Operation Manual

77
Hoofdstuk 7: Andere functies
Hoofdstuk
7
4. Herhaal stap 2 en 3 om de andere parameters in te
stellen.
5. Druk op [TUNER/BYPASS] of [EXIT] om naar het Play-
scherm terug te keren.
Parameter/
Bereik
Verklaring
TUNER Pitch
fig.07-112d
435–445 Hz Hiermee stelt u de referentietoonhoogte in.
De referentietoonhoogte is de frequentie van A4 (de middelste A op
een pianoklavier), die voor het begin van het concert op een instru-
ment (zoals een piano) wordt gespeeld en die door andere instru-
menten wordt gebruikt als referentie bij het stemmen.
* De fabrieksinstelling voor deze waarde is 440 Hz.
TUNER Out
fig.07-113d
Mute, Bypass
Selecteert de output terwijl de stemfunctie is
ingeschakeld.
Mute
Het toestel geeft geen geluid weer.
Bypass
Geluid dat de GT-8 via zijn ingang ontvangt, wordt niet verwerkt
maar rechtstreeks en onveranderd naar de uitgang gestuurd.
Als u ‘Bypass’ instelt en de stemfunctie is ingeschakeld, dan kunt u
het volume van het directe geluid met het zwelpedaal regelen.
* De fabrieksinstelling voor deze parameter is ‘Bypass’.
Stemfunctie met het CTL-pedaal in/uitschakelen
Als u voor de ‘CTL Pedal’-functie (p. 54) de
pedaalinstelling ‘Tuner On/Off’ selecteert, kunt u de
stemfunctie met het CTL-pedaal in- en uitschakelen.
Stemfunctie in/uitschakelen door het EXP-
pedaal te lossen
Als u het EXP-pedaal voor het voetvolume gebruikt,
kunt u voor een van de ‘Assign Variable’-instellingen
van ASSIGN 1–8 (p. 57) de volgende waarden selecteren.
Met deze instellingen kunt u de stemfunctie inschakelen
door het EXP-pedaal omhoog te laten komen.
Target: TUNER On/Off Mode: Normal
Target Min: On Act. Range Lo: 0
Target Max: Off Act. Range Hi: 1–127
Source: EXP PEDAL