Operation Manual

HP-136 Handleiding
2
Voorzorgsmaatregelen
Voeding
Schakel de HP-136 en de overige instrumenten altijd uit
voordat u ze op elkaar aansluit.
Sluit het netsnoer van de HP-136 nooit aan op een stop-
contact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorza-
ken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trek-
ken, op zijn aangesloten.
Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op
het voltage.
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat
er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van
de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en
nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
Als u de HP-136 lange tijd niet wenst te gebruiken, ver-
breekt u best de aansluiting op het lichtnet.
Het zou kunnen gebeuren dat de HP-136 niet naar beho-
ren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen
weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden
voordat u hem weer inschakelt.
Plaatsing
Om problemen te vermijden, dient u de HP-136 te be-
schermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
Plaats de HP-136 niet te dicht in de buurt van een neon-
licht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, ge-
lijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en
anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken.
Onderhoud
Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een
zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig
vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmid-
del. Wrijf de HP-136 daarna droog met een zachte doek.
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners
want deze kunnen de behuizing beschadigen.
Geheugenbatterij
Dit apparaat is uitgerust met een batterij die ervoor zorgt
dat de opgeslagen data ook na uitschakelen niet gewist
worden. De levensduur van deze batterij bedraagt ongeveer
5 jaar. Het zou iets langer kunnen zijn, maar het verdient
aanbeveling de batterij om de 5 jaar te laten vervangen.
Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat
dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat
de data in het interne geheugen kunnen worden gewist.
Dat is met name het geval als het geheugen of een daarmee
samenhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer
werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
Behandel de HP-136 zachtjes.
Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.)
of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige
terechtkomen.
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland herstel-
dienst voordat u de HP-136 in het buitenland gebruikt.
Als de HP-136 niet naar behoren werkt, schakel hem dan
onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de
Roland hersteldienst.
Inhoud
1. Eerste kennismaking....................................3
1.1 Frontpaneel ............................................................ 3
1.2 Onderpaneel........................................................... 3
1.3 Achterpaneel .......................................................... 4
2. Aan de slag...................................................5
2.1 In- en uitschakelen ................................................ 5
2.2 Hoofdtelefoons gebruiken..................................... 5
2.3 Aansluiten op externe audio-apparatuur ............. 5
2.4 Demostukken beluisteren...................................... 6
2.5 Klanken kiezen....................................................... 7
2.6 Galm (Reverb) in-/uitschakelen ........................... 7
2.7 Transponeren......................................................... 8
2.8 Pedaalfuncties ........................................................ 8
3. MIDI...............................................................9
3.1 Over MIDI.............................................................. 9
3.2 Aansluiten op MIDI-apparatuur .......................... 9
3.3 MIDI zend- en ontvangstkanaal ......................... 10
3.4 Omni On/Off ....................................................... 10
3.5 Local-functie ........................................................ 10
3.6 Twee zend- en ontvangstmodes.......................... 11
3.7 Zenden van programmakeuze-commando’s ..... 12
4. Specificaties................................................14