Operation Manual

83
Hoofdstuk 8: De GT-8 met externe midi-apparaten gebruiken
Hoofdstuk
8
fig.08-200d
2. Verstuur de data vanaf het externe MIDI-apparaat.
Terwijl de GT-8 de data ontvangt, verschijnt het
volgende op het scherm:
fig.08-210d
Als de GT-8 alle data ontvangen heeft, verschijnt het
volgende op het scherm:
fig.08-220d
Op dat moment is het apparaat klaar om nog meer data
te ontvangen.
3. Druk op [EXIT] om de Bulk Load te beëindigen.
Als u op [EXIT] drukt, verschijnt ‘Checking...’ op het
scherm, om aan te geven dat de GT-8 de ontvangen data
controleert. Als deze controle beëindigd is, verschijnt het
Play-scherm opnieuw.
De Program Change Map
Als u patches selecteert met de ‘Program Change’-
boodschappen die u van een extern midi-apparaat ontvangt,
dan kunt u de overeenkomst tussen de ontvangen ‘Program
Change’-boodschappen en uw patchwissels vrij bepalen in
de ‘Program Change Map’.
* Als u de MIDI Omni Mode (p. 80) op ‘Omni Off’ instelt, moet
u het MIDI Rx Channel (p. 80) vooraf op het zendkanaal van
het externe midi-apparaat afstemmen.
fig.08-230
1. Druk op [SYSTEM] en vervolgens op PARAMETER
[ ] [ ] tot ‘MIDI: Map Select’ verschijnt.
fig.08-240d
2. Draai aan de PATCH/VALUE-schijf en selecteer ‘Prog.’.
* Als ‘Fix’ geselecteerd is, kunt u de Program Change Map niet
instellen (verschijnt niet op het scherm).
* Voor meer informatie over ‘MIDI Map Select’: zie verder.
3. Druk op PARAMETER [ ] tot ‘MIDI: Program
Map’ op het scherm verschijnt.
fig.08-250d
4. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor te
verplaatsen en selecteer met de PATCH/VALUE-schijf
het ontvangen programmanummer en het
overeenkomstige patchnummer.
* Volg dezelfde stappen om ‘Bank Select’-nummers te selecteren.
* Als u alleen met ‘Program Change’-boodschappen (zonder
Bank Select) programma’s selecteert, stelt u het programmanr.
in (1–128) als het ‘Bank Select’-nummer ‘0’ is.
6
231,4
1
Bank Select
nummer
Program Change
nummer
Patch-
nummer