Operation Manual

KR-177 HandleidingTones en aanverwante functies
16
Drum Set Type kiezen
Druk op <Type> of <Type®>.
Bij iedere druk op één van deze twee knoppen kiest u
een andere Drum Set, wat ook in het display wordt
aangegeven.
Opgelet: Er is maar één SFX-set.
Tones van effecten voorzien
Galm (REV)
Het Reverb-effect voorziet het geluid van galm, wat de
de indruk wekt dat u in een concertzaal zit te spelen.
1.
Druk op [UTILITY].
2.
Stel met <> en <> links van het display het
volume van het Reverb-effect in.
Als u de waarde “100” kiest, hoort u de galm op het
maximumvolume. De waarde “0” betekent dat u geen
galm hoort. Let wel: de REV-parameter geldt enkel
voor de klank die u op het klavier speelt, niet voor de
begeleiding. Met andere woorden: de regelaar bepaalt
in welke mate de klank die u op het klavier speelt naar
het Reverb-effect wordt gezonden. Het werkt zoals in
een kerk: als u harder zingt, hoort u meer galm, m.a.w.
door harder te zingen verhoogt u het volume dat door
de akoestiek van de kerk wordt omgezet in galm. Het
totale effectvolume (de kerk) blijft echter steeds het-
zelfde.
Het voordeel van deze werkwijze is dat u, door de
REV-parameter in de minimumstand te zetten, het
effect niet weghaalt van de begeleidingspartijen.
Opgelet: U kunt kiezen uit verschillende types Reverb. Zie
“Reverb-types” op blz. 43.
Opgelet: Het galmaandeel van de Arranger-Parts en de par-
tijen van de Composer kunt u niet veranderen.
Andere effecten (DSP)
Onder “DSP” (Digital Signal Processor) zitten een aan-
tal effecten gegroepeerd die een interessante aanvul-
ling vormen op het Reverb-effect. U kunt telkens één
DSP-effect gebruiken, maar er zijn wel verschillende
types. Een volledig overzicht van de DSP-effecten
vindt u onder “Overzicht van DSP-effecten op
blz. 47.
1.
Kies op de Tone Select-pagina <DSP…>.
U krijgt nu de onderstaande pagina te zien.
2.
Kies met de knoppen links van het display het
gewenste effecttype en stel met de knoppen rechts van
het display de gewenste effectdiepte in.
Wilt u geen DSP effect gebruiken, kies dan “OFF” voor
DSP Type.
Opgelet: Het is niet mogelijk om verschillende DSP-effecten
tegelijk te gebruiken.
Opgelet: Als u het Rotary-effect kiest, kunt u de snelheid
van het effect regelen met de knop linksboven in het display.
Chorus
Het Chorus-effect maakt het geluid breder en “vetter”.
1.
Nadat u op de Tone Select-pagina op <DSP…>
hebt gedrukt kiest u <PAGE®®>.
U krijgt nu de onderstaande pagina te zien.
2.
Met de knoppen links van het display schakelt u het
effect in en uit en met de knoppen rechts van het dis-
play stelt u de gewenste effect-diepte in.
Na enkele seconden keert u terug naar de vorige
pagina.
Opgelet: U kunt kiezen uit verschillende types Chorus. Zie
“Chorus-types” op blz. 43.
Octave Shift (in octaven transponeren)
We hebben het hier over een functie waarmee u de
toonhoogte van Tones in stappen van één octaaf kunt
transponeren. Octave Shift kunt u apart instellen voor
de Lower- en Upper-Part.
Laten we dit even aan de hand van een voorbeeld
bekijken. Stel dat u dezelfde Tone (E.Piano 1) aan
zowel het Lower- als het Upper-gedeelte van het kla-
vier toewijst. Aangezien het om twee aparte secties
gaat kunt u de octaaftransponering ervan eveneens
apart instellen. Voor de Lower-Part zou u Octave Shift
bv. op “+1” kunnen zetten om voor een overlapping te
zorgen in de octaven links (Lower) en rechts (Upper)
van het splitpunt. Dat laat dan weer toe om bijzonder
complexe partijen te spelen.
1.
Kies op de Tone Select-pagina de Tone waarvan u
de octaafligging wilt wijzigen (zie blz. 15).
2.
Druk op <Octave> om de gewenste octaafligging te
kiezen.
U kunt de toonhoogte maximaal twee octaven verho-
gen of verlagen. Na enkele seconden keert u terug naar
de basispagina.
Opgelet: Bij het inschakelen van de KR-177 krijgt iedere
Tone opnieuw zijn oorspronkelijke octaafligging toebedeeld.
U kunt de zelf ingestelde octaafliggingen echter wel opslaan.
Zie hiervoor “Memory Backup” op blz. 45.