Operation Manual

De SMF Compressor en SMF Equalizer gebruiken
VIMA JM-5
r
45
10.
Als geen enkel Preset geheugen de instellin-
gen die u nodig heeft bevat, gebruikt u de
[CURSOR/VALUE] knop om de volgende
parameters te selecteren en in te stellen:
11.
Om de instellingen die u zojuist heeft
gemaakt op te slaan, drukt u op de [MENU]
knop.
Opmerking: er is slechts één ‘User’ geheugen
(geheugen nr. 7) voor uw eigen instellingen. Daarom
worden eerdere instellingen overschreven als u
nieuwe instellingen opslaat.
OPMERKING
Als de JM-5 wordt aangezet, worden de ‘User’ instellingen
automatisch geladen.
Parameter
Instellings-
reeks
Uitleg
Level 0~127 Gebruik deze parameter om
het ingangsniveau van de
Compressor in te stellen. Hoe
hoger de waarde, hoe sterker
de drie frequentiebanden
gecomprimeerd zullen worden.
De waarde die u hier instelt,
wordt aan de ‘Level’ instellin-
gen van de drie banden toege-
voegd. Als u deze parameter
op ‘0’ instelt, heeft de
Compressor geen effect op het
uitgangssignaal.
Gain –12~0~
12dB
Gebruik deze parameter om
het niveau op de uitgangen
van de Compressor aan te pas-
sen. Als de instellingen van de
resterende parameters tot een
aanzienlijk lager niveau leiden,
selecteert u een positieve
waarde. Als uw instellingen tot
een aanzienlijk hoger niveau
leiden, selecteert u een nega-
tieve waarde. ‘0’ betekent dat
het niveau noch omhoogge-
duwd, noch afgezwakt wordt.
High/Mid/Low: omdat de resterende parameter voor
elke band hetzelfde zijn, bespreken we deze slechts één
keer. Zoals u ziet hebben alle drie frequentiereeksen hun
eigen serie parameters, waarmee u hun gedrag kunt spe-
cificeren.
Attack 0~100ms Gebruik deze parameter om te
specificeren hoe snel de Com-
pressor van de betreffende
band het signaal begint te ver-
werken, op het moment dat
het niveau van die band het
‘Threshold’ niveau overschrijdt.
Kies een lagere waarde als u
een compressie zoals die van
FM radiostations verkiest.
Hogere waardes kunnen een
‘pinnig’ of meer ‘funky’ geluid
voortbrengen.
Release 50~
5000ms
Met deze parameter kunt u
specificeren hoe snel de
Compressor van de correspon-
derende band moet stoppen
met werken, als het signaal-
niveau tot onder de ‘Threshold’
waarde daalt.
Threshold –36~0dB Met deze parameter kunt u het
niveau instellen, dat de fre-
quentieband (‘High’, ‘Mid’ of
‘Low’) moet bereiken om zijn
Compressor te triggeren. Met
lagere waardes is de compres-
sie duidelijker merkbaar.
Ratio 1:1.0~
1:INF
Gebruik deze parameter om de
specificeren hoe sterk het
niveau gereduceerd moet wor-
den, als het bandniveau het
‘Threshold’ niveau overschrijdt.
‘1:2.0’ bijvoorbeeld, betekent
dat waardes boven het ‘Thres-
hold’ niveau gehalveerd wor-
den. ‘1:INF’ is bruikbaar als u
‘Threshold’ op ‘0dB’ of daar in
de buurt instelt. Dit produ-
ceert een Limiter-effect, wat
betekent dat geen enkel signaal
de ‘Threshold’ waarde zal over-
schrijden. Dit beschermt de
luidsprekers van het PA-sys-
teem, enz.
Level –24~
+24dB
Met deze parameter kunt u de
gewenste mix tussen de drie
compressorbanden instellen.
Kies een negatieve waarde om
het niveau te verhogen of een
positieve om het te verlagen.
Kies ‘0’ voor een band waarvan
het niveau goed is, en niet ver-
anderd hoeft te worden.
Split High 2000~
1200Hz
Deze twee parameters specifi-
ceren de frequentie waar twee
banden worden gescheiden. De
Compressor heeft drie banden,
en dus zijn er twee crossover
frequenties die u kunt instel-
len: ‘High’ tussen de ‘Mid’ en
‘High’ reeksen en ‘Low’ tussen
de ‘Mid’ en ‘Low’ reeksen.
Split Low 80~800Hz
Parameter
Instellings-
reeks
Uitleg
-