Operation Manual

2
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
[POWER]-schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit.
&p. 3
Display
Dit geeft verschillende typen
informatie weer.
Wanneer u het apparaat inschakelt,
wordt het KIT-scherm weergegeven.
[F1] [F2] [F3]-knoppen
De functie van deze knoppen is
afhankelijk van het scherm. De
namen van de huidige functies
worden onder aan het scherm
weergegeven. &p. 12
[TEMPO]-regelaar
[CLICK]-knop
Druk op de [CLICK]-knop om de klik
in en uit te schakelen.
Gebruik de [TEMPO]-regelaar om
het tempo aan te passen. &p. 7
Houd de [CLICK]-knop lang
ingedrukt om de klikinstellingen op
te geven.
[SONG SELECT]-regelaar
[USB SONG]-knop
Hier kunt u een audiobestand van een USB-stick
selecteren.
&p. 10
Kitselectie
Draai de selectieschakelaar om een kit te selecteren.
Druk op de selectieschakelaar om te wisselen tussen variatiekits.&p. 5
U kunt vanuit elk scherm op de selectieschakelaar drukken om terug te gaan naar het KIT-scherm.
VOLUME
[MASTER]-regelaar: Regelt het
algemene volume.
[BACKING]-regelaar: Regelt het
volume van het nummer, de klik en
AUDIO INPUT.
TONE
Het eect is van toepassing op alle
drumkits.
[TREBLE]-regelaar:
Regelt de hoge tonen.
[BASS]-regelaar:
Regelt de lage tonen.
Instrumentknoppen
Als u op een van deze knoppen
drukt, wordt het geluid van elke pad
op het display weergegeven.
Elke keer dat u op de [TOMS]- en
[CYMBALS]-knoppen drukt, wordt er
gewisseld tussen pads. &p. 5
Klankwijzigingen
Deze regelaars wijzigen het instrument en regelen de stemming, de demping en het volume.
&p. 6
Audio opnemen
Met deze knoppen kunt u uw spel
opnemen/afspelen.
Het geluid dat wordt ingevoerd via
de AUDIO INPUT-aansluiting wordt
ook opgenomen.
U gebruikt dit ook om
audiobestanden van een USB-stick
af te spelen.
&p. 10