User Manual

Table Of Contents
Speelhulpen en effecten
154
r
KR103 Digital Intelligent Piano
Opgelet: Het linker of middelste pedaal hanteert de toege-
wezen functie alleen, als u daarna niet op de [Piano]-knop
drukt en als de PDLSHIFT-parameter blz. 164 op “Off”
staat.
(4) Druk op de [Exit]-knop om deze functie te verlaten.
Opgelet: Deze instelling kunt u in een User Program opslaan
(zie blz. 163).
FilToVar Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[To¥Variation]-knop.
FilToVOr Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[To¥Original]-knop.
Fill Hiermee start u een fill-in die uitmondt
in dezelfde begeleiding als vóór de fill-
in.
Orig-Var U wisselt af tussen Original en Variation
zonder dat er een fill-in wordt tussen-
gelast.
Intro/End Als de Arranger niet loopt, kiest u met
het toegewezen pedaal het Intro-
patroon van de geselecteerde Style. De
weergave begint dan, zodra u op de
[Start÷Stop]-knop drukt.
Als de Arranger aan het spelen is, wan-
neer u het toegewezen pedaal intrapt,
roept de KR103 aan het begin van de
eerstkomende maat het Ending-patroon
op en stopt hij, eens dat afgelopen is.
Start/Stop Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[Start÷Stop]-knop.
OrchestrUp Met het pedaal kunt u het telkens vol-
gende Style Orchestrator-niveau kiezen
(bv. “Advanced”, als momenteel “Basic”
geselecteerd is). Na het kiezen van “Full”
kunt u met het pedaal echter niet
teruggaan naar “Basic”.
OrcheDown Met het pedaal kunt u het telkens voor-
afgaande Style Orchestrator-niveau kie-
zen (bv. “Basic”, als momenteel “Advan-
ced” geselecteerd is). Na het kiezen van
“Basic” kunt u met het pedaal echter
niet teruggaan naar “Full”.
MelInt On/Off Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[Melody¥Intelligence]-knop.
Fade Met deze functie zorgt u voor een fade-
in (het volume neemt geleidelijk aan
toe), wanneer de Arranger wordt
gestart; trapt u het pedaal tijdens de
Arranger-weergave in, dan begint een
fade-out (het volume neemt geleidelijk
aan af).
RotSlow/Fast Laat toe om afwisselend de hoge en lage
snelheid van het Rotary-effect te kiezen.
Dat werkt alleen, wanneer u het
“Rotary”-algoritme aan de MFX toewijst
(zie blz. 155).
Play/Stop Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[Play÷Stop¥®÷ª]-knop.
PunchI/O Het pedaal kan voor het in-/uitschake-
len van de opname in de Punch I/O-
mode worden gebruikt (zie blz. 148).
TapTempo U kunt het pedaal gebruiken voor het
instellen van het Style- of songtempo:
trap het gewoon een aantal keren in de
gewenste in.
Soft In dit geval fungeert het pedaal als
zacht pedaal (en kunt u er het volume
van de gespeelde noten tijdelijk mee
verminderen).
Opgelet: Deze functie is alleen voor de
Keyboard-parts beschikbaar.
Sostenut Het pedaal fungeert als sostenutopedaal
(ook weer een pedaal van een vleugel
waarmee enkel de noten worden aange-
houden wier toetsen u bij het intrappen
van het pedaal indrukte).
Opgelet: Deze functie is alleen voor de
Keyboard-parts beschikbaar.
Lwr Damper Het toegewezen pedaal fungeert als
demperpedaal voor de Lower-part.
Glide Als u het pedaal intrapt dat aan deze
functie is toegewezen, daalt de toon-
hoogte even en keert ze vervolgens
terug naar de normale toonhoogte. Dat
is bv. handig voor het bespelen van
klanken zoals een Hawaiiaanse gitaar.