Operating Instructions and Installation Instructions

28 Montage- en bedieningshandleiding Rittal koelaggregaat
6 BedieJiJg
+)
Systeemmeldingen programmeren met waarde
0: Systeemmelding wordt niet naar het systeem-
meldrelais gestuurd, maar op het display
weergegeven
1: Systeemmelding wordt door relais 1
geëvalueerd
2: Systeemmelding wordt door relais 2
geëvalueerd
628 *astersHavecKde iJsteHHeJ
Bij het koppelen van meerdere koelaggregaten
(max. 10) dient u één koelaggregaat als „master” te
definiëren en de anderen als „slave”. Hiertoe wijst u
elk koelaggregaat een eigen code (adres) toe. Aan
de hand hiervan kan het koelaggregaat in het net
-
werk worden geïdentificeerd.
Bij het bereiken van de insteltemperatuur bij één van
de slave-aggregaten of bij deurschakelaarfunctie
meldt het betreffende slave-aggregaat dit aan het
master-aggregaat, dat alle andere koelaggregaten
uitschakelt.
Op het IasterGKeHaggregaat (00 = fabrieksinstel-
ling) stelt u in, hoeveel slave-aggregaten er in het
netwerk aan de master zijn gekoppeld:
01: Master met 1 slave-koelaggregaat
02: Master met 2 slave-koelaggregaten
03: Master met 3 slave-koelaggregaten
04: Master met 4 slave-koelaggregaten
05: Master met 5 slave-koelaggregaten
06: Master met 6 slave-koelaggregaten
07: Master met 7 slave-koelaggregaten
08: Master met 8 slave-koelaggregaten
09: Master met 9 slave-koelaggregaten
Op het sHaveGKeHaggregaat (00 = fabrieksinstel-
ling) stelt u het eigen adres hiervan in:
11: Slave-koelaggregaat nr. 1
12: Slave-koelaggregaat nr. 2
13: Slave-koelaggregaat nr. 3
14: Slave-koelaggregaat nr. 4
15: Slave-koelaggregaat nr. 5
16: Slave-koelaggregaat nr. 6
17: Slave-koelaggregaat nr. 7
18: Slave-koelaggregaat nr. 8
19: Slave-koelaggregaat nr. 9
Afb. 38: Master-slave-koppeling (voorbeeld)
Andere aansluitvoorbeelden zie „4.6.1 Busaanslui-
ting (alleen bij de koppeling van meerdere aggrega-
ten onderling met e-Comfortcontroller)”, pagina 13.
Instellen van het adres zie „6.2.5 Instelbare parame-
ters”, pagina 25 resp. „6.2.6 Overzicht programme-
ring”, pagina 26, parameter „Ad”.
629SysteeIIeHdiJgeJ
Systeemmeldingen worden bij de e-Comfortcontrol-
ler met een nummer op het display weergegeven.
Na weergave van de meldingen A03, A06 en A07 en
na het verhelpen van de oorzaak dient u de e-Com
-
fortcontroller te resetten (zie „6.2.10 e-Comfortcon-
troller resetten”, pagina 30).
,pIerGiJge
Er mag slechts één aggregaat als master
zijn gedefinieerd en de adressering dient
met het aantal slave-aggregaten overeen
te komen.
De slave-aggregaten dienen verschillen-
de adressen te hebben.
De adressen dienen oplopend en aan-
eensluitend te zijn.
Master
02
Slave
11
Slave
12