Operation Manual

16
Hoofdstuk 2: Uw eigen klanken (patches) creëren
Wat is een ‘patch’?
De GT-8 kan 340 combinaties (of ‘sets’) van effecten en
parameterinstellingen opslaan. Elk van die sets wordt een
‘patch’ genoemd. Patches zijn gerangschikt in banken en
nummers, zoals hieronder wordt getoond.
fig.02-010
Userbanken (1–35)
Nieuwe effectinstellingen worden opgeslagen in
‘userbanken’. De patches in deze banken worden ‘user
patches’ genoemd.
Een ‘U’ verschijnt in het rechter scherm als u een user patch
gebruikt.
fig.02-020d
Presetbanken (36–85)
De presetbanken bevatten effectinstellingen die de speciale
eigenschappen van de GT-8 ten volle benutten. De patches in
deze banken worden ‘preset patches’ genoemd. Hoewel u
deze preset patches niet met uw eigen instellingen kunt
overschrijven, kunt u de instellingen van een preset patch
toch wijzigen en het resultaat als een user patch opslaan.
Een ‘P’ verschijnt in het rechter scherm als u een preset patch
gebruikt.
fig.02-030d
Hoe selecteert u een patch?
(Patch Change)
U selecteert een patch door een ‘bank’ (1-85) en een
‘nummer’ (1-4) te kiezen. De bank en het nummer
verschijnen op het scherm van de GT-8, zoals hieronder
wordt getoond.
fig.02-040d
fig.02-050
* Pas wanneer u behalve de bank ook het nummer hebt
geselecteerd, wordt de nieuwe patch geactiveerd. Als u een
andere patch wilt oproepen door enkel een andere bank te
selecteren, moet u de Bank Change mode (p. 72) instellen.
U kunt ook patches oproepen met de PATCH/VALUE-schijf.
U kunt het apparaat zo instellen dat sommige effecten ook
na het selecteren van een nieuwe patch in gebruik blijven.
Voor meer details, zie ‘Effectgeluiden na een patchwissel
laten doorspelen (Patch Change Mode)’ (p. 71).
Alleen het nummer wijzigen
fig.02-060
1. Selecteer het nummer van de gewenste patch door het
overeenkomstige nummerpedaal in te drukken.
Het indicatielampje van het ingedrukte pedaal gaat
branden en de GT-8 selecteert de overeenkomstige patch.
Bank 85
Bank 36
Bank 35
Bank 1
Banknummer
Bank
Nummer
1