Operation Manual

18
Hoofdstuk 2: Uw eigen klanken (patches) creëren
Het effect in- en uitschakelen
De interne effecten van de GT-8 schakelt u in en uit met
behulp van toetsen. Als het effect is ingeschakeld, brandt het
indicatielampje op de AAN/UIT-toets van het effect.
fig.02-090
1. Druk op de AAN/UIT-toets van het effect dat u wilt in-
of uitschakelen.
De instellingen van het geselecteerde effect verschijnen
op het scherm.
* Voor FX-1 en FX-2 worden de instellingen van het
geselecteerde effect getoond.
fig.02-100d
2. Druk nogmaals op de AAN/UIT-toets om het effect in
of uit te schakelen.
Als u een effect uitschakelt, knippert de naam van dat
effect op het scherm.
3. Om een ander effect in en uit te schakelen, herhaalt u
stap 1 en 2.
4. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
5. Als u een klank met uw nieuwe instellingen wilt
bewaren, volg dan de procedure ‘Patches opslaan
(Patch Write)’ (p. 22).
* Als u de patch een naam wilt geven of de naam wilt wijzigen,
volg dan de procedure ‘Patches een naam geven (Patch Name)’
(p. 21) voor u de patch opslaat.
Effecten snel instellen (QUICK
FX)
Elk effect heeft een aantal voorbeeldinstellingen die ‘Quick
Settings’ worden genoemd.
U kunt snel nieuwe klanken creëren door deze Quick
Settings te selecteren en te combineren.
fig.02-101
1. Druk op de aan/uit-toets van het effect dat u wilt
instellen.
De parameters van het geselecteerde effect verschijnen
op het scherm.
Bij het bewerken verschijnt de laatst gewijzigde
parameter op het scherm.
2. Druk op PARAMETER [ ]. Het ‘Quick Setting’-
scherm verschijnt.
fig.02-110d
3. Draai aan de PATCH/VALUE-schijf om de gewenste
Quick Setting te selecteren.
U**: User Quick Setting (p. 24)
P**: Preset Quick Setting
* ‘---: User Setting’ betekent dat het effect op de bovenste regel
van het scherm klaar is om in de geselecteerde patch te worden
bewaard, of dat de instellingen van het effect worden
aangepast.
* Als u in stap 1 FX-1 of FX-2 hebt geselecteerd, dan worden de
instellingen gekozen van het effect dat u met de ‘FX-1/FX-2
Select’-parameter hebt geselecteerd (zie het volgende item).
* Als u in stap 1 Voorversterker/Luidspreker hebt geselecteerd,
dan kunt u verschillende instellingen kiezen voor kanaal A en
B.
4
1,2,3
4 2
1
3