Operation Manual

36
Hoofdstuk 4: Effecten en parameters
AW (Auto Wah)
Hierbij wijzigt het filter in een periodieke cyclus, wat een
automatisch wah-effect geeft.
TM (Tone Modify)
Dit wijzigt de klank van de aangesloten gitaar.
GS (Guitar Simulator)
Simuleert de kenmerken van bepaalde gitaaronderdelen
zoals elementen en allerlei body’s, zodat u uit een aantal
verschillende gitaartypes kunt kiezen terwijl u toch op
dezelfde gitaar blijft spelen.
Frequentie
0–100
Regelt de centrale frequentie van het wah-
effect.
Peak
0–100
Regelt de manier waarop het wah-effect in
het gebied rond de centrale frequentie
wordt toegepast.
Hogere waarden geven een krachtiger geluid, wat het wah-effect
nog versterkt.
Een waarde van ‘50’ geeft een normaal wah-geluid.
Direct Level
0–100 Regelt het volume van het directe geluid.
Effect Level
0–100 Regelt het volume van het effectgeluid.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Mode
LPF, BPF Selecteert de wahmodus.
LPF (Low Pass Filter)
Dit geeft een wah-effect over een breed frequentiebereik.
BPF (Band Pass Filter)
Dit geeft een wah-effect over een beperkt frequentiebereik.
Frequentie
0–100
Regelt de centrale frequentie van het wah-
effect.
Peak
0 –100
Regelt de manier waarop het wah-effect in
het gebied rond de centrale frequentie
wordt toegepast.
Hogere waarden geven een krachtiger geluid, wat het wah-effect
nog versterkt. Een waarde van ‘50’ geeft een normaal wah-geluid.
Rate
0–100,
BPM –BPM
Regelt de frequentie van de auto wah.
* Als u BPM kiest, wordt de waarde van elke parameter ingesteld volgens
Master BPM (p. 51) die voor elke patch is bepaald. Zo verkrijgt u
effectinstellingen die bij het tempo van de song passen (als de ingestelde
snelheid wordt verhoogd, wordt de cyclus gesynchroniseerd met de helft
of een vierde van de BPM).
Als u BPM instelt, druk dan meermaals op PARAMETER [ ] om
het ‘Master BPM’-scherm weer te geven.
Depth
0–100 Regelt de diepte van de auto wah.
Direct Level
0–100 Regelt het volume van het directe geluid.
Effect Level
0–100 Regelt het volume van het effectgeluid.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Parameter/
Bereik
Verklaring
Type
Zie hieronder Selecteert het type klankwijziging
Fat
Een vette klank met versterkte middento-
nen.
Presence
Een heldere klank met versterkte hoge mid-
dentonen.
Mild
Een zachte klank waarbij de hoge tonen
worden afgesneden.
Tight
Klank waarbij de lage frequenties worden
afgesneden.
Enhance
Klank waarbij de hoge frequenties worden
versterkt.
Resonator1, 2, 3
Dit geeft een klank met meer power en
‘punch’ dankzij de toegevoegde resonantie
in de lage frequenties en middentonen.
Low
-50–+50 Regelt de sterkte van de lage frequenties.
High
-50–+50 Regelt de sterkte van de hoge frequenties.
Resonance
0–100
Dit regelt de sterkte van de resonantie in de
lage tonen en het middengebied als Type is
ingesteld op Resonator 1, 2 of 3.
Level
0–100 Regelt het volume.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Type
Zie hieronder Selecteert het type gitaarsimulator.
‘S’o‘H’
Verandert de klank van een single-coil-ele-
ment in die van een humbucking-element.
‘H’o‘S’
Verandert de klank van een humbucking-
element in de gemengde klank van twee sin-
gle-coil-elementen.
‘H’o‘HF’
Verandert de klank van een humbucking-
element in de half tone van een single-coil-
element.
‘S’oHollow
Verandert de klank van een een single-coil-
element in een volle akoestische klank met
toegevoegde resonantie van de body.
‘H’oHollow
Verandert de klank van een een humbuc-
king-element in een volle akoestische klank
met toegevoegde resonantie van de body.
‘S’oAC
Verandert de klank van een single-coil-ele-
ment in die van een akoestische gitaar.