Operation Manual

8
Namen van onderdelen en hun functies
Voorpaneel
1
76
5
9
43
2
8
INPUT-aansluiting
Sluit uw microfoon of lijnniveauapparaat hier aan (p. 7).
* De AC-33 is voorzien van een gebalanceerde (XLR-)
aansluiting die als volgt bedraad is. Controleer de
bedrading van uw apparaat voordat u het aansluit.
* Er wordt geen
fantoomvoeding
meegeleverd.
1: GND2: HOT
3: COLD
Regelaar [VOLUME]
Met deze regelaar bepaalt u het volume van de MIC/
LINE CHANNEL-ingang (p. 6).
Als u een microfoon gebruikt, zet u deze knop in de
stand MIC.
Regelaar [BASS]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van
het lagefrequentiebereik (p. 6).
Regelaar [TREBLE]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van
het hogefrequentiebereik (p. 6).
Schakelaar [CHORUS]
Met deze schakelaar verandert u het chorustype dat
wordt toegepast (p. 7).
MIC/LINE CHANNEL
2
Schakelaar [ANTI-FEEDBACK]
U kunt akoestische feedback voorkomen door
deze schakelaar in te schakelen (p. 11).
De instellingen worden automatisch toegepast
wanneer u de schakelaar inschakelt.
De instellingen worden teruggesteld wanneer de
AC-33 opnieuw wordt ingeschakeld.
REC-lampje
Dit lampje brandt rood tijdens een opname.
PLAY-lampje
Dit lampje brandt groen tijdens het afspelen.
OVERDUB-lampje
Dit lampje brandt geel tijdens het overdubben.
Knop [REC/PLAY/OVERDUB]
Druk op deze knop wanneer u wilt opnemen,
afspelen of overdubben.
Knop [STOP/CLEAR]
Druk op deze knop om de Looper te stoppen of de
opname te wissen.
LOOPER
Met deze functie kunt u een frase opnemen en herhaaldelijk afspelen (p. 10).
De opgenomen frase gaat verloren wanneer u het apparaat uitschakelt.
76
Regelaar [REVERB/AMBIENCE]
Hiermee wordt de hoeveelheid galm of
ambience-galm geregeld (p. 7).
Regelaar [MASTER]
Hiermee wordt het algemene volume geregeld
(p. 5, p. 6).
Deze regelaar heeft geen invloed op LINE OUT.
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 6).
* Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, brengen
de luidsprekers van de AC-33 geen geluid voort.
43 5
INPUT-aansluiting
Sluit hier uw gitaar aan (p. 5).
Regelaar [VOLUME]
Met deze regelaar bepaalt u het volume van het
gitaarkanaal p. 5).
Regelaar [BASS]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van
het lagefrequentiebereik (p. 5).
Regelaar [MIDDLE]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van
het middenfrequentiebereik (p. 5).
Regelaar [TREBLE]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van
het hogefrequentiebereik (p. 5).
Schakelaar [CHORUS]
Met deze schakelaar verandert u het chorustype dat
wordt toegepast (p. 7).
GUITAR CHANNEL
1
POWER-lampje
Dit lampje brandt als het apparaat is ingeschakeld.
* Het POWER-lampje wordt zwakker naarmate de
batterijen leger worden. Als de batterijen bijna
leeg zijn, gaat het POWER-lampje knipperen.
Vervang de lege batterijen door nieuwe.
Schakelaar [POWER]
Hiermee wordt het apparaat in-/uitgeschakeld (p. 5).
* Om het stroomcircuit te beschermen duurt het even voordat u de AC-33 normaal kunt gebruiken nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld.
* Als u de stroom volledig moet uitschakelen, gebruikt u deze schakelaar om de AC-33 uit te schakelen.
Vervolgens haalt u de stekker uit het stopcontact. Zie “De stroom aansluiten (p. 4) voor meer informatie.
98