Operation Manual

- 9 -
Stap 3:
A: Bevestig de swingarm (6L) op de lange as (27) van het
computerstang (2) met Inbusbout (24), veerring (52), platte
ring (25) en gegolfde ring (64).
B: Bevestig de verbinding met pedaalstang (5L) aan de Crank (22)
met behulp van de pedaal/crankbout (38L), golfring ring (62),
veerring (41) en borgmoer (42L) zoals afgebeeld.
C: Sluit swingarm (6L) met pedaalstang (5L) met behulp van
inbusbout (30), platte ring (31) en borgmoer (32). Draai de
inbusbout (24) (30) en borgmoer (42L) nu goed vast. Tot slot
bedek de moer met de kapjes (23) (57) (43).
D: Bevestig de pedaalstang (5R) en swingarm (6R) de crank (22) en
stuur/computerstang (2) op dezelfde wijze.
E: Bevestig de pedaal (10L/R) aan de pedaalstang (5L/R) met
inbusbout (33), platte ring (34) en borgmoer (35).
Stap 4:
A: Voer de hartslag sensordraad (50) door gat in de stuur/
computerstang (2) en vervolgens uit het gat van de computer
beugel. Bevestig de handvatten (8) op stuur/computerstang
(2) met inbusbout (51) en veerring (52) en dek de bouten met
deksel (53) naar de betre ende positie.
B: Maak de Handvat swingarm (7L / R) aan de swingarm (6L / R)
met behulp van het draagbout (45), boog ring (44) en borg
moer (58).
Stap 5:
Sluit de hartslag sensor kabel (50) en bovenste sensor/
computerkabel (18) met de draden die van de computer (9).
Tevens bevestig de computer (9) op de computer beugel van de
computerstang (2) met kruiskopschroef (55) en platte ring (54).