rd-700 stage piano Nederlandstalige handleiding
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland RD-700. Gelieve de volgende pagina’s aandachtig te lezen, alvorens dit toestel te gebruiken: * VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL * BELANGRIJKE OPMERKINGEN Deze pagina’s bevatten belangrijke informatie over de correcte bediening van dit toestel. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuw toestel goed begrijpt, dient u deze gebruiksaanwijzing in haar geheel te lezen. Bewaar ze ter referentie. Copyright © 2001 Roland Benelux N.V.
eilig gebruik van het toestel VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN Over WAARSCHUWING en Over de Symbolen OPGEPAST Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Waarschuwing Opgepast 014 101a ¥ Bescherm het toestel tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!) ¥ Plaats het toestel zodanig dat een goede ventilatie gewaarborgd blijft. .......................................................................................................... 015 ..........................................................................................................
Belangrijke opmerkingen 291b Gelieve naast de items onder “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” (p. 3-4), ook de volgende zaken in acht te nemen: Stroombron Bijkomende voorzorgen 301 551 ¥ Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem). ¥ Hou er rekening mee dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk kan verloren gaan als gevolg van een defect of van het onjuist bedienen van dit toestel.
Voornaamste eigenschappen Progressive Hammer Action Organ Tone Wheel-klankgenerator De RD-700 is uitgerust met een ÒProgressive Hammer ActionÓ-klavier, een nieuwe en nog geavanceerdere versie van Roland's populaire klavier, dat even comfortabel en natuurlijk aanvoelt als het klavier van een vleugelpiano. De elementaire percussie- en damper-functies, welke zorgen voor de subtiele aanslagveranderingen tussen de registers van het klavier, werden eveneens verbeterd.
Inhoud Veilig gebruik van het toestel ................................................................................... 3 Belangrijke opmerkingen .......................................................................................... 5 Voornaamste eigenschappen ................................................................................... 6 Inhoud ......................................................................................................................... 7 Voor- en achterpaneel ......
Inhoud Het geluid ruimer laten klinken (CHORUS-knop).............................................................................. 45 De toonhoogte in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel) ........................................... 46 De lage, midden- en hoge tonen regelen (EQUALIZER) ................................................................... 46 Handige functies gebruiken tijdens het spelen.....................................................
Inhoud Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT])........................................... 66 Instelbare parameters............................................................................................................................... 66 Parameters instellen...................................................................................................................... 67 Systeeminstellingen maken (System) ...........................................................................
Inhoud De Arpeggiator instellen (Arpeggio)..................................................................................................... 81 Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 81 Het tempo regelen (Tempo)......................................................................................................... 82 Parts kiezen voor de ArpeggioÕs (Dest. Part) ...................................................
Inhoud Problemen oplossen................................................................................................ 97 Foutmeldingen/Andere boodschappen ............................................................... 101 Foutmeldingen ............................................................................................................................ 101 Andere boodschappen ...............................................................................................................
Voor- en achterpaneel Voorpaneel 2 6 7 9 CONTROL 1 1 3 4 5 VOLUME-regelaar 8 6 PART SWITCH/LEVEL Hiermee regelt u het globale volume dat wordt uitgestuurd door de OUTPUT jacks en de PHONES jack (p. 22) op het achterpaneel. Hiermee schakelt u het geluid van de parts in en uit (PART SWITCH), en regelt u het volumeniveau voor elke part (PART LEVEL slider) (p. 43). 2 Wanneer [MIDI TX] aan staat, stuurt u hiermee de parts van de externe MIDI-klankgenerator aan (p. 60).
Voor- en achterpaneel 10 12 13 11 9 14 15 DISPLAY 14 FUNCTION Hier ziet u de Tone-namen en de waarden van allerlei instellingen, enz (p. 29). [EDIT] 10 CURSOR [ [WRITE] ], [ ], [ ], [ ] Hiermee bladert u door de schermpaginaÕs en verplaatst u de cursor (p. 30). 11 [DEC/NO], [INC/YES]/[ENTER] Druk hierop als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 66). Hiermee slaat u de huidige instellingen op in ÒSetupÓ (p. 54).
Voor- en achterpaneel Achterpaneel 2 5 4 1 THRU MIDI OUT 6 IN DAMPER PEDAL FC 1 7 FC 2 R OUTPUT L(MONO) 8 PHONES BALANCED TIP HOT RING COLD SLEEVE GND 3 1 GND-aansluitpunt Sluit hier een aardingskabel (optioneel) aan wanneer de omstandigheden dit vereisen. Afhankelijk van de omgeving waarin het toestel is opgesteld, kan het oppervlak van het paneel soms ruw en korrelig aanvoelen. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volledig onschadelijk is.
Voorbereidingen Een Wave Expansion Board installeren U kunt twee optionele Wave Expansion Boards (SRX-series) installeren in de RD-700. Wave Expansion Boards bevatten Wave data, Patches en Rhythm Sets. Door de RD-700 met deze boards uit te rusten, kunt u uw klankenarsenaal aanzienlijk uitbreiden.
Voorbereidingen Boards van de SRX-serie installeren 1 2 Schakel de RD-700 en alle erop aangesloten toestellen uit voordat u een Wave Expansion Board installeert. Verwijder de schroeven die aangeduid zijn in de onderstaande afbeelding van het achterpaneel van de RD-700. Verwijder vervolgens het afdekplaatje. fig.Q-02.
Voorbereidingen 4 Gebruik de sleutel die bij het Wave Expansion Board geleverd wordt om de pinnen in de LOCK-positie te zetten, zodat het board op zÕn plaats blijft zitten. fig.Q-06.e LOCK Voorbereidingen Sleutel 5 Bevestig het afdekplaatje opnieuw met de schroeven die u in stap 2 verwijderde.
Voorbereidingen De geïnstalleerde Wave Expansion Boards controleren Als de Wave Expansion Boards ge•nstalleerd zijn, controleer dan of ze correct herkend worden. Hoe u de klanken van een Wave Expansion Board kiest, leest u in “Selecting Wave Expansion Board Tones” (p. 39). fig.panel Voorbereidingen CONTROL 2 1 2 Zet het toestel aan, zoals beschreven in “Het toestel aanzetten” (p. 21). Houd EXPANSION [A] of [B] enkele seconden ingedrukt.
Voorbereidingen De RD-700 aansluiten op externe apparatuur De RD-700 beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren, moet u dus audio-apparatuur (bv. een monitor speaker of een stereo-installatie) aansluiten, of een hoofdtelefoon gebruiken. * Audiokabels, MIDI-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet inbegrepen. Raadpleeg uw Roland dealer als u zulke accessoires wenst aan te schaffen.
Voorbereidingen 2 3 Sluit de bijgeleverde AC-stroomkabel aan op de RD-700 en stop het andere eind met de stekker in een AC-stopcontact. Gebruik een stereo Verbind de RD-700 met het externe toestel. Gebruik audiokabels om audio-apparatuur aan te sluiten, zoals een versterker of luidsprekers. Gebruik MIDI-kabels om MIDI-apparatuur aan te sluiten. Als u een hoofdtelefoon gebruikt, plug hem dan in op de PHONES jack. Sluit indien nodig pedaalschakelaars en expressiepedalen aan.
Voorbereidingen Het toestel in- en uitschakelen Als u klaar bent met de aansluitingen, zet dan uw toestellen aan in de opgegeven volgorde. Als u de toestellen in de verkeerde volgorde inschakelt, dan loopt u het risico op . Het toestel aanzetten 1 Zet de VOLUME Slider helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten. Zet ook het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur dicht. fig.
Voorbereidingen Het toestel uitschakelen 1 Zet de VOLUME Slider helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te schakelen. Zet ook het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur dicht. 2 Voorbereidingen 3 Schakel de aangesloten externe toestellen uit. Druk op het onderste deel van de [POWER]-schakelaar, achteraan op de RD-700. Het toestel schakelt uit. fig.00-07 Het volume regelen fig.00-08 1 Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar.
Voorbereidingen De fabrieksinstellingen oproepen (Factory Reset) Wanneer u de RD-700 voor de eerste maal gebruikt, roep dan de fabrieksinstellingen op zodat de RD-700 werkt zoals beschreven in de procedures in de handleiding. NOTE Deze handeling wist de Setup-instellingen (p. 54) uit. Als u data uit het interne geheugen wil behouden, voer dan de Opmerkingen Schakel het toestel nooit uit tijdens een Factory Reset (zolang ÒNow, ExecutingÓ in de display staat).
Voorbereidingen fig.utility1.eps_150 4 Selecteer ÒFactory Reset AllÓ met CURSOR [ 5 Druk op CURSOR [ ]. ]. Er verschijnt een scherm zoals het onderstaande. Voorbereidingen fig.utility1.eps_150 Om de Factory Reset te annuleren, drukt u op [DEC/NO]. 6 Druk op [INC/YES]. Er verschijnt een vraag om te bevestigen. fig.LCD_150 Om de Factory Reset te annuleren, drukt u op [DEC/NO]. 7 Druk nogmaals op [INC/YES] om de Factory Reset-handeling te starten.
Voorbereidingen Het Display-contrast regelen (LCD Contrast) De display kan soms moeilijk leesbaar zijn onmiddellijk na het opstarten of na langdurig gebruik; de oorzaak kan ook bij de lichtcondities liggen. Volg de onderstaande stappen om het contrast van de display te regelen. De LCD CONTRASTinstelling geldt voor de gehele RD-700 (d.w.z. het is een systeeminstelling). Deze instelling blijft ook bewaard als het toestel uit staat. fig.
Voorbereidingen 6 Druk op [EDIT] zodat de indicator uitgaat. U keert terug naar het Tone-scherm. Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune) Als u een zuivere sound wil wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, dan moet u zorgen dat de basistoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Meestal wordt de stemming van een instrument aangegeven door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste ÒAÓ-noot.
Voorbereidingen CONTROL 4 4 5 6 ] de cursor op de ÒMaster TuneÓ- Kies met [INC/YES] of [DEC/NO] de waarde (415.3Ð440.0Ð 466.2). Als u [INC/YES] ingedrukt houdt en op [DEC/NO] drukt, neemt de waarde sneller toe. Als u [DEC/ NO] ingedrukt houdt en op [INC/YES] drukt, neemt de waarde sneller af. Druk op [EDIT] zodat de indicator uitgaat. U keert terug naar het Tone-scherm. 27 Voorbereidingen 6 Plaats met CURSOR [ parameter.
Overzicht van de RD-700 Basisstructuur van de RD-700 De klanken De RD-700 kan ingedeeld worden in twee delen: een Wanneer u de RD-700 gebruikt, merkt u dat er verschillende keyboard controller-gedeelte en een klankgenerator- termen gebruikt worden wanneer het over klanken gaat. gedeelte. De twee delen zijn intern met elkaar verbonden via Hieronder leggen we kort uit wat er precies bedoeld wordt. MIDI. fig.
Overzicht van de RD-700 Basisbediening van de RD-700 fig.00-G5 De hoofdschermen Het Tone-scherm (Basisscherm) De namen van de Tones die momenteel geselecteerd zijn voor de Local Parts, verschijnen hier. Dit is het scherm dat normaal veschijnt. Het Rhythm/Arpeggio-scherm Als u op CURSOR [ Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, om de RD-700 optimaal in te stellen om piano te spelen, dan verschijnt dit scherm. ] drukt wanneer het Tone-scherm in de display staat, gaat de RD-700 over naar dit scherm.
Overzicht van de RD-700 De Functietoetsen Door de Display-pagina’s bladeren fig.00-G6 Als er pijltjes (Ò Ó en Ò Ó) rechts bovenaan in het scherm verschijnen, dan betekent dit dat er nog bijkomende paginaÕs zijn in de richting van de pijltjes. U kunt door de schermen bladeren met CURSOR [ [ [EDIT] ] en ]. fig.00-G8 Als u op [EDIT] drukt zodat de indicator oplicht, dan gaat u naar ÒEdit mode.Ó In Edit mode kunt u gedetailleerde instellingen maken voor allerlei functies.
Overzicht van de RD-700 [DEC/NO], [INC/YES] Als u op [INC/YES] drukt, neemt de waarde toe, en als u op [DEC/NO] drukt, neemt de waarde af. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde toe- of afnemen. Om de waarde sneller te vermeerderen, houdt u [INC/YES] ingedrukt en drukt u op [DEC/NO]. Om de waarde sneller te verminderen, houdt u [DEC/NO] ingedrukt en drukt u op [INC/YES].
De Demo’s beluisteren (DEMO PLAY) De demo songs kunt u als volgt beluisteren. De RD-700 bevat een aantal interne demo songs waarin de speciale mogelijkheden van dit instrument tot uiting komen. NOTE Alle rechten voorbe- Nr. Naam v/d song Componist/Copyright houden. Ongeoorloofd 01. 02. 03. 04. 05. 06.
Spelen op het klavier Piano spelen (One Touch [Piano]) Laten we nu eens proberen piano te spelen. Op de RD-700 kunt u met ŽŽn druk op de knop de optimale instellingen voor een piano performance oproepen. fig.panel CONTROL 1 1 Druk op ONE TOUCH [PIANO]. fig.LCD De performance-instelling (Single Mode ➔ p. 39) wordt geselecteerd als piano tone voor het gehele klavier. Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, worden alle instellingen behalve de Piano Editinstellingen (p.
Spelen op het klavier Spelen met een hele reeks Tones De RD-700 bevat 468 Tones. Tones zijn individuele klanken. Tones worden toegewezen aan de TONE SELECT-toetsen volgens de geselecteerde Tone-categorie. Meer info over de interne tones van de RD-700 vindt Probeer tijdens het spelen een aantal verschillende Tones uit. u in de “Lijst van de Tones” (p. 133). fig.panel CONTROL 1 1 3 Druk op ONE TOUCH [PIANO]. Nu speelt u op het gehele klavier met dezelfde Tone.
Spelen op het klavier Een Tone kiezen door het Tone-nummer in te geven ([NUM LOCK]) Elke individuele Tone heeft een verschillende Tone-nummer. U kunt Tones kiezen door met de TONE SELECT-toetsen het overeenkomstige Tone-nummer in te geven. Zet [NUM LOCK] aan wanneer u cijfers wil invoeren met de TONE SELECT-toetsen. Meer info over de interne Tones van de RD-700 vindt u in de “Lijst van de Tones” (p. 133). fig.panel CONTROL 1 1 4 Druk op [NUM LOCK] zodat de indicator oplicht.
Spelen op het klavier Met een Rhythm Set spelen Bij de Tones die u met de TONE SELECT-toetsen kunt selecteren, zijn er ook Rhythm Sets. Dit zijn sets met klanken van verschillende percussieinstrumenten en speciale geluidseffecten. Een Rhythm Set selecteren en percussieklanken spelen, doet u als volgt. fig.panel CONTROL 1 1 4 Druk op ONE TOUCH [PIANO]. Hiermee stelt u dezelfde Tone in voor het gehele klavier. 2 Druk op TONE SELECT [RHY/GM2].
Spelen op het klavier Wave Expansion Board Tones U kunt twee optionele wave expansion boards (SRX-serie) in de RD-700 Instructies voor de installeren. installatie van een Volg de onderstaande procedure om Tones van een wave expansion board te kiezen. Expansion Board vindt u in “Een Wave Expansion Board installeren” (p. 15). fig.panel CONTROL 1 1 4 2 Druk op ONE TOUCH [PIANO]. Hiermee stelt u dezelfde Tone in voor het gehele klavier. 2 Druk op EXPANSION [A] of [B] zodat de indicator oplicht.
Spelen op het klavier Tones kiezen zonder op [NUM LOCK] te drukken Tones van expansion boards kunt u kiezen met [NUM LOCK] uit. 1. Druk op EXPANSION [A] of [B] zodat de indicator oplicht. 2. Geef het Tone-nummer in met de TONE SELECT-toetsen. Tones van een Wave expansion board worden als volgt aan de TONE SELECT-toetsen toegewezen. fig.Q1-10 Tone Number 001 011 021 031 041 051 061 071 081 Rhythm Set : : : : : : : : : 010 020 030 040 050 060 070 080 090 091 : 100 101 : 3.
Spelen op het klavier Twee Tones spelen op het klavier De instelling die bepaalt of een toets ŽŽn of twee Tones speelt, noemen we de ÒKey Mode.Ó Er zijn drie Key modes. ● Single: Alle toetsen van het klavier produceren dezelfde Tone. Dit is de normale speelmodus. ● Split: EŽn bepaalde toets vormt de grens (het Òsplit pointÓ) tussen het linker en rechter klaviergedeelte, die beide een verschillende Tone produceren. ● Layer: Er worden twee klanken (Tones) tegelijkertijd gespeeld.
Spelen op het klavier Spelen met twee gelayerde Tones ([LAYER]) fig.panel CONTROL 1,2 1 Druk op [LAYER] zodat de indicator oplicht. PART SWITCH [UPPER1] en [UPPER2] branden. Speel op het klavier. fig.LCD De Tones voor UPPER1 en UPPER2 klinken samen. Spelen 2 Om de Layer mode te verlaten, drukt u nogmaals op [LAYER], en de indicator dooft uit. Op twee TONE SELECT-toetsen tegelijkertijd drukken (Layer Mode) * Laat [NUM LOCK] uit staan wanneer u deze handeling uitvoert.
Spelen op het klavier Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT]) De opsplitsing van het klavier in een linker- en een rechtergedeelte noemen we ÒSplitÓ en de toets die op de scheiding ligt, noemen we het ÒSplit Point.Ó De Split Point-toets hoort bij het UPPER-gedeelte. Het Split Point staat standaard op ÒC4.Ó U kunt het Split Point wijzigen. Zie “Het Split Point van het klavier veranderen” (p. 42). fig.panel CONTROL 1,2 1 Druk op [SPLIT], zodat de indicator oplicht.
Spelen op het klavier Het Split Point van het klavier veranderen In de Split mode kunt u de scheiding tussen het LOWER- en het UPPERgedeelte (het Split Point) verschuiven. 1 Houd [SPLIT] enkele seconden ingedrukt. Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt getoond. fig.LCD 2 U kunt het bereik voor UPPER1, UPPER2 en LOWER vrij instellen. Voor details, zie “De Key Range instellen voor elke Part (Key Range)” (p. 86). Houd [SPLIT] ingedrukt en druk een toets in.
Spelen op het klavier Het volume regelen voor individuele Parts (PART SWITCH/LEVEL) fig.panel CONTROL PART LEVEL Slider PART SWITCH Parts die u op de RD-700 speelt met de interne klankgenerator van het instrument, noemen we de Local Parts. U kunt de PART SWITCHes en de PART LEVEL sliders gebruiken om individuele instellingen te maken, die bepalen of het geluid van de verschillende parts al dan niet gespeeld wordt, alsook voor het volume van de RHYTHM part en de Local Parts (LOWER, UPPER1 en UPPER2).
Spelen op het klavier De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE]) U kunt performances transponeren zonder de vingerzetting te veranderen, of u kunt ook de toonhoogte per octaaf verschuiven. Deze functie heet ÒTranspose.Ó Dit is een handige functie wanneer u de toonhoogte van het klavier moet aanpassen aan de toonhoogte van een zanger, of als u moet spelen van een NOTE Note messages van MIDI partituur voor trompet of andere getransponeerde instrumenten.
Spelen op het klavier Galm toevoegen aan het geluid (REVERB-knop) De RD-700 kan een Reverb-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt. Met de Reverb krijgt u een aangename weergalming op wat u speelt, zodat het net klinkt alsof u in een concertzaal speelt. fig.Q1-25 Meer gedetailleerde informatie over de Reverbeffectinstellingen vindt u in “Reverb-instellingen maken” (p. 76). 1 Regel met de REVERB-knop hoeveel Reverb-effect u wil toepassen.
Spelen op het klavier De toonhoogte in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel) Speel op het klavier en duw de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen, of naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit noemen we Pitch Bend. U kunt ook vibrato toepassen door het hendeltje naar voren te duwen. Dit noemen we Modulation. Als u het hendeltje naar voren duwt en tegelijkertijd naar links of rechts, krijgt u beide effecten tegelijkertijd. fig.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Arpeggio’s maken met de akkoorden die u speelt ([ARPEGGIO]) Door gewoon een akkoord te spelen, kunt u een arpeggio (een akkoord dat noot per noot gespeeld wordt) spelen met de noten waaruit dat akkoord bestaat. U kunt de Part en het toetsbereik voor de arpeggioÕs bepalen. Voor details, zie “De Key Range voor de Arpeggio Performances instellen (Key Range)” (p. 82). fig.panel CONTROL 1,3 1 Druk de toetsen in die hieronder zijn aangeduid. fig.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen De Arpeggio Style veranderen U kunt bepalen hoe een arpeggio wordt gespeeld (de style) zodat hij in verschillende muziekgenres past. 1 Voor meer informatie over arpeggio styles, zie Druk op [ARPEGGIO] zodat de indicator oplicht. “Bepalen hoe de 2 Druk op CURSOR [ scherm te gaan. arpeggio’s gespeeld worden (Style)” (p. 82). ] om naar het Arpeggio/Rhythm- In het Tone-scherm kunt u Het onderstaande Arpeggio/Rhythm-scherm verschijnt.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) De RD-700 beschikt over interne drumpatronen uit Jazz, Rock en diverse Als een Local part en een andere muziekgenres. Deze drumpatronen noemen we ÒRitmes.Ó MIDI TX part gelijktijdig U kunt in gelijk welke key mode de ritmes individueel in- en uitschakelen. U kunt tijdens het spelen de ritmes combineren met diverse functies, gespeeld worden, worden de performances van beide bv. arpeggioÕs spelen terwijl er een ritme loopt.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Het ritmepatroon veranderen U kunt bepalen hoe een ritme gespeeld wordt (het patroon) zodat het in diverse muziekgenres past. 1 Druk op PART SWITCH [RHYTHM] zodat de indicator oplicht. Het ritme begint te spelen. 2 Voor meer informatie over het soort ritmepatronen, zie Druk op CURSOR [ scherm te gaan. “Lijst van de ritmepatronen” (p. 141). ] om naar het Arpeggio/Rhythm- Het onderstaande Arpeggio/Rhythm-scherm verschijnt. fig.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Effecten toepassen op het geluid (MULTI EFFECTS) Naast chorus (p. 45) en reverb (p. 45) kunt u met de RD-700 ook nog ÒmultieffectenÓ toepassen op het geluid. De Multi-effecten bieden een verzameling van 65 verschillende effecten, zoals distortion en rotary, waaruit u kunt kiezen. Voor meer details over de interne effecten, zie de “Effect-/Parameter-lijst” In de fabrieksinstellingen is er aan elke Tone een geschikt effect toegewezen. (p. 102). fig.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP]) De Tone-, effect en andere instellingen voor de Local Parts (p. 28) en de MIDI TX Parts (p. 28) van de RD-700 vormen samen een geheel dat we een ÒSetupÓ noemen. Als u de instellingen van uw voorkeur en de instellingen voor de uit te voeren songs in een Setup hebt opgeslagen, dan kunt u daarna tijdens het spelen hele groepen instellingen veranderen door gewoon een andere Setup te kiezen.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen fig.LCD 4 Speel op het klavier. De [RHYTHM]-indicator De huidige instellingen zijn die van de opgeroepen Setup. knippert als u een Setup Setups kiezen zonder op [NUM LOCK] te drukken Met de TONE SELECT-toetsen kunt u groepen van tien Setups tegelijk selecteert waarvoor Intro/ Ending op ON staat. Druk op [RHYTHM] om het ritme te starten met de Intro. specifi‘ren. 1. Druk op [SETUP] zodat de indicator oplicht. Zet nu [NUM LOCK] uit. 2.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Instellingen opslaan in Setups ([WRITE]) Wanneer de inhoud van een Setup gewijzigd wordt, verschijnt er een asterisk ( Ò*Ó) rechts van de tempo-aanduiding. Als u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wil gebruiken, voer dan de volgende procedure uit om de instellingen op te slaan in een Setup. U kunt ook de naam van een Setup veranderen. U kunt 100 Setups opslaan in de RD-700. fig.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen 5 6 Plaats met CURSOR [ ]/[ de karakters wil invoeren. ] de cursor op de posities waar u Kies de karakters met [INC/YES] of [DEC/NO]. De volgende karakters zijn beschikbaar. Spatie, AÐZ, aÐz, 0Ð9, ! Ò # $ % & Ô ( ) * +, - . / ; : < = > ? @ [ ´ ] ^ _ ` { | } Met EXPANSION [A] voegt u een lege spatie ter grootte van 1 karakter in; met EXPANSION [B] verwijdert u een karakter. 7 Herhaal de stappen 5Ð6 om de naam in te voeren.
Handige functies gebruiken tijdens het spelen Instellingen die niet in de Setup worden opgeslagen De volgende instellingen worden niet mee opgeslagen in de Setup. - Rec-instelling (p. 93) - Positie van de [CONTROL]-knop (waarde) - Systeeminstellingen (p. 67) De Systeeminstellingen worden opgeslagen telkens als er een van deze parameters gewijzigd wordt.
De RD-700 gebruiken als Master-klavier Als u een extern MIDI-toestel aansluit op de MIDI OUT-connector op het achterpaneel van de RD-700, dan kunt u het externe MIDI-toestel aansturen met de RD-700. Normaal stuurt de RD-700 Note messages uit via de MIDI OUT-connector, maar als [MIDI TX] aan staat, kunt u niet alleen Note messages aansturen, maar ook nog diverse andere instellingen voor externe MIDI-toestellen. U kunt interne en externe klankgenerators onafhankelijk aansturen.
De RD-700 gebruiken als Master-klavier Instellingen voor het MIDI-zendkanaal Wanneer u het externe MIDI-toestel hebt aangesloten, stel dan het zendkanaal (Transmit channel) en het ontvangstkanaal (Receive channel) voor alle Partds van de externe MIDI-klankgenerator gelijk. Er wordt slechts geluid geproduceerd als de MIDI-kanalen van het zendtoestel (de RD-700) hetzelfde ingesteld staan als die van het ontvangsttoestel (de externe MIDI- U kunt het zend kanaal van het klavier opslaan in een Setup (p. 54).
De RD-700 gebruiken als Master-klavier Klanken kiezen op een extern MIDI-toestel Om op een extern MIDI-toestel van Tone te veranderen, moet u het program-nummer en de MSB/LSB van de Bank Select-boodschap als een numerieke waarde invoeren op de RD-700. fig.panel CONTROL 2 1 1 Druk op [MIDI TX] zodat de indicator uitgaat. Als ÒMSBÓ niet op het scherm verschijnt, druk dan enkele malen op CURSOR [ ] om het onderstaande scherm op te roepen. fig.
De RD-700 gebruiken als Master-klavier Het volume van elke Part regelen (MIDI TX Part) fig.panel CONTROL PART LEVEL Slider PART SWITCH [MIDI TX] ON Wanneer de [MIDI TX]-indicator brandt, kunt u met de PART SWITCH/ LEVEL controls de MIDI TX parts op dezelfde manier aansturen als de Local parts (p. 28). PART SWITCH Wanneer de [MIDI TX]-indicator brandt, bepaalt PART SWITCH of er al dan niet MIDI Note messages voor elk van de MIDI TX parts verzonden worden vanuit MIDI OUT.
De RD-700 gebruiken als Master-klavier De RD-700 gebruiken als Master-klavier Gedetailleerde instellingen voor verzonden Parts ([MIDI TX]) Nadat u op [MIDI TX] hebt gedrukt, kunt u de volgende parameters voor de MIDI TX parts instellen. fig.LCD 3. Stel de gewenste waarde in met [INC/YES] en [DEC/NO]. Druk tegelijkertijd op [INC/YES] en [DEC/NO] om de waarde op Ò--- (OFF)Ó te zetten. Volume en Pan regelen U kunt voor elke Tone de panning (plaats in het geluidsbeeld) instellen.
De RD-700 gebruiken als Master-klavier NOTE De ondergrens van de key range kan niet hoger ingesteld De Tone Elements wijzigen (ATK/REL/COF/RES) worden dan de bovengrens; u kunt de bovengrens evenmin U kunt wijzigingen aanbrengen in de tones door de lager instellen dan de ondergrens. instellingen van de volgende vier elementen te veranderen.
De RD-700 gebruiken als Master-klavier De toonhoogte naadloos veranderen (Portamento) De aanslaggevoeligheid instellen (Velocity) Portamento is een functie die een vloeiende overgang maakt U kunt instellen hoe sterk het volume verandert in respons tussen de toonhoogtes van opeenvolgende noten. op de kracht waarmee u de toetsen aanslaat (velocity), alsook De Portamento Time-instelling bepaalt hoe snel de toon- de maximale verandering.
Gedetailleerde instellingen maken voor de Piano Tones (Piano Edit) U kunt meer gedetailleerde instellingen maken om de Tones waarmee u speelt wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] Parameters drukt (p. 33) naar uw hand te zetten. Deze functie heet ÒPiano Edit.Ó De pianoklank kiezen De die u in Piano Edit maakt, worden opgeslagen in ONE U kunt bepalen welke piano-tone er geselecteerd wordt TOUCH [PIANO]. wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt. U hebt de keuze uit zestien Tones.
Gedetailleerde instellingen maken voor de Piano Tones (Piano Edit) De ruimtelijke perceptie van het geluid veranderen (Ambience) Door de ambience van het geluid te veranderen, kunt u het De Midrange Equalizer-instellingen maken (EQ-SW/EQ Gain/ EQ Frequency/EQ Q) geluid laten klinken zoals in een grote open ruimte. U kunt de EQ voor het middengebied regelen. Parameter Ambience Waarde 0Ð5 Beschrijving Het effect wordt dieper naarmate de waarde toeneemt.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Het wijzigen van de Tone-parameters om zelf nieuwe Tones te maken en het wijzigen van instellingen voor diverse fig.EditTable.j 4. Tone Edit (P. 77) Tone Reverb Amount Chorus Amount MFX Mono/Poly Coarse Tune Fine Tune Portamento Switch Portamento Time Attack Time Release Time Cutoff Resonance Bend Range Stretch Tune 5. Rhythm Pattern (P. 80) Tempo Pattern Rhythm Type Rhythm Set Rhythm Set Change Intro/Ending 6. Arpeggio (P.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Parameters instellen Systeeminstellingen maken (System) fig.Q5-01 [EDIT]-indicator licht op U gaat naar Edit Mode Functies die invloed hebben op de globale werking van de RD-700, noemen we ÒSysteem-functies.Ó Hoe maakt u de instellingen? 1. Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht. Het Edit Menu-scherm verschijnt. Edit Menu-scherm fig.Editmenu1.eps Kies een menu 2. Selecteer Ò0.SystemÓ met CURSOR [ 3. Roep het Edit-scherm op met CURSOR [ ].
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Voor meer info over de Systeemfunctieparameters, zie de overeenkomstige paginaÕs. Master Tune ➔p. 26 LCD Contrast ➔p. 25 afgebroken worden, hoewel Tone Remain aan staat. De Clock (Timing) Source veranderen (Clock Source) Het volume regelen (Master Volume) Hiermee regelt u het volume voor de gehele RD-700. Parameter Master Volume kiest, ongeacht de Tone Remain-instelling.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Stel het MIDI-ontvangstkanaal in om MIDI-boodschappen (Program Changes) van het externe MIDI-toestel te ontvangen, om van Setup te veranderen. Als u geen Setups wil kiezen vanuit een extern MIDI-toestel, stel dan OFF in. Parameter Control Channel Waarde 1Ð16, OFF De Keyboard Touch instellen (Key Touch) U kunt instellen hoe zwaar of hoe licht het klavier aanvoelt. Hoe maakt u de instellingen? 1. Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) De Key Touch instellen (Key Touch) NOTE Als u met deze parameter buiten het eigenlijke instelbereik Met deze instelling kunt u de respons regelen die u van het gaat (in positieve of negatieve richting), dan verandert de klavier krijgt wanneer u de toetsen aanslaat. waarde voor de Key Touch automatisch mee. Parameter Key Touch Waarde Beschrijving SUPER LIGHT Nog lichter dan LIGHT. LIGHT Het klavier voelt licht aan.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Pedal-, [CONTROL]-knop- en Equalizer-instellingen (Control/EQ) Functies toewijzen aan pedalen (FC1/FC2) Deze instelling bepaalt de functie van de pedaalschakelaars of expressiepedalen (bv. de EV-5) die aangesloten zijn op de U kunt de functies toegewezen aan de pedalen en aan de FC1 en FC2 jacks op het achterpaneel. [CONTROL]-knop, alsook de equalizer-instellingen wijzigen. Parameter Hoe maakt u de instellingen 1.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) De [CONTROL]-knop-instellingen wijzigen (Control/Src) De Equalizer-instellingen wijzigen (Freq/Q) Normaal dient de [CONTROL]-knop om instellingen te De volgende EQUALIZER-instellingen kunt u hier wijzigen. maken voor de multi-effecten (MFX Control), maar ze kan ook dienen voor instellingen die het tempo bepalen, of hoe Parameter Waarde de Tones worden gespeeld.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Simulatie van orgelklanken (Tone Wheel Mode) Als er een van de ÒTone Wheel 1Ð10Ó Tones geselecteerd is voor de Local Parts (UPPER1, UPPER2, LOWER), dan kunt u in ÒTone Wheel modeÓ spelen, waarin de opwekking van orgelklanken gesimuleerd wordt. Een orgel heeft negen Òharmonic barsÓ die u in en uit kunt schuiven. Door verschillende posities van deze drawbars te combineren, kunt u diverse klanken cre‘ren.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) 6. Wanneer u klaar bent met de instellingen, druk dan op Deze Pitch Bend Lever-instelling heeft alleen effect in het Tone Wheel-scherm. De toewijzing van de Feet aan de PART LEVEL Sliders wijzigen (Harmonic Bar) [EDIT], zodat de indicator uitgaat. U keert terug naar het Tone-scherm.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) fig.mfx3-2.eps_150 Parameter 4. Blader door de schermen met CURSOR [ plaats met CURSOR [ ] en [ ] en [ ], en MFX Dest ] de cursor op de Waarde SOURCE PART Het multi-effect wordt enkel toegepast op de part die geselecteerd is in MFX Source. SAME MFX Het multi-effect wordt toegepast op parts waaraan hetzelfde multi-effect is toegewezen als aan de part geselecteerd in MFX Source. ALL PART De multi-effecten worden toegepast op alle parts.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) ingesteld worden. Parameters die niet kunnen worden gewijzigd, worden aangeduid met ÒÑÑÐ.Ó NOTE Sommige multi-effecten hebben parameters die u kunt instellen als een nootwaarde (bv., de STEP RATE-parameter van 16: STEP FLANGER). Wanneer zulke parameters worden toegewezen aan MFX Control en , en er is een nootwaarde opgegeven, dan kan u de waarde niet veranderen met de [CONTROL]-knop.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) tot wanneer u het chorus-geluid hoort. Als Other Prm geselecteerd is, verandert de aanduiding van De delay time wordt langer naarmate deze waarde toeneemt. de overeenkomstige Value en wordt de waarde ingesteld. Waarden: 0.0Ð100.0 Zie “DELAY” (p. 132). Chorus Rate Tone-instellingen (Tone Edit) Hiermee bepaalt u de modulatiefrequentie van de chorus.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) 5. Stel de waarde in met [INC/YES] en [DEC/NO]. toegewezen zijn aan hetzelfde MFX Type als de part die 6. Wanneer u klaar bent met de instellingen, druk dan op voor MFX Source geselecteerd is. [EDIT], zodat de indicator uitgaat. Een ander effect toepassen op de Tone (MFX) U keert terug naar het Tone-scherm. De in te stellen Part kiezen (, Tone) Hier bepaalt u welk multi-effect u op de Tone toepast.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Vloeiende toonhoogteveranderingen (Portamento Switch/Time) Parameter Waarde Release Time -63Ð +63 Hoge waarden geven een langere decay; lage waarden geven een strak afgelijnd geluid -63Ð+63 Hoge waarden geven een heldere klank; lage waarden geven een donker geluid. -63Ð+63 Hoge waarden versterken de speciale eigenschap van de klank; lage waarden verzwakken deze eigenschap.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Het ritme instellen (Rhythm Pattern) Als Clock Source (p. 68) op MIDI staat, verschijnt ÒM:Ó in de display en wordt de RD-700 gesynchroniseerd volgens het De RD-700 bevat interne drumpatronen van o.m. Jazz, Rock tempo van het externe MIDI-toestel. U kunt met de RD-700 en verscheidene andere muziekgenres. Zulk een het tempo niet veranderen wanneer ÒM:Ó in de display staat. drumpatroon noemen we een Òritme.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Een andere Drum Set kiezen (Rhy Set) U kunt voor een ritme een andere drum set (set van drum- en percussieklanken) kiezen. Parameter De functie die u toelaat om arpeggioÕs (akkoorden waarvan de noten na elkaar worden gespeeld i.p.v. samen) te spelen Waarde Rhy Set De Arpeggiator instellen (Arpeggio) Zie “Lijst van de Tones” (p. 133). door gewoon het akkoord aan te slaan, noemen we de ÒArpeggiator.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Het tempo regelen (Tempo) Hiermee stelt u de snelheid van de arpeggio in. Bepalen hoe de arpeggio’s gespeeld worden (Style) Hiermee stelt u de stijl van de arpeggio in. Kies uit de NOTE onderstaande mogelijkheden. De RD-700 heeft slechts ŽŽn tempo-instelling. U kunt deze wijzigen in de tempo display in het Tone-scherm; of u kunt ook de tempo-instelling van het ritme veranderen (p. 80). Parameter Tempo Parameter Als Clock Source (p.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Parameter Waarde REGGAE Style Beschrijving Reggae-achtige style. Effectief wanneer u 3 noten aanhoudt. PERCUSSION Geschikte sytle voor percussie-instruments. HARP De speelstijl van een harp. SHAMISEN De speelstijl van een Shamisen. BOUND BALL Style die doet denken aan een stuiterende bal. RANDOM Een style waarbij de noten in willekeurige volgorde klinken. BOSSA NOVA Ritmische strumming van de gitaar in bossa nova-stijl.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Param Waarde DUAL UP& DOWN De noten die u indrukt, klinken per twee, eerst van laag naar hoog en dan terug van hoog naar laag. DUAL RANDOM De noten die u indrukt, klinken per twee, in willekeurige volgorde. TRIPLE UP De noten die u indrukt, klinken per drie, van laag naar hoog. TRIPLE DOWN De noten die u indrukt, klinken per drie, van hoog naar laag.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) fig.5-6-4 Shuffle Rate = 50% 50 50 50 Shuffle Rate = 90% 50 90 10 90 10 Instellingen voor Keyboard Part en Controllers (Local Part Param) De zestien Parts die door de interne klankgenerator van de RD-700 gespeeld worden, noemen we de ÒInterne Parts.Ó NOTE Van de zestien Interne Parts kunt u er drie kiezen die Als de Beat Pattern (p.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) 6. Wanneer u klaar bent met de instellingen, druk dan op [EDIT] zodat de indicator uitgaat. U keert terug naar het Tone-scherm. U kunt instellen hoe sterk het volume verandert in respons De in te stellen Part kiezen () Kies voor welke Local Part u instellingen wil maken. U kunt de Local part kiezen door middel van de PART SELECT-toetsen. op de kracht waarmee u de toetsen aanslaat (velocity), alsook de maximale verandering.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) De Controllers in elke part in- en uitschakelen Deze instellingen bepalen of de parts wel (ON) of niet (OFF) worden aangestuurd door de pedalen aangesloten op de PEDAL jack (Damper, FC1, FC2), door de Modulationhendel, de Bender of door de [CONTROL]-knop. De MIDI Receive Parts instellen (Internal Part Prm) De zestien Parts gespeeld door de interne klankgenerator van de RD-700, noemen we de ÒInternal Parts.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) De in te stellen Part kiezen (, Tone) Effect ON/OFF instellen (MFX Switch) Kies hier voor welke Part u instellingen wil maken. Deze instelling bepaalt of de multi-effecten wel (ON) of niet (OFF) worden toegepast. Parameter Waarde 1Ð16 Parts toegewezen aan de Local parts krijgen een marker (UPPER1) achter hun Part-naam. Wanneer de in te stellen geselecteerd is, verschijnt de naam van de toegewezen tone.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Ontvangst en blokkering van MIDI-boodschappen van externe MIDI Controllers Parameter Waarde JUST MIN Just (Mineur). De toonschalen van de majeur en de mineur reine intonaties verschillen van elkaar. Met de mineurschaal kunt u wel hetzelfde effect krijgen als met de majeurschaal. PYTHAGOR EAN Deze toonschaal, bedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert de dissonantie in kwarten en kwinten.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Andere functies (Utility) 5. Kies ÒBulk Dump TemporaryÓ of ÒBulk Dump SETUPÓ met CURSOR [ ] en [ ]. Utility bevat functies voor het verzenden van data naar externe MIDI-sequencers en andere toestellen en voor het Parameter oproepen van de fabrieksinstellingen. Bulk Dump Temporary De inhoud van de momenteel geselecteerde Setup wordt verzonden. Bulk Dump SETUP De inhoud van de Setups in het opgegeven bereik wordt verzonden.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) Bulk Dump SETUP 6 Druk op CURSOR [ Opgeslagen instellingen terugzenden naar de RD-700 ]. Wanneer u opgeslagen instellingen vanuit een externe Er verschijnt een scherm zoals hieronder getoond. sequencer terug naar de RD-700 zendt, wordt er een Exclusive message verzonden vanuit de externe sequencer, en daarna worden de data ontvangen door de RD-700.
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset) 6. Druk op [INC/YES]. U wordt gevraagd om te bevestigen. fig.LCD U kunt de instellingen van de RD-700 terugzetten op hun fabriekswaarden. NOTE Als u ÒFactory Reset AllÓ uitvoert, worden de Setups (p. 52) gewist. Als u bepaalde data wil behouden, zet ze dan over naar een externe sequencer met de ÒBulk Dump SETUPÓprocedure (p. 90). Met [DEC/NO] kunt u de Factory Reset annuleren. 7.
Externe MIDI-apparatuur aansluiten RD-700 Performances opnemen op een externe MIDI Sequencer 2. Kies Ò9.UtilityÓ met CURSOR [ Neem met een externe sequencer uw muziek op op meerdere fig.utility1.eps_150 ]. 3. Roep het Edit-scherm op met CURSOR [ ]. sporen en geef dan de opgenomen performance weer. Aansluiten op een externe sequencer fig. 4. Kies ÒRec SettingÓ met CURSOR [ MIDI IN MIDI OUT 5. Druk op CURSOR [ verschijnt: ]. ] en het volgende scherm fig.
Externe MIDI-apparatuur aansluiten De Performance opnemen De Local Switch Volg de onderstaande procedure wanneer u opneemt op een De schakeling die de MIDI-verbinding maakt of verbreekt externe sequencer. tussen het keyboard controller-gedeelte en het 1. Zet de Thru-functie van de externe sequencer aan. klankgenerator-gedeelte (p. 28), noemen we de Local switch. Omdat de informatie die beschrijft wat er op het klavier Voor details, zie ÒDe Local SwitchÓ (rechterkolom).
Externe MIDI-apparatuur aansluiten De interne klankgenerator van de RD-700 bespelen vanuit een extern MIDI-toestel U kunt de RD-700 aansturen vanuit een extern MIDI-toestel. Klanken van de RD-700 kiezen vanop een extern MIDI-toestel Door Bank Select- (Controller Number 0, 32) en Program Change-boodschappen te verzenden vanuit het externe MIDI-toestel naar de RD-700, kunt u Setups en Tones kiezen. De aansluitingen maken Setups kiezen fig.
Externe MIDI-apparatuur aansluiten De RD-700 gebruiken als GM-klankmodule (GM Mode) De weergave van de GM Score begint, en het volgende GM Mode-scherm verschijnt op de RD-700. fig.LCD De RD-700 heeft een GM modeÑeen handige manier om GM score data (muziekbestanden voor GM-klankmodule) weer te geven en te cre‘ren.
Problemen oplossen Als de RD-700 niet functioneert zoals u had verwacht, controleer dan eerst de volgende punten. Als daarmee het probleem niet opgelost is, raadpleeg dan uw dealer of een Roland Service Station. Probleem * Als er tijdens de werking bepaalde boodschappen in de display verschijnen, kijk dan bij “Foutmeldingen/Andere boodschappen” (p. 101).
Problemen oplossen Probleem Controleer / Oplossing Probleem Hebt u een Setup opgeroepen? ¥ Wanneer u een Setup oproept, worden de huidige Tone, effect en andere instellingen uitgeschakeld en wordt de gekozen Setup van kracht (p. 52). Sla de nodige instellingen opnieuw op in een Setup (p. 54).
Problemen oplossen Probleem Effecten worden niet toegepast/ Effecten klinken verkeerd Geen Pitch Bend wanneer de Pitch Bendhendel bewogen wordt Geluid komt van links of rechts wanneer u een toets aanslaat (ge-Pand) Geluid is vervormd Controleer / Oplossing In sommige gevallen wanneer de delay timing (DELAY-instellingen in MFX/Reverb/Chorus) op een nootwaarde staat, is het mogelijk dat het delay-geluid niet te horen is. Pas het tempo aan of wijzig de numerieke waarde van de delay timing (p. 77).
Problemen oplossen Probleem Controleer / Oplossing Setup-naam niet correct aangeduid Wanneer een Setup-naam wordt geregistreerd (p. 54), verschijnen namen met acht of meer van de letters M, N of W niet correct. Tracht deze letters in aantal te beperken. Staat de Receive GM/GM2 System On Switch op ON? ¥ Zet System Rx GM System On of System Rx GM2 System On op ON in Edit mode (p. 68).
Foutmeldingen/Andere boodschappen Foutmeldingen Andere boodschappen Melding: MIDI Buffer Full Melding: Now, Transmitting System Exclusive. Situatie: Doordat er teveel MIDI-boodschappen tegelijk ontvangen werden, heeft de RD-700 ze niet correct kunnen verwerken. Situatie: Verschijnt wanneer er een Data Requestboodschap (RQ1) wordt ontvangen. Maatregel: Verminder het aantal MIDI-boodschappen dat verzonden wordt.
Effect-/Parameter-lijst * Parameters met een Ò#Ó kunnen toegewezen worden aan de MULTI-EFFECTS [CONTROL]-knop. Stel ÒMFX CONTROLÓ in volgens de instructies in “Hoe maakt u de instellingen?” (p. 74). 01: STEREO EQ (Stereo Equalizer) Dit is een 4-bands stereo equalizer (low, mid x 2, high). Low Freq (Low Frequency) Bepaalt de frequentie voor het lage gebied (200 Hz/400 Hz). Low Gain Regelt de gain voor de lage frequenties. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied.
Effect-/Parameter-lijst 04: PHASER Een phaser voegt een geluid met verschoven fase toe aan het directe geluid, wat een draaiende modulatie produceert die het geluid ruimer en dieper maakt. Manual # Bepaalt de basisfrequentie van waaruit de klank wordt gemoduleerd. Rate # Bepaalt de frequentie (periode) van de modulatie. Depth Bepaalt de diepte van de modulatie. Resonance Bepaalt de hoeveelheid feedback voor de phaser. Het effect komt meer naar voren naarmate deze waarde toeneemt.
Effect-/Parameter-lijst 08: ROTARY Het Rotary-effect simuleert het geluid van de rotary speakers die vroeger vaak gebruikt werden in elektrische orgels. Aangezien u de beweging van de rotors voor de hoge en de lage tonen onafhankelijk van elkaar kunt regelen, kunt u de unieke modulatie van deze luidsprekers vrij dicht benaderen. Dit effect is het meest geschikt voor Patches met een elektrisch orgel. Low Slow (Low Frequency Slow Rate) Bepaalt de lage snelheid (SLOW) van de low frequency rotor.
Effect-/Parameter-lijst Deviation regelt de verschillen in Pre Delay tussen de verschillende chorus-geluiden. Depth Dev (Depth Deviation) Bepaalt het verschil in modulatiediepte tussen de verschillende chorus-lagen. De afstand tussen het begin van de verschillende chorus-geluiden wordt groter naarmate deze waarde toeneemt. Pan Dev (Pan Deviation) Bepaalt het verschil in stereopositie tussen de chorus-geluiden. Bij een waarde van Ò0Ó staan alle chorus-geluiden centraal.
Effect-/Parameter-lijst Balance (Effect Balance) # Regelt de volumebalans tussen het directe geluid en het chorusgeluid. Als u hier ÒD100:0WÓ instelt, wordt enkel het directe geluid uitgestuurd en met ÒD0:100WÓ wordt alleen het chorus-geluid uitgestuurd. Level (Output Level) Regelt het output-volume. 15: ST.FLANGER (Stereo Flanger) Dit is een stereo flanger. (De LFO heeft dezelfde fase voor links en rechts.
Effect-/Parameter-lijst Mode (Feedback Mode) U kunt bepalen op welke manier het delay-geluid wordt teruggestuurd naar het effect. NORMAL: Het linker delay-geluid wordt teruggekoppeld naar de linker delay, en het rechter delay-geluid naar de rechter delay. CROSS: Het linker delay-geluid wordt teruggekoppeld naar de rechter delay en het rechter delay-geluid naar de linker delay. Phase L (Feedback Phase Left) Bepaalt de fase van het linker delay-geluid. NORMAL: De fase verandert niet.
Effect-/Parameter-lijst Level R (Right Level) Regelt het volume van het rechter delay-geluid. HF Damp Bepaalt boven welke frequentie het teruggekoppelde geluid wordt afgesneden. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, stel deze parameter dan in op BYPASS. Low Gain Regelt de low frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied. High Gain Regelt de high frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het hoge frequentiegebied.
Effect-/Parameter-lijst Level (Output Level) Regelt het output-volume. 22: 2V PCH SHIFT (2 Voice Pitch Shifter) Een Pitch Shifter verschuift de toonhoogte van het directe geluid. Deze 2-stemmige pitch shifter bevat 2 pitch shifters en kan 2 geluiden met verschoven toonhoogte toevoegen aan het directe geluid. Coarse A (Coarse Pitch A) #1 Bepaalt de toonhoogte van Pitch Shift A in stapjes van een halve toon (-2Ð+1 octaven).
Effect-/Parameter-lijst Time (Reverb Time) # Bepaalt de tijdsduur van de weergalming. HF Damp Bepaalt boven welke frequentie het galmgeluid wordt afgesneden. Hoe lager u deze frequentie instelt, hoe meer hoge frequentie er worden afgesnede, wat een zachtere en meer gedempte galm geeft. Als u niet wil dat de hoge frequenties worden afgesneden, stel deze parameter dan in op BYPASS. Low Gain Regelt de low frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied.
Effect-/Parameter-lijst Flg Bal (Flanger Balance) # Bepaalt de volumebalans tussen het overdrive-geluid dat door de flanger wordt gestuurd en het overdrive-geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd. Als u hier ÒD100:0WÓ instelt, wordt enkel het overdrive-geluid uitgestuurd. Als u hier ÒD0:100WÓ instelt, wordt enkel het overdrive-geluid dat door de flanger is gepasseerd uitgestuurd. Level (Output Level) Regelt het output-volume.
Effect-/Parameter-lijst teruggekoppeld naar het effect. Negatieve (-) waarden keren de fase om. Flg Bal (Flanger Balance) # Bepaalt de volumebalans tussen het enhancer-geluid dat door de flanger wordt gestuurd en het enhancer-geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd. Als u hier ÒD100:0WÓ instelt, wordt enkel het enhancer-geluid uitgestuurd. Als u hier ÒD0:100WÓ instelt, wordt enkel het enhancer-geluid dat door de flanger is gepasseerd, uitgestuurd. Level (Output Level) Bepaalt het output-volume.
Effect-/Parameter-lijst geluid wordt afgesneden. Als u de hoge frequenties van de delay feedback niet wil afsnijden, kies hier dan BYPASS. 39: FLANGER/DELAY Dit effect schakelt een flanger en een delay in parallel. De parameters zijn dezelfde als voor Ò36: FLANGER→DELAY.Ó De parameter ÒDelay BalÓ bepaalt echter de volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid.
Effect-/Parameter-lijst StpRateSw (Step Rate Switch) Bepaalt of de toonhoogte trapsgewijs verandert (ON) of niet (OFF). Mix (Mix Level) Bepaalt het volume van het geluid met verschoven fase, ten opzichte van het directe geluid. Low Gain Regelt de low frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied. High Gain Regelt de high frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het hoge frequentiegebied. Level (Output Level) Regelt het output-volume.
Effect-/Parameter-lijst Threshold (Keysync Threshold) Bepaalt bij welk volumeniveau de reset wordt uitgevoerd. Manual # Bepaalt op welk punt de twee vocalen verwisseld worden. Als u hier 50 instelt, worden de vocalen 1 en 2 in dezelfde tijd verwisseld. Bij waarden hoger dan 50 neemt de tijd voor vocaal 1 toe; bij waarden lager dan 50 neemt de tijd voor vocaal 1 af. Low Gain Regelt de low frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied. High Gain Regelt de high frequency gain.
Effect-/Parameter-lijst HF Damp Bepaalt bij welke frequentie het hoge frequentiegebied van het teruggekoppelde delay-geluid wordt afgesneden. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, kies hier dan BYPASS. Low Gain Regelt de low frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied. High Gain Regelt de high frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het hoge frequentiegebied.
Effect-/Parameter-lijst High Gain Regelt de high frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het hoge frequentiegebied. High Gain Regelt de high frequency gain. Balance (Effect Balance) # Bepaalt de volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid. Als u D100:0W instelt, wordt enkel het directe Balance (Effect Balance) # Bepaalt de volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid.
Effect-/Parameter-lijst PreFilter (Pre Filter Type) Bepaalt welk type van filter er wordt toegepast voordat het geluid door het Lo-Fi-effect passeert. Disc Type (Disc Noise Type) Bepaalt het type van vinylruis. De frequentie waarbij u deze ruis hoort, hangt af van het gekozen type. PostFilter1 (Post Filter 1 Type) Bepaalt welk type van filter er wordt toegepast nadat het geluid door het Lo-Fi-effect is gepasseerd.
Effect-/Parameter-lijst Mic Lvl (Mic Level) # Regelt het volume van de microfoon. Dir Lvl (Direct Level) # Regelt het volume van het directe geluid. Level (Output Level) # Regelt het output-volume. 53: OVERDRIVE 2 Dit is een overdrive die een zware vervorming geeft. Drive # Bepaalt de graad van de vervorming. Het volume verandert samen met de vervormingsgraad. Level (Output Level) Regelt het output-volume. Low Gain Regelt de low frequency gain. Positieve (+) waarden versterken het lage frequentiegebied.
Effect-/Parameter-lijst 57: GATE Het Gate-effect snijdt de delay van de reverb af volgens het volume van het geluid dat binnenkomt in het effecttoestel. Gebruik dit wanneer u bv. het decay-geluid wil inkorten. Key Bepaalt de input van het geluid dat als trigger dient om de gate te sluiten. Als u hier SOURCE kiest, wordt de gate gesloten door het geluid dat in de Multi-effects binnenkomt. Als u DIRECT kiest, wordt de gate gesloten door het directe geluid dat omgeleid wordt rond de multi-effects.
Effect-/Parameter-lijst AP Mid Sw (Anti Phase Middle Switch) Hiermee zet u de Anti-Phase-functie aan en uit en stelt u de levels in voor de Middle-frequentiegebieden. Wanneer dit actief is, wordt het counter-kanaal van het stereogeluid omgekeerd en toegevoegd aan het signaal. AP Mid (Anti Phase Middle Level) Bepaalt het volume voor de aparte midrange (Middle) antiphase-functie. Met sommige instellingen kunt u een soort van abstract geluid krijgen in de opgegeven Part.
Effect-/Parameter-lijst Cutoff (Cutoff Frequency) Bepaalt de afsnijfrequentie wanneer er een specifieke frequentieband wordt afgesneden door een filter. StpRateSw (Step Rate Switch) Bepaalt of de toonhoogte trapsgewijs verandert (ON) of niet (OFF). Step Rate # Bepaalt hoe snel de toonhoogte verandert. ➔ De Step Rate-parameter kunt u instellen als een nootwaarde van een tempo. Geef hier de waarde van de gewenste noot in. Out (Output Mode) Bepaalt hoe het uitgestuurde geluid te horen is.
Effect-/Parameter-lijst Pkg Q Het frequentiebereik is gebaseerd op de frequentie die werd ingesteld in Pkg Freq. Hoe hoger deze waarde, hoe smaller de frequentieband die door Pkg Gain be•nvloed wordt. Pkg Gain Regelt de gain (versterking of verzwakking) voor het frequentiegebied bepaald door Pkg Freq en Pkg Q. LF Damp Bepaalt de referentiefrequentie die gebruikt wordt voor het afsnijden van de lage component van het resonantiegeluid. Als u deze geluiden niet wil wegfilteren, kies hier dan BYPASS.
Effect-/Parameter-lijst Effectparameterlijst 05: SPECTRUM Parameter ➔ “De Multi-effecten instellen” (p. 75) De Multi-effecttypes staan vetgedrukt. ÒParameterÓ verwijst naar de parameter toegewezen aan in MFX Control. ÒWaardeÓ verwijst naar de waarden die u kunt instellen met de [CONTROL]-knoppen of in Value.
Effect-/Parameter-lijst 10: LIMITER Parameter Threshold Ratio Release Post Gain Low Gain High Gain Pan Level Threshold level Compression ratio Release time Post gain Low gain High gain Output pan Output level 15: ST.FLANGER Waarde Parameter 0–127 1.
Effect-/Parameter-lijst 18: MOD DELAY Parameter Delay L Delay R Feedback Mode Rate Depth Phase HF Damp Delay time left Delay time right Feedback level Feedback mode Rate Depth Phase HF damp Low Gain High Gain Balance Level Low gain High gain Effect balance Output level 21: TIME CTRL DLY Waarde Parameter 0.0–500.0 ms 0.0–500.0 ms -98– +98% NORMAL, CROSS 0.05–10.
Effect-/Parameter-lijst 25: GATED REVERB Parameter 31: DISTORTION→DELAY Waarde Type Gated Reverb type Pre Delay Gate Time Low Gain High Gain Balance Level Pre delay time Gate time Low gain High gain Effect balance Output level NORMAL, REVERSE, SWEEP1, SWEEP2 0.0–100.
Effect-/Parameter-lijst 36: FLANGER→DELAY Parameter Flg Delay Flg Rate Flg Depth Flg Fbk Flg Bal DelayTime Delay Fbk Dly HFDmp Flanger pre delay time Flanger rate Flanger depth Flanger feedback level Flanger balance Delay time Delay feedback level HF damp Delay Bal Level Delay balance Output level 42: KEYSYNC FLANG Waarde Parameter 0.0–100.0 ms 0.05–10.00 Hz 0–127 -98– +98% D100:0W–D0:100W 0.0–500.
Effect-/Parameter-lijst 45: MULTI TAP DLY Parameter Delay 1 Delay 2 Delay 3 Delay 4 Pan 1 Pan 2 Pan 3 Pan 4 Level 1 Level 2 Level 3 Level 4 Feedback HF Damp Delay time 1 Delay time 2 Delay time 3 Delay time 4 Output pan 1 Output pan 2 Output pan 3 Output pan 4 Level 1 Level 2 Level 3 Level 4 Feedback HF Damp Low Gain High Gain Balance Level Low gain High gain Effect balance Output level 48: 3D DELAY Waarde Parameter 0–1800 ms, note 0–1800 ms, note 0–1800 ms, note 0–1800 ms, note L64–63R L64–63R L64–6
Effect-/Parameter-lijst 51: LOFI NOISE Parameter Type Pst Filter Frequency Radio Dtn Noise Lvl Disc Type Disc LPF LoFi type Post Filter type Post Filter cutoff frequency Radio detune Noise Level Disc NoiseType Disc Noise LPF Disc Lvl Low Gain High Gain Balance Pan Level Disc Noise Level Low gain High gain Effect balance Output pan Output level 55: ST.
Effect-/Parameter-lijst 60: 3D CHORUS Parameter Pre Delay Rate Depth Phase Fltr Type Cutoff Out Low Gain High Gain Balance Level Pre delay time LFO rate LFO depth Phase Filter Type Cutoff frequency Output mode Low gain High gain Balance Output level 64: SYM. RESONANCE Waarde Parameter 0.0–100 ms 0.05–10.
Effect-/Parameter-lijst →“Reverb-instellingen maken” (p. 76) ÒParameterÓ verwijst naar de parameter toegewezen aan . ÒWaardeÓ verwijst naar de waarden die u kunt instellen in Value. →“Chorus en Delay” (p. 76) ÒParameterÓ verwijst naar de parameter toegewezen aan . ÒWaardeÓ verwijst naar de waarden die u kunt instellen in Value.
Lijst van de Tones MSB: Bank Select MSB (Control Number: 0) LSB: Bank Select LSB (Control Number: 32) PC: Program Change [PIANO] [CLAV/MALLET] [STRINGS] No. Tone-naam MSB LSB PC No. Tone-naam MSB LSB PC No. Tone-naam MSB LSB PC 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 St.Concert 1 St.Concert 2 Dynamic Pno1 Dynamic Pno2 St.
Lijst van de Tones [GTR/BASS] [VOICE/SYNTH] No. Tone-naam MSB LSB PC No. Tone-naam MSB LSB PC 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 Nylon Gtr 1 Nylon Gtr 2 Steel Gtr Solo Steel Steel Away 12str Gtr Jz Gtr Hall LetterFrmPat JC Strat Clear Guitar Searing Lead Dist Gtr Feed Me! Blusey OD RD Ac.Bass RD Upright Ac.
Lijst van de Tones Tone-naam MSB LSB PC No. Tone-naam MSB LSB PC No.
Lijst van de Tones Lijst van de Rhythm Sets * ---: Geen geluid. * [EXC]: weerklinkt niet samen met een ander percussie-instrument van hetzelfde nummer. Note No.
Lijst van de Tones Note No.
Lijst van de Tones Note No. 27 28 29 30 31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 Appendix 88 138 GM2 STANDARD GM2 ROOM GM2 POWER GM2 ELECTRIC GM2 ANALOG High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm.
Lijst van de Tones Note No. 27 28 29 30 31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88 GM2 JAZZ GM2 BRUSH GM2 ORCHSTRA GM2 SFX High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm.
Lijst van de Arpeggio Styles Style Motief Beat Pattern 1/4 all 1/ 4 Accent Rate Shuffle Rate 0–100% 50–90% 1/6 all 1/ 6 0–100% 50–90% 1/8 all 1/ 8 0–100% 50–90% 1/12 all 1/12 0–100% 50–90% 1/16 all 1/16 1–3 0–100% 50–90% 1/32 SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO, BASS+UP 1–8, BASS+RND 1–3, TOP+UP 1–6 1/32 1–3 0–100% 50–90% PORTAMENTO A all PORTA-A 01–11 0–100% 50–90% PORTAMENTO B all
Lijst van de ritmepatronen Nr. Ritmepatroon Aanbevolen Tempo Nr.
Setup-lijst → Handleiding “Selecting Stored Settings ([SETUP])” (p. 54). Nr.001Ð020 ÒRHY: SetupÓ: Deze Setups laten toe om een ritme te spelen met een Òjam sessionÓ-sfeer. Probeer het maar. Meer over de ritmes vindt u in “Playing Rhythm ([RHYTHM])” (p. 51). Setup-naam Nr. Setup-naam Nr.
Sneltoetsen U kunt de instellingen voor de volgende functies makkelijk wijzigen met een aantal toetsen. * Ò[A] + [B]Ó betekent dat u [A] ingedrukt houdt en op [B] drukt. Wat wil u doen? Handeling Pag. Arpeggio Hold in- en uitschakelen [ARPEGGIO] + [TRANSPOSE] p. 85 Parts kiezen om Arpeggio’s te spelen [ARPEGGIO] + PART SWITCH p. 82 Transpose-instelling wijzigen [TRANSPOSE] + toets p. 44 Split Point van het klavier veranderen [SPLIT] + toets p.
Technische Specificaties RD-700: Digitale Piano (Conform met General MIDI 2-systeem) ● Klavier ● Display 88 toetsen (Progressive Hammer Action-klavier) 128 x 64 dots, Volledig grafische LCD (verlicht) ● Parts ● Connectors 16 Output Jacks (L/MONO, R) ● Maximale polyfonie 128 stemmen Pedal Jacks (Damper, FC 1, FC 2) MIDI-connectors (IN, OUT, THRU) Hoofdtelefoon aansluiting ● Wave-geheugen 64 M bytes (16-bit lineair equivalent) ● Expansion Slots Wave Expansion Board SRX-serie: 2 slots (*1) ● Tones
Index Symbolen [CONTROL]-knop ............................................... 12 [HIGH]-knop ...................................................... 12 [LOW]-knop ........................................................ 12 [MID]-knop ......................................................... 12 A Aansluiten .......................................................... 19 Pedalen .......................................................... 20 AC-aansluiting ....................................................
Index F F.T Fine Tune (MIDI TX Part) ................................ 63 Factory Reset ................................................. 23, 92 Factory Reset All ........................................... 24, 92 Factory Reset Current .......................................... 92 FC1 FC1 Pedal Assign ............................................ 71 FC1 Pedal Polarity (System) ............................ 69 FC1 Pedal Switch (MIDI TX Part) ..................... 63 FC1 Pedal Sw (Local Part) ..................
Index Pan (Internal Part) ............................................... 88 PAN (MIDI TX Part) ............................................ 61 Part .................................................................... 28 Part Assign (Local Part) ....................................... 87 PART LEVEL Slider ....................................... 43, 60 PART SELECT-toets ............................................ 13 PART SWITCH ................................................... 60 PART SWITCH/LEVEL ......
Index Tone Remain (System) ......................................... 68 TONE SELECT-toets .................................13, 31, 34 Tone Wheel Mode ............................................... 73 Tone Wheel-scherm ............................................. 29 Tone-scherm ....................................................... 29 TRA Transpose (MIDI TX Part) ............................... 62 Transmit channel ................................................. 58 [TRANSPOSE] ..........................
Thematische Index Deze index geeft een overzicht van de voornaamste instellingen voor het bespelen van de RD-700. * [Edit]: aaa: bbbÓ betekent de bbb-parameter in Edit-scherm aaa. Volume-instellingen Het volume voor de gehele RD-700 regelen ...................................................... VOLUME Slider (p. 22) ............................. [EDIT]: System: Master Volume (p. 68) Het volume veranderen voor Individuele Local Parts ............................................... PART LEVEL Slider (p.