Operation Manual

KR-177 HandleidingUser Programs, Pad-knoppen, pedalen
40
Naam van een User Program wijzigen
1.
Houd op de User Program-pagina
[USER≈PROGRAM] ingedrukt en kies het User-geheu-
gen.
2.
Gebruik <> en <®> onderaan het display en
<> en <> links van het display om de gewenste
naam te definiëren.
Een lijst met alle beschikbare karakters vindt u op
blz. 28.
3.
Druk op <Execute>.
User Programs op diskette bewaren
In de KR-177 kunt u 32 User Programs kwijt (inclusief
de Manual-instellingen). Deze 32 programmas vor-
men één “Set”. Een diskette biedt plaats aan 99 derge-
lijke sets.
Denk eraan: u kunt enkel voor de KR-177 geformat-
teerde diskettes gebruiken. Als u een nieuwe diskette
wilt gebruiken, moet u die eerst formatteren (zie
blz. 30).
1.
Zorg dat het schrijfbeveiligingsnokje op de diskette
in de stand “Write” staat en steek de diskette in de
drive.
2.
Druk op [USER≈PROGRAM].
U komt nu op de User Program-pagina terecht.
3.
Druk op <Disk...>.
4.
Kies met <> en <> het gewenste nummer.
U kunt gelijk welk nummer van 1 tot 99 kiezen. Num-
mers waarvoor er reeds data op de diskette staan wor-
den geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één van deze
nummers, dan worden de aanwezige data overschre-
ven.
5.
Gebruik <> en <®> onderaan het display en
<> en <> links van het display om de gewenste
naam te definiëren.
Een lijst met alle beschikbare karakters vindt u op
blz. 28.
6.
Druk op <Save> rechts onder het display.
Opgelet: Druk op [EXIT] om het opslagcommando te annule-
ren.
User Programs van diskette laden
1.
Steek de diskette met de benodigde instellingen in
de drive.
2.
Druk op [USER≈PROGRAM].
U komt nu op de User Program-pagina terecht.
3.
Druk op <Disk...>.
4.
Kies met <> en <> rechts van het display het
gewenste nummer.
5.
Om de instellingen te laden drukt u op <Load>
onderaan het display.
Opgelet: Vergeet niet dat bij het laden van een User Pro-
gram Set alle 32 interne geheugens worden overschreven.
Misschien wilt u deze eerst opslaan (zie hierboven)…
Opgelet: Druk op [EXIT] als u toch liever niets wilt laden.
11.2 Functies aan de Pad-
knoppen toewijzen
Aan de twee Pad-knoppen op het frontpaneel kunt u
functies toewijzen die u tijdens het spelen vaak nodig
hebt. Als u een functie hebt toegewezen, volstaat een
simpele knopdruk om ze te activeren.
1.
Druk in het basisscherm op <PAD/PEDAL>.
2.
Kies met <> en <> naast het display de func-
ties voor “Pad 1” en “Pad 2”.
Druk op [EXIT] als u deze pagina wilt verlaten zonder
een functie te kiezen.
Hieronder krijgt u een overzicht van de mogelijke
functies:
Leading Bass — Schakelt de Leading Bass-functie in
of uit. Tijdens de weergave van de Arranger gebruikt
de begeleiding normaal de grondnoot van het
gespeelde akkoord als basnoot. Schakelt u de Leading
Bass-functie in, dan wordt de laagste noot, die u op
het linker klaviergedeelte aanslaat, gebruikt als bas-
noot. Telkens als u een andere inversie van het
akkoord speelt, krijgt u dus een andere basnoot te
horen.
Opgelet: Als u deze functie aan een pedaal toewijst, is ze
alleen actief wanneer u het pedaal intrapt.