Gebruikershandleiding 201a Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld: “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” en “Belangrijke opmerkingen” (p.2, 3; p.4, 5) zorgvuldig door. In deze secties vindt u belangrijke informatie over de juiste bediening van dit apparaat. Daarnaast dient de volledige gebruikershandleiding gelezen te worden, zodat u een goede indruk krijgt van alle mogelijkheden die uw nieuwe apparaat te bieden heeft.
USING THE UNIT SAFELY HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en WAARSCHUWING VOORZICHTIG VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt.
WAARSCHUWING VOORZICHTIG 001 101 • Zet direct de stroom uit, haal de adapter uit het stopcontact en breng het apparaat naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service centrum of erkende Roland distributeur, zoals vermeld op de Informatie pagina als: • de adapter of het netsnoer beschadigd zijn; of • objecten in het apparaat zijn gevallen of vloeistof op het apparaat is gemorst; of • het apparaat in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden); of • het apparaat niet normaal li
BELANGRIJKE OPMERKINGEN 291a Naast de onderdelen bij ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’ en ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ op pagina’s 2 - 3, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen: Stroomvoorziening • Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit waar apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken. • De adapter zal na urenlang gebruik hitte gaan genereren.
Belangrijke opmerkingen Data opslaan • Systeeminstellingen • Alle opgeslagen patronen (User Patterns) Patronen opslaan Nadat u een patroon in de stap sequencer heeft bewerkt of opgenomen, moet u uw werk in het interne user geheugen van de MC-09 of op een geheugenkaart opslaan, als u dit wilt bewaren. Als u de stroom uitzet, zonder uw werk op te slaan, zullen uw instellingen en het opgenomen materiaal verloren gaan.
Inhoud BELANGRIJKE OPMERKINGEN ........................................................... 4 Data opslaan................................................................................................................................................ 5 Over het beeldscherm ................................................................................................................................ 5 De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) .........................................................
Inhoud Een geheugenkaart gebruiken............................................................ 58 Geheugenkaarten die met de MC-09 gebruikt kunnen worden........................................................ 58 Waarschuwingen bij gebruik van een geheugenkaart........................................................................ 58 Een geheugenkaart formatteren.............................................................................................................
Namen van onderdelen en wat ze doen Voorpaneel fig.04-1 10 9 12 1 13 14 2 3 4 5 11 16 6 7 17 18 15 20 23 21 19 27 28 24 29 30 25 31 32 26 22 33 34 8 Algemene Sectie 7. [KEYBOARD] knop ............................... (p.18) 1. OUTPUT knop .......................................(p.13) Druk op deze knop als u de knoppen [1]–[16] als keyboard wilt gebruiken. Met deze knop wordt het algehele volume bijgesteld. 2.
Namen van onderdelen en wat ze doen 12. [INC], [DEC] knoppen 22. [SEL] knoppen Gebruik deze knoppen om van patroon te veranderen of om verscheidene waardes in te stellen. Gebruik deze knoppen om de onderdelen (part(s)) te selecteren waarop u een effect of Loop Merge wilt toepassen. 13. [LEAD] knop .......................................(p.14) 23. [LOOP MERGE] knop .......................... (p.
Namen van onderdelen en wat ze doen Achterpaneel fig.04-2 8 7 6 5 4 3 2 1 10 9 1. POWER schakelaar 2. Steek de geheugenkaart in de geheugenkaart sleuf. Met deze schakelaar wordt de stroom aan en uitgezet. 3. Gebruik de schroeven om de kaartbeveiliger vast te zetten, zoals hieronder wordt getoond. 2. DC IN Jack Sluit hier de bijgeleverde adapter aan. Kaartbeveiliger * Gebruik alleen de adapter die bij de MC-09 wordt geleverd. 3.
Eigenschappen en gebruik Voornaamste eigenschappen • Meng een geluidssignaal met de geluiden van de MC-09. • Pas effecten op een geluidssignaal toe. 4-delige Audio Looper De Audio Looper van de MC-09 lijkt op een kleine sampler, ontworpen voor de creatie van geloopte frases. U kunt een geluidssignaal in elk van de vier gedeeltes opnemen. Tevens kunt u de merge functie gebruiken om meerdere gedeeltes te combineren, om polyfonische loops te creëren.
Aansluitingen maken fig.1-1 CD/MD speler, toetsenbord enz. Extern MIDI apparaat (sequencer, toetsenbord enz.) Netsnoer of adapter MIDI IN MIDI OUT UITGANG L INGANG R INGANG L INGANG R Stereo koptelefoon Harddisk recorder, luidspreker met ingebouwde versterker, keyboardversterker, enz. • Om storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd laag en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat u aansluitingen gaat maken.
Aansluitingen maken • Wanneer de aansluitingen éénmaal zijn voltooid (p.12), zet u de stroom van de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als deze in de verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten. • Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Daarom zal het na opstarten even duren (enkele secondes), voordat het apparaat normaal zal werken. • Zet het volume laag, voordat u de stroom aanzet.
De MC-09 als synthesizer gebruiken –Patronen spelen en creëren Wat is een patroon? Op de MC-09 is een “patroon” een frase van één of twee maten, samen met een geluid waarmee de frase wordt afgespeeld. U kunt de [ ](PLAY) knop gebruiken om een frase af te spelen of de keyboard pads gebruiken om handmatig te spelen. Afhankelijk van de manier waarop een patroon wordt gespeeld of het geluid dat het gebruikt, zijn de patronen van de MC-09 in drie groepen onderverdeeld: LEAD, BASS en RHYTHM.
De MC-09 als synthesizer gebruiken Afspelen Een patroon afspelen Speelt de frase in een patroon. 1 2 3 Zet de stroom aan, en pas het volume van ieder apparaat in uw opstelling aan (p.13). Zorg dat de indicator van de [LEAD] knop verlicht is. Controleer of het volgende in het scherm verschijnt. Dit scherm vertelt u dat patroon “P01” uit de LEAD groep is geselecteerd. Als u op de [ ] knop drukt wanneer een loop in de Audio Looper is opgenomen, zullen het patroon en de loop samen worden afgespeeld.
De MC-09 als synthesizer gebruiken Een patroon selecteren 1 2 Druk op de [LEAD], [BASS] of [RHYTHM] knop om de gewenste patroongroep te selecteren. Controleer of het patroonnummer in het scherm wordt getoond. Op dit moment moeten de BPM, OCT of TONE/TYPE indicators niet verlicht zijn. Als één van deze indicators wel verlicht is, drukt u op de [DISPLAY] knop, totdat de indicator uit gaat. 3 Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een patroon te selecteren.
De MC-09 als synthesizer gebruiken Patronen in de LEAD groep Normaalgesproken is het niet mogelijk om effecten op het afspeelgeluid van het patroon toe te passen. In plaats daarvan hebben de preset patronen van de LEAD groep al een overdrive, distortion, phaser of slicer + ring modulator effect. Om te zien welk effect reeds is toegepast, houdt u de [SHIFT] knop ingedrukt, en drukt u op de stap [16] knop (p.21).
De MC-09 als synthesizer gebruiken De keyboard pads bespelen De stap [1]-[16] knoppen kunnen als een toetsenbord functioneren. Deze knoppen gezamenlijk worden de keyboard pads genoemd. Hiermee kunt u de MC-09 als een synthesizer toetsenbord bespelen. * Wanneer een patroon uit de LEAD of BASS groep is geselecteerd, kunt u geen akkoorden spelen. Indien een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd, kunt u maximaal drie ritme klanken gelijktijdig spelen.
De MC-09 als synthesizer gebruiken 3 Om de Octave Shift instelling te veranderen, drukt u zo vaak op de [DISPLAY] knop, totdat de OCT indicator oplicht. Daarna drukt u op de [INC] of [DEC] toets. * Indien een patroon uit de RHYTHM groep is geselecteerd, kan de Octave Shift instelling niet veranderd worden.
De MC-09 als synthesizer gebruiken Het geluid modificeren De knoppen gebruiken om de instellingen van het geluid te bewerken U kunt zes knoppen gebruiken om de geluidsinstellingen in realtime te bewerken. Welke instellingen door elke knop gewijzigd kunnen worden, is afhankelijk van de groep van het geselecteerde patroon, zoals in de tabel hieronder wordt getoond.
De MC-09 als synthesizer gebruiken 3 Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een andere klank of ritme set te selecteren. Als u van klank verandert, zullen de knoppen en andere instellingen van de betreffende klank in het patroon tot uiting komen. Dit betekent, dat het geluid anders zal klinken, dan bij het originele patroon. * Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zal het patroon naar zijn originele instellingen terugkeren.
De MC-09 als synthesizer gebruiken * Wanneer u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet, zullen deze instellingen naar hun originele waardes terugkeren. Om de nieuwe instellingen te behouden, moet u de Save operatie uitvoeren (p.30). De pan aanpassen Hier wordt uitgelegd, hoe de pan (stereopositie) van een patroon aangepast kan worden. 1 2 Selecteer een patroon. Druk nogmaals op de knop van de geselecteerde groep ([LEAD], [BASS], [RHYTHM]).
De MC-09 als synthesizer gebruiken De transpositie instelling zal in het scherm worden getoond. 4 Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om de transpositie instelling aan te passen. U kunt de toonhoogte in halve stappen over een bereik van één octaaf hoger of lager transponeren. Om de toonhoogte met één halve toon te verhogen, specificeert u “1”. Om de toonhoogte met één halve toon te verlagen, specificeert u “-1”. 5 Druk op de [SETUP] knop om de instelling te voltooien.
De MC-09 als synthesizer gebruiken Voorbereidingen voor opname Of u nu stap opname of TR opname gebruikt, de voorbereidingen zijn hetzelfde. Voordat u met opnemen begint, moet u de lengte van de frase en de nootwaarde die u wilt invoeren aangeven. * De maatsoort van een frase is op 4/4 vastgesteld, en kan niet veranderd worden. 1 Selecteer een patroon (p.16). Indien u stap opname wilt gebruiken, selecteert u een patroon uit de LEAD of BASS groep.
De MC-09 als synthesizer gebruiken U zult naar de Step Edit mode terugkeren. 9 Nu bent u gereed om op te nemen. ga verder met de opnamemethode die u wilt gebruiken. • Een melodie of achtergrond frase creëren ➔ Stap opname (p.25). • Een drumfrase creëren • ➔ TR opname (p.27). Een melodie of achtergrondfrase creëren (Stap opname) * Stap opname is niet mogelijk als u een patroon uit de RHYTHM groep heeft geselecteerd. 10 De [KEYBOARD] indicator moet donker zijn.
De MC-09 als synthesizer gebruiken fig.2-7_80 Druk op de [TIE] knop om een overbinding in te voeren of op de [REST] knop om een rust in te Velocity Gate tijd voeren. Als u op één van deze knoppen drukt, zal de stap automatisch vooruit Velocity: 1-8 Gate tijd: 1-9, - (Slide-on). Slide-on: de noot van de huidige stap zal vloeiend aan de noot van de volgende stap worden verbonden.
De MC-09 als synthesizer gebruiken 18 Om de Step Edit mode te verlaten, drukt u op de [EXIT] of [ ](STOP) knop. Een drumfrase creëren (TR opname) 1 Druk op de [ ](PLAY) knop. “tr.r” (TR Recording) zal kort in het scherm worden getoond, waarna de TR opname zal beginnen. 2 De indicator van de [KEYBOARD] knop moet donker zijn.
De MC-09 als synthesizer gebruiken 5 Als u een noot een accent wilt geven, houdt u de [SHIFT] knop ingedrukt, en drukt u op de [ACCENT] knop. De velocitywaarde zal knipperen. afgespeeld, kunt u met de C3 knop het accent niveau bijstellen. fig.2-8b_80 Knippert 6 Terwijl een patroon uit de BASS groep wordt Gebruik de stap [1]-[16] knoppen om de stap(pen), waarop u een noot wilt invoeren te selecteren. U kunt meerdere stappen invoeren.
De MC-09 als synthesizer gebruiken Een frase bewerken 1 2 Selecteer het patroon dat de frase bevat die u wilt bewerken (p.16). Druk op de [SEQ REC] knop. “St.E” (Step Edit) zal kort in het scherm worden getoond, waarna u naar de Step Edit mode zult gaan. De status van de op dat moment geselecteerde stap zal in het scherm worden getoond. fig.
De MC-09 als synthesizer gebruiken 6 Wanneer u klaar bent met bewerken, drukt u op de [ ](STOP) of [EXIT] knop. U zult de Step Edit mode verlaten. Een patroon opslaan Indien u de inhoud van een patroon heeft gewijzigd, door middel van het bewerken van de klankinstellingen of door opnemen, moet u het patroon opslaan om het te behouden. * Al uw veranderingen zullen verloren gaan als u een ander patroon selecteert of de stroom uitzet voordat het patroon is opgeslagen.
Een loop creëren en afspelen Wat is een loop? De Audio Looper heeft vier onderdelen (parts): part 1 tot en met 4. In ieder part kan een uitvoering van de DSP synthesizer (een patroon uit de LEAD, BASS of RHYTHM groep) of een externe geluidsinvoer worden vastgelegd. De data die in elk part wordt opgenomen, wordt een loop genoemd. Deze loops zullen herhaaldelijk afspelen (dat wil zeggen: “loop”), gesynchroniseerd aan een standaard tempo.
Een loop creëren en afspelen Het proces van het creëren van een loop Deze pagina schetst het proces van het creëren van een loop. fig.3-0 1. Maak voorbereidingen voor het vastleggen De uitvoering van een patroon vastleggen (1) Selecteer het patroon (p.16) (2) Stel het tempo in (p.17) (3) Pas het geluid aan (p.20) De uitvoering van een extern apparaat vastleggen (1) Druk op de [LINE IN] knop (2) Stel het volume van het apparaat dat op de INPUT jacks is aangesloten bij (3) Stel het tempo in (p.
Een loop creëren en afspelen Opnemen (vastleggen) De actie van het opnemen in de Audio Looper wordt capturing (vastleggen) genoemd. U kunt maximaal zes seconden geluid in elk part vastleggen. 1 2 Draai aan de [LEVEL] knop om het volume, waarmee vastgelegd zal worden, bij te stellen. Druk op de [CAPTURE] knop. De indicators van de [CAPTURE] knop zullen verlicht zijn, en de [SEL] knoppen van elk part zullen knipperen, waarmee wordt aangegeven dat de MC-09 gereed is om vast te leggen.
Een loop creëren en afspelen * Het vastleggen zal automatisch na zes seconden stoppen, ongeacht de Capture Quantize instelling. De lengte van de loop corrigeren (Capture Quantize) De timing waarmee u het vastleggen stopt, is een belangrijke factor bij het creëren van een nauwkeurige loop. Als u het vastleggen op de verkeerde tijd stopt, zullen de loop lengte en de timing van de maten afbuigen, en zal het niet mogelijk zijn om de loop nauwkeurig te synchroniseren.
Een loop creëren en afspelen Afspelen 1 Druk op één van de volgende knoppen, om te selecteren hoe u wilt dat het afspelen zal gebeuren. Dan selecteert u het patroon of effectpatroon dat u wilt afspelen. Knop Afspeelmethode [LINE IN] Alleen een loop afspelen Als u een patroon, effectpatroon of loop control patroon heeft geselecteerd, zal dit in synchronisatie met de loop afspelen/stoppen.
Een loop creëren en afspelen Een part tijdelijk stil, en weer hoorbaar maken (mute/unmute) Als u op de [ ](PLAY) knop drukt om een loop af te spelen, zullen alle vastgelegde loops gewoonlijk te horen zijn. U kunt echter de Mute functie gebruiken om specifieke parts tijdelijk stil te maken. 1 Druk op de [STATUS] knop van het part, dat u niet wilt horen, zodat deze knippert. De indicators zullen de status van elk part tonen.
Een loop creëren en afspelen * Als u het tempo van een loop verandert, zodat het minder dan de helft of meer dan het dubbele van het tempo waarmee werd vastgelegd wordt, kan de overgang tussen herhalingen mogelijk niet vloeiend verlopen. De instellingen van part 1 veranderen U kunt de afspeeltoonhoogte en de afspeelregio van het geluid, dat u in part 1 heeft vastgelegd, veranderen.
Een loop creëren en afspelen 5 Om het afspelen van de loop te beëindigen, drukt u op de [ ](STOP) knop. Verschillende part in één part samenbrengen (Loop Merge) U kunt extra parts vrijmaken, door eerder opgenomen parts in één part te combineren. Dit wordt Loop Merge genoemd. fig.
Een loop creëren en afspelen De To indicator zal oplichten, en de [SEL] knoppen van de parts die u niet bij stap 2 selecteerde zullen knipperen. 4 Druk op een [SEL] knop om het part te kiezen, waarin de andere parts samengevoegd zullen worden. De [SEL] knop van het geselecteerde part zal oplichten, en de indicator van de [LOOP MERGE] knop zal knipperen. * Let op, als u een reeds vastgelegd part selecteert, zal de bestaande inhoud gewist worden, en door de loop-merged inhoud vervangen worden.
Een loop creëren en afspelen Inhoud die in een Process Patch wordt opgeslagen • • • • • • • De elf meest recente knop operaties. Instellingen van het patroon, toen u het vastlegde. Volume van het vastleggen Instellingen van part 1. Loop Merge From en To parts. Patrooninstellingen op het moment, waarop u de Process Patch opsloeg. Pan instellingen op het moment, waarop u de Process Patch opsloeg. Eén Process Patch kan in het interne geheugen van de MC-09 worden opgeslagen.
Een effect toepassen De MC-09 biedt vier effecten: filter, isolator, phaser en slicer. U kunt één van deze effecten selecteren, en op de externe invoer of op een loop toepassen. De effect routing specificeren fig.4-1**_80 [SHIFT] + [LINE IN] OUTPUT 1 2 3 4 AUDIO LOOPER INPUT [SHIFT] + [SEL4] Wanneer u een patroon uit de LEAD, BASS of RHYTHM groep heeft geselecteerd, is het niet mogelijk om een effect toe te passen.
Een effect toepassen Het effect aan en uitzetten 1 Druk op de [EFFECTS] knop zodat zijn indicator oplicht. Het effect zal aangezet worden. 2 Om het effect uit te zetten, drukt u op de [EFFECTS] knop, zodat de indicator gaat knipperen. Het effect snel aan of uitzetten U kunt de effect grab functie gebruiken om het effect snel aan of uit te zetten, zoals soms bij een DJ uitvoering wordt gedaan. 1 De indicator van de [EFFECTS] knop moet verlicht zijn of knipperen.
Een effect toepassen Indien één van deze indicators verlicht is, drukt u verschillende malen op de [DISPLAY] knop, totdat de indicator uitgaat. 3 Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om een effect te selecteren. Een “P” voor een nummer geeft een preset effect aan, “U” betekent een user effect en “C” verwijst naar een effectpatroon dat op een geheugenkaart is opgeslagen.
Een effect toepassen zal het niet mogelijk zijn om de waarde van het filter, de phaser of slicer aan te passen. * De aanpassingen die u hier maakt, zijn tijdelijk. Als u de nieuwe instellingen wilt bewaren, moet u deze opslaan (Store) (p.48). * Bij sommige instellingen kunt u de waarde van filter, phaser of slicer aan het standaard tempo synchroniseren. Voor details raadpleegt u de tabel op de volgende pagina. De knop positie kan mogelijk niet met de werkelijke waarde van de instelling overeenkomen.
Een effect toepassen Effect type Slicer 1 2 Parameters die bestuurd kunnen worden Slice niveau Gladstrijken (Smoothing) Synchronisatie Uit — Pan Aan ❍ Pan Uit ❍ — — ❍ Pan Aan — Pan Uit — — — — Smoothing: wanneer de stap sequencer wordt gebruikt voor de besturing van het effect (p.45), creëert dit vloeiende veranderingen tussen elke stap. Synchronisatie: de waarde van het filter, de phaser of slicer zullen aan het standaard tempo worden gesynchroniseerd.
Een effect toepassen fig.4-4_90 Cutoff frequentie 127 0 Stap 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 1 maat Aangezien de snelheid van de Effect Control het standaard tempo zal volgen, kunt u het in samenwerking met een verscheidenheid aan uitvoeringen gebruiken. * Wanneer u Loop Control gebruikt om een loop af te spelen, is het niet mogelijk om Effect Control te gebruiken. Wat u moet doen om Effect Control te gebruiken (1) selecteer een effecttype ......................................................
Een effect toepassen 2 Indien nodig verandert u de effectinstellingen of het effecttype. * Selecteer geen effecttype dat geen Effect Control gebruikt ( , , , , of ). Effect Control instellingen kunnen niet worden gemaakt als u één van deze effecttypes selecteert. 3 Druk op de [SEQ REC] knop. Hierdoor gaat u naar de Step Edit mode, waarin u Effect Control instellingen kunt maken. 4 Druk op de [SETUP] knop. Nu kunt u Effect Control instellingen maken.
Een effect toepassen * De Effect Control instellingen, die u hier maakt, zijn tijdelijk. Als u uw Effect Control instellingen wilt behouden, moet u deze opslaan (p.48). Uw effectinstellingen opslaan Als u uw effectinstellingen of Effect Control instelling wilt opslaan, moet u het effectpatroon opslaan. * Al uw veranderingen zullen verloren gaan als u een ander effectpatroon selecteert of de stroom uitzet voordat u heeft opgeslagen.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) Wat is Loop Control? U kunt de stap sequencer in samenwerking met een loop gebruiken, om de manier, waarop een loop wordt afgespeeld te veranderen. Dit wordt Loop Control genoemd.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) Trigger Bij het afspelen van de loop, zullen de vier parts gezamenlijk worden afgespeeld. Met gebruik van Trigger afspelen, kunt u de vier parts apart laten spelen. U kunt voor elke stap aangeven welk part afgespeeld zal worden. Hiermee kunt u uitvoeringen creëren, gelijkend op de uitvoeringen die door het aanraken van de pads van een sampler worden geproduceerd. fig.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) Loop Control voor realtime uitvoering gebruiken Realtime Pitch uitvoering U kunt de stap[1]-[16] knoppen gebruiken om part 1 op verschillende toonhoogtes af te spelen. * Er zal geen geluid zijn, als u een reeks van één octaaf hoger of lager dan de originele toonhoogte van part 1 overschrijdt. 1 2 Laad de loop, die u wilt afspelen, in part 1 (p.59). Druk op de [LOOP CTRL] knop om zijn indicator te laten oplichten. Loop Control zal aangezet worden.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) Realtime uitvoering met gebruik van Trigger U kunt parts 1-4 afspelen door het indrukken van de stap [1]-[14] knoppen. Dit is handig bij een live uitvoering. 1 2 Laad de loop, die u wilt afspelen, in part 1 (p.59). Druk op de [LOOP CTRL] knop, om zijn indicator te laten oplichten. Loop Control zal aangezet worden. 3 4 5 Druk op de [DISPLAY] knop, zodat de TONE/TYPE indicator oplicht. Druk op de [INC] of [DEC] knoppen, totdat “ scherm verschijnt.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) 5 6 Druk op de stap [1]-[16] knop van de sectie, die u wilt afspelen. Als u klaar bent met de Delen maal 16 uitvoering, drukt u op de [LOOP CTRL] knop, zodat de indicator uitgaat. Een loop met Loop Control afspelen Loop Control is in het patroon of effectpatroon ingesloten.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) 5 Om het afspelen te stoppen, drukt u op de [ ](STOP) knop. Loop Control instellingen maken 1 Selecteer het patroon of effectpatroon, waarvan u de Loop Control instellingen wilt opslaan. Als u een bestaande Loop Control instelling wilt bewerken, selecteert u het patroon of effectpatroon dat deze instelling bevat. 2 Druk op de [LOOP CTRL] knop, zodat zijn indicator oplicht. Loop Control zal aangezet worden.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) 9 Druk op de [EXIT] knop. U zult de voorbereidende instellingen voor Loop Control verlaten. 10 Druk op één van de stap [1]-[16] knoppen om de stap, waar u een waarde voor wilt invoeren, te specificeren. Als u dezelfde waarde voor meerdere stappen wilt invoeren, houdt u de knop voor één stap ingedrukt, en drukt u op de knoppen van de andere stap(pen). * Het is niet mogelijk om meer dan één waarde per stap in te voeren.
Afspelen van een loop veranderen (Loop Control) Uw Loop Control instellingen opslaan Als u de Loop Control instellingen wilt bewaren, moet u het patroon of effectpatroon dat deze instellingen bevat opslaan. * De instellingen zullen verloren gaan als u een ander Loop Control patroon selecteert of de stroom uitzet, voordat u heeft opgeslagen. * De Save operatie kan niet worden uitgevoerd wanneer een patroon of effectpatroon wordt afgespeeld. 1 Druk op de [WRITE] knop.
Over het tempo De MC-09 heeft een enkele tempo instelling, waarmee het afspelen wordt geregeld. Dit wordt het standaard tempo genoemd. Hoewel elk patroon zijn eigen tempo heeft, staat dit los van het standaard tempo. Wanneer u een patroon selecteert, zal het tempo daarvan geladen worden, en dit zal het standaard tempo worden. Het standaard tempo kan binnen een reeks van = 40 tot = 240 worden aangepast. Patroon, effect control en loop control zullen volgens het standaard tempo worden afgespeeld.
Een geheugenkaart gebruiken Geheugenkaarten die met de MC-09 gebruikt kunnen worden Op de MC-09 kunnen commercieel verkrijgbare SmartMedia geheugenkaarten worden gebruikt. Een geheugenkaart wordt echter niet bij het apparaat geleverd. Een geheugenkaart is in een computerzaak of fotozaak verkrijgbaar. Indien u een geheugenkaart koopt, controleer dan of deze aan de volgende drie voorwaarden voldoet: Een geheugenkaart formatteren Deze operatie bereidt de geheugenkaart voor om op de MC-09 gebruikt te worden.
Een geheugenkaart gebruiken 6. Druk op de [WRITE] knop om met het opslaan van de data te beginnen. * Wanneer er in het part waarin geladen zal worden al een loop aanwezig is, zal “ aangegeven. Als u de bestaande data tijdens het laden wilt overschrijven, drukt u op de [ENTER] knop. Indien u besluit de data in een ander part te laden, drukt u op de [EXIT] knop, en herhaalt u de procedure vanaf stap 2. Terwijl de data wordt opgeslagen, zal “ ” in het scherm worden getoond.
Een geheugenkaart gebruiken 4. Gebruik de [INC] en [DEC] knoppen om het bestandsnummer dat u wilt laden te selecteren. Details over systeeminstellingen vindt u in de “Parameterlijst” (p.71). * Indien u besluit een bestand niet te laden, drukt u op de [SETUP] of de [EXIT] knop. 1. Druk op de [SETUP] knop. 5. Druk op de [WRITE] knop. 2. Druk op de [INC] of [DEC] knop, totdat “ het scherm verschijnt. ” in 3. Druk op de [ENTER] knop.
Externe MIDI apparaten aansluiten Met gebruik van MIDI kabels, om instrumenten die over MIDI aansluitingen beschikken met elkaar te verbinden, kunt u twee of meer MIDI apparaten synchroniseren of deze gelijktijdig besturen. * Voor een uitleg over aan MIDI gerelateerde parameters raadpleegt u “Parameter functies” (p.71). MIDI signaalstroom Het onderstaand diagram toont de signaalstroom van MIDI berichten binnen de MC-09. fig.
Externe MIDI apparaten aansluiten Een extern MIDI apparaat besturen Een externe MIDI sequencer synchroniseren U kunt de knoppen en keyboard pads van de MC-09 bedienen, om op een extern MIDI apparaat van geluid te veranderen of de instellingen te wijzigen. Hier wordt uitgelegd, hoe een externe sequencer in synchronisatie met het tempo van de MC-09 kan worden afgespeeld. 1. Stel de MC-09 en het externe MIDI apparaat op hetzelfde MIDI kanaal in (p.61).
Externe MIDI apparaten aansluiten De MC-09 als de slave gebruiken De MC-09 vanaf een extern MIDI apparaat besturen Het apparaat dat MIDI berichten verzendt, wordt de master genoemd, en het apparaat dat de berichten ontvangt wordt de slave genoemd. Hier ziet u hoe u de MC-09 als de slave, en het externe MIDI apparaat als de master kunt gebruiken.
Externe MIDI apparaten aansluiten Stel uw externe MIDI apparaat in, zodat dit het juiste type MIDI bericht zal verzenden. Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw apparaat. De MC-09 met uw computer gebruiken 9. Verzend het juiste type MIDI bericht van uw externe MIDI apparaat, om de MC-09 te besturen. Door de MC-09 in samenwerking met MIDI sequencer software op uw computer te gebruiken, kunt u de MC-09 als een synthesizermodule of controller gebruiken.
Externe MIDI apparaten aansluiten 10. Druk op de [INC] of [DEC] knop, totdat “ (OFF) in het scherm wordt aangegeven. ” Met deze instellingen zal de MC-09 MIDI berichten van uw computer ontvangen, en zal de DSP synthesizer (patroonklank/ritme set) klinken. 11. Druk op de [SETUP] knop om de instellingen te voltooien. zal in het scherm worden getoond. 9. Stop de opname op uw externe MIDI sequencer. 10. Druk op de [EXIT] knop om de bulk dump te voltooien.
Hoe de MC-09 is opgebouwd Geluidssignaal stroom fig.block_95 INPUT jack LINE IN Send LEVEL knop LINE IN Return OUTPUT OUTPUT knop jack 1 4 Looper RHYTHM BASS LEAD EFFECTS DSP SYNTH Part Send Level Pan AUDIO LOOPER Part Return : Stereo : Mono DSP synthesizer Stap sequencer Deze sectie produceert het geluid, en gedraagt zich als een effectprocessor tijdens de verwerking van het geluid. Deze produceert geluid wanneer het door de stap sequencer of keyboard pads wordt gespeeld.
Wat de knoppen doen Algemene staat MODE C1 knob LINE IN Overdrive/ Distortion C2 knob C3 knob — — — OSC tune * Drive Tone CUTOFF knob RESO knob DECAY knob [INC]/[DEC] — — — — Cutoff frequency Resonance Filter envelope decay time Tone (DISPLAY=TONE/ TYPE) Phaser Rate Depth Resonance Slicer+ Ring modulator Rate Gate time Ring frequency BASS OSC tune * Filter envelope depth Accent Cutoff frequency Resonance Filter envelope decay time Tone RHYTHM — — — Bass drum level
Parameterlijst DSP synthesizer parameters Algemeen voor LEAD en BASS 1 Parameter Range Controller Parameterfunctie LFO rate 0–120, note value [SHIFT] + STEP [1] Specificeert de LFO snelheid. Wanneer een nootwaarde is geselecteerd, zal de Lfo aan het tempo synchroniseren. LFO waveform TRI, SQR, SAW, S-H [SHIFT] + STEP [2] Selecteert de LFO golfvorm. OSC waveform TRI, SAW, P10–P30, P1S–P3S, P1D–P3D [SHIFT] + STEP [3] Selecteert de oscillator golfvorm.
Parameterlijst LEAD Overdrive/ Distortion Parameter Range Controller Parameterfunctie OSC tune -1–1 (oct) C1 knob Past de toonhoogte van de oscillator aan. Drive 0–127 C2 knob Specificeert de mate van vervorming. Tone -64–63 C3 knob Past de helderheid van het geluid aan. Rate 0–127 (PH1/3), note value* (PH2/4) C1 knob Specificeert de modulatiesnelheid (PH1/3) Specificeert de modulatiesnelheid als een nootwaarde (PH2/4) Depth 0–127 C2 knob Specificeert de diepte van de modulatie.
Parameterlijst EFFECTEN Filter Wijzigt de helderheid van het geluid. Parameter Range Controller Parameterfunctie Rate 0–127, note value* C1 knob Specificeert de snelheid van modulatie. Indien op een nootwaarde ingesteld, zal de modulatiesnelheid aan het tempo gesynchroniseerd worden. Cutoff frequency 0–127 C2 knob Specificeert de frequentie (cutoff frequentie) waarop het filter in werking treedt. Resonance 0–127 C3 knob Benadrukt de regio in de buurt van de cutoff frequentie.
Parameterlijst Systeemparameters fig.99-1 Werking Parameter Selecteer de parameter Bevestig de parameter Instelling Display : Setup Beeindig de instelling Range Parameterfunctie Transpose -12–12 Transponeert Tuning 427.4–452.6 (Hz) Past de stemming aan. Sync mode INT, SLAVE, REMOTE Specificeert de tempo referentie voor synchronisatie. Sync out OFF, ON Specificeert of aan synchronisatie gerelateerde MIDI berichten al dan niet verzonden zullen worden.
Probleemoplossing Wanneer er geen geluid is of de MC-09 niet werkt zoals u verwacht, controleert u alstublieft eerst de onderstaande punten. Als het probleem hiermee niet is opgelost, raadpleegt u uw handelaar of een Roland Service Centrum in uw omgeving. * Roland Corporation neemt geen enkele verantwoording wat betreft het herstel van elke willekeurige opgenomen inhoud. Probleem Oorzaak Actie Werkt niet zoals het hoort/Stroom gaat niet aan De bijgeleverde adapter wordt niet gebruikt.
Storingsmeldingen Wanneer u een onjuiste handeling uitvoert of als de data niet volgens uw specificaties verwerkt kon worden, zal een storingsmelding worden weergegeven. Raadpleeg de uitleg van de betreffende storingsmelding en onderneem de juiste actie. Boodschap Oorzaak Actie E01 Een groot aantal MIDI berichten werd in één keer ontvangen, en de verwerking kon niet voltooid worden. Reduceer de hoeveelheid data, die verzonden wordt. E02 Er is een probleem met de MIDI kabel verbinding.
Phrase Lab MIDI Implementatiekaart Model MC-09 Verzonden Functie Basic Channel Default Changed 1—16 1—16 Mode Default Messages Altered Mode 3 OMNI OFF, POLY Velocity After Touch Key’s Channel’s 0—127 ************** O X X X X Pitch Bend 1—16 1—16 Mode 3 Mode 3 0—127 0—127 O X X X O *1 0, 32 1 7 10 65 O X O O O O O O O O *1 *1 *1 *1 16—19 16 17 18 74 71 83 O O O O O O O X O O O O O O *1 *1 *1 *1 *1 *1 O O 0—127 *1 ************** System Exclusive O O *1 : Song Position System
Specificaties MC-09: Phrase Lab DSP Synthesizer • Aantal parts 1 • Maximale polyfonie LEAD, BASS: 1 RHYTHM: 3 • Preset klanken LEAD: 128 BASS: 128 RHYTHM: 10 • Effecten Type FILTER, ISOLATOR, PHASER, SLICER Aantal types 30 LEAD groep OVERDRIVE, DISTORTION, PHASER, SLICER = RING MODULATOR Stap Sequencer • Aantal stappen 32 (maximum) • Resolutie Zestiende noot • Tempo Kwartnoot = 40 tot 240 • Preset patronen LEAD: 40 BASS: 60 RHYTHM: 100 EFFECT: 30 • User patronen LEAD, BASS, RHYTHM, EFFECT: totaal 2
Geluidslijst Preset patroon (LEAD groep) Preset patroon (BASS groep) No. patroonnummer T L S L Ctrl No. patroonnummer T L S T No.
Geluidslijst Preset patroon (RHYTHM groep) No.
Geluidslijst Preset patroon (EFFECTS groep) LEAD/BASS klank No. patroonnummer T No.
Geluidslijst No.
Memo 80
Memo 81
Index A Afspelen Effect Control .............................................................. 46 Loop.............................................................................. 35 Loop Control patroon ................................................ 53 Patroon ......................................................................... 15 Process Patch ............................................................... 40 Afspeeltoonhoogte ..........................................................
Index Q Quantize vastleggen ....................................................... 34 R Ritme set ........................................................................... 14 Ritme klank ...................................................................... 14 S Setup mode ...................................................................... 24 Slave .................................................................................. 63 Slide-on .........................................................
Werkingsoverzicht Uitvoering Uitvoeringsmethode Knoppen Speel LEAD/BASS/RHYTHM patroon Speel LEAD/BASS/RHYTHM patroon (zonder frase afspelen) Speel LEAD/BASS/RHYTHM samen met een extern apparaat Pas effecten op loop en/of extern apparaat toe Invoer extern apparaat Loop afspelen met gebruik van Loop Control Vastleggen Selecteer het part Maak quantisatie instellingen voor vastleggen Start het vastleggen Stop het vastleggen Opnemen Voorbereidingen maken Selecteer het patroon Begin met voorbereidin
Werkingsoverzicht Bewerk een frase in een patroon Selecteer het patroon Begin met bewerken Selecteer de stap Voer de waarde in Stop met bewerken Maak Effect Control instellingen Selecteer het effectpatroon Begin met het maken van instellingen Selecteer de stap Voer de waarde in Specificeer de Stel de stapeenheid Control lengte van en het aantal stappen in het effect Instellingen voltooid Herhalen Maak Loop Control instellingen Selecteer het type Loop Control Selecteer de stap Voer de waard
Blanco kaart LEAD RHYTHM BASS EFFECTS 86
Blanco kaart 87
Voor EU Landen Dit product voldoet aan de eisen van de Europese Standaard 89/336/EEC. For the USA FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.