Operating Instructions and Installation Instructions

6 BedieJiJg
Montage- en bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat 25
+)
De programmering is in principe voor alle instelbare
parameters gelijk.
Om naar de programmeermode te gaan:
Druk gedurende ca. 5 sec. op toets 2 („Set”).
De regeling bevindt zich nu in de programmeermo-
de. Wanneer u in de programmeermode gedurende
ca. 30
sec. op geen enkele toets drukt, dan knippert
de weergave eerst en vervolgens keert de regeling
terug naar de normale Weergavemode. De weerga
-
ve „Esc” signaleert hierbij dat eventueel aange-
brachte wijzigingen niet werden opgeslagen.
Druk op de programmeertoets (°C) resp. (°F)
om tussen de instelbare parameters te wisselen
(zie tabellen
4 en 5).
Druk op toets 2 („Set”) om de weergegeven para-
meters die u wilt wijzigen te selecteren.
De actuele waarde van deze parameters wordt
weergegeven.
Druk op één van de programmeertoetsen (°C)
resp.
(°F).
De weergave „Cod” verschijnt. Om een waarde te
kunnen wijzigen, dient u de toegangscode „22” in te
voeren.
Houd de programmeertoets (°C) zo lang inge-
drukt tot „22” verschijnt.
Druk op toets 2 („Set”) om de code te bevestigen.
Nu kunt u de parameter binnen de aangegeven
grenswaarden wijzigen.
Druk op één van de programmeertoetsen (°C)
resp.
(°F), tot de gewenste waarde wordt weer-
gegeven.
Druk op toets 2 („Set”) om de wijziging te bevesti-
gen.
Nu kunt u op dezelfde wijze andere parameters wij-
zigen. De wijzigingscode „22” hoeft u hiervoor niet
opnieuw in te voeren.
Om de programmeermode te verlaten, drukt u ge-
durende ca. 5 sec. opnieuw op toets 2 („Set”).
Op het display verschijnt „Acc” om aan te geven dat
de wijzigingen zijn opgeslagen. Vervolgens keert het
display terug naar normaal bedrijf (interne behui
-
zingstemperatuur).
U kunt de e-Comfortcontroller ook via een dia-
gnosesoftwareprogramma (bestelnr. 3159.100) pro-
grammeren. Deze software wordt geleverd met en
verbindingskabel voor aansluiting op een PC. Als in
-
terface dient de connector van de verbindingskabel
aan de achterzijde van het display van de e-Comfort
-
controller.
625IJsteHbare paraIeters
Zie ook afb. 37 op pagina 26.
Tab. 4: Instelbare parameters
PrKgr
Jiveau
DispHay
weer
gave
ParaIeter *iJ
waar
de
*ax
waar
de
FabrieGs
iJsteHHiJg
BeschriFviJg
1 St Instelwaarde
Kastbinnentem-
peratuur T
i
20 55 35 De instelwaarde van de interne kasttemperatuur is
door de fabriek ingesteld op 35°C en in het bereik
van 20 – 55°C instelbaar.
2 Fi Filtermat-
bewaking
10 60 99
(= Uit)
Om de filtermatbewaking te activeren, stelt u de
indicatie tenminste 10 K hoger in dan de in de pro-
grammeermode „Fi” weergegeven temperatuur-
verschilwaarde; de filtermatbewaking is standaard
uitgeschakeld (99 = uit).
3 Ad Master-slave-
code
0 19 0 Zie „6.2.8 Master-slave-code instellen”, pagina 28.
4 CF Omschakeling
°C/°F
0 1 0 De temperatuurweergave is omschakelbaar van
°C (0) naar °F (1). De actuele temperaMontage- en
bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat-
tuureenheid wordt via de betreffende led weerge-
geven.
5 H1 Instelling schakel-
hysterese
2 10 5 Het koelaggregaat is door de fabriek ingesteld op
een schakelhysterese van 5 K. Deze parameters
mogen uitsluitend na overleg met Rittal worden ge
-
wijzigd. Neem contact met ons op.
6 H2 Waardeverschil
van foutmelding
A2
3 15 5
Wanneer de interne kasttemperatuur 5 K boven de
ingestelde insteltemperatuur stijgt, dan verschijnt
foutmelding A2 (interne kasttemperatuur te hoog)
op het display. Indien gewenst kunt u hier het waar
-
deverschil binnen het bereik van 3 – 15 K wijzigen.
26 ECO Eco-mode 0
1 1
Eco-mode UIT: 0 / Eco-mode AAN: 1
27 PSO Wijziging van de
autorisatiecode
0
15 0
De parameter maakt het mogelijk de autorisatieco-
de te wijzigen van „22” (fabrieksinstelling).
De nieuwe code is de som van 22 + PSO.