Operation Manual

35
Hoofdstuk 4: Effecten en parameters
Hoofdstuk
4
ACS (Advanced Compressor)
Dit effect produceert een lange sustain door het
volumeniveau van het ingangssignaal gelijkmatig te
spreiden. U kunt het effect ook als ‘limiter’ gebruiken om
alleen de geluidspieken te onderdrukken en vervorming te
voorkomen.
LM (Limiter)
De limiter dempt luide signalen en voorkomt vervorming.
TW (Touch Wah)
Dit produceert een wah-effect waarbij het filter reageert op
het gitaarvolume.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Type
Zie hieronder Selecteert het compressortype.
BOSS Comp
Een model van een BOSS CS-3.
Hi-BAND
Dit is een compressor die nog een sterker ef-
fect toevoegt in de hoge tonen.
Light
Dit is een compressor met een licht effect.
D-Comp
Een model van een MXR DynaComp.
ORANGE
Dit model geeft de sound van de Dan Arm-
strong ORANGE SQUEEZER.
Fat
Een zwaar gebruik van dit compressoreffect
geeft een vette klank met versterkte mid-
dentonen.
Mild
Een zwaar gebruik van dit compressoreffect
geeft een zacht geluid met afgesneden hoge
tonen.
Stereo Comp
Selecteert een stereocompressor.
Sustain
0–100
Regelt het bereik (tijd) waarin zwakke sig-
nalen worden versterkt. Hogere waarden
geven een langere sustain.
Attack
0–100
Regelt de sterkte van de aanslag. Hogere
waarden geven een scherpere aanslag, wat
een duidelijker onderscheiden geluid cre-
eert.
Tone
-50–+50 Regelt de klank.
Level
0–100 Regelt het volume.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Type
Zie hieronder Selecteert het limitertype.
BOSS Limitr
Selecteert een stereolimiter.
Rack 160D
Een model van een dbx 160X.
Vtg Rack U
Een model van een UREI 1178.
Attack
0–100
Regelt de sterkte van de aanslag als de sna-
ren worden bespeeld.
Hogere waarden geven een scherpere aanslag, wat een duidelijker
onderscheiden geluid creëert.
Threshold
0–100
Kies een geschikte waarde voor het ingangs-
signaal van uw gitaar.
Als het ingangssignaal deze drempelwaarde overschrijdt, treedt de
limiter in werking.
Ratio
1: 1–×: 1
Selecteert de compressieverhouding bij sig-
nalen die de drempelwaarde overschrijden.
Release
0–100
Regelt de tijd vanaf het punt waarop het sig-
naal onder de drempelwaarde zakt totdat
het limitereffect stopt.
Level
0–100 Regelt het volume.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Mode
LPF, BPF Selecteert de wahmodus.
LPF (Low Pass Filter)
Dit geeft een wah-effect over een breed frequentiebereik.
BPF (Band Pass Filter)
Dit geeft een wah-effect over een beperkt frequentiebereik.
Polarity
Down, Up
Selecteert de richting waarin het filter ver-
andert als gevolg van de input.
Up
De frequentie van het filter is hoger.
Down
De frequentie van het filter is lager.
Sens
0–100
Regelt de gevoeligheid waarmee het filter
reageert in de richting die door de polariteit
wordt bepaald.
Hogere waarden geven een sterkere reactie. Als u ‘0’ instelt, heeft de
sterkte van de aanslag geen effect.