hijsvoorziening.
2.2 Bedienings- en vakpersoneel
Montage, Installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en re-
paratie van dit koelaggregaat mag uitsluitend worden
uitgevoerd door gekwalificeerde vaklieden.
Het koelaggregaat mag tijdens het bedrijf uitsluitend
worden bediend door een persoon die hiertoe is geïn-
strueerd.
Kinderen en personen met een cognitieve of motori-
sche beperking mogen het apparaat niet bedienen,
onderhouden, reinigen of als speeltoestel gebruiken.
2.3 Resterend gevaar bij gebruik van het
koelaggregaat
Met name bij de montage van het koelaggregaat als
aanbouw (zie paragraaf 5 “Installatie”) bestaat het ge-
vaar dat het zwaartepunt van de kast ongunstig komt te
liggen en de kast als geheel kantelt.
Schroef in deze gevallen de kast uit veiligheidsoverwe-
gingen altijd vast aan de vloer.
Wordt de luchtingang of -uitgang van het koelaggregaat
aangepast, dan bestaat het risico op luchtkortsluiting en
een onvoldoende klimatisering.
Zorg ervoor dat de elektronische componenten in de
kast conform paragraaf 5.3.1 “Aanwijzingen bij de
montage” zijn gemonteerd.
Gebruik eventueel toepasselijke componenten voor
luchtomleiding.
Neem op de plaatsingslocatie de aangegeven mini-
mumafstanden conform paragraaf 5.3.1 “Aanwijzin-
gen bij de montage” in acht.