Operation Manual

NL-97
NEDERLANDS
Bediening
TRAININGSPROGRAMMA
Na het inschakelen van het apparaat kan door middel van de
OMHOOG/OMLAAG-knoppen het gewenste trainingsprogram-
ma worden geselecteerd. Met de MODUS-knop en de OMH-
OOG/OMLAAG-knoppen kunt u (indien beschikbaar) verdere
subprogramma’s instellen.
U kunt kiezen uit volgende trainingsprogramma’s
Handmatig (MANUAL)
Profi l-programma (PROG) (P1–P12)
Polsslagprogramma (HRC) (55%/75%/90%/TAG)
Wedstrijdprogramma (RACE)
Gebruikersprogramma (USER)
A Handmatig (MANUAL)
In dit trainingsprogramma kunt u de moeilijkheidsgraad zelf
bepalen.
1. Selecteer het programma Handmatig (MANUAL) met
behulp van de OMHOOG/OMLAAG-knoppen en bevestig
dit met de MODUS-knop.
2. Stel nu een voor u geschikt belastingniveau (L1L16) in
met de OMHOOG/OMLAAG-knoppen.
3. Als u en of meerdere trainingsparameters wilt instellen,
dan selecteert u met de MODUS-knop de gewenste para-
meter(s). U stelt de waarde in met de OMHOOG/OMLAAG-
knoppen en bevestigt steeds met de MODUS-knop.
4. Druk ten slotte op de START/STOP-knop om de training te
beginnen. Dit is ook mogelijk, als u tevoren geen trai-
ningsparameter hebt geselecteerd.
Tijdens de training kunt u de belastingtrappen (L1–L16)
met behulp van de OMHOOG/OMLAAG-knoppen verhogen of
verlagen. U kunt de training op elk moment onderbreken
door op de START/STOP-knop te drukken. Om de training
voort te zetten drukt u opnieuw op de START/STOP-knop. Als
u de training helemaal wilt beëindigen, dan drukt u in plaats
daarvan op de RESET-knop. U gaat dan terug naar de pro-
grammaselectie.
B Profi l-programma (PROGRAM)
In het prof l-programma kunt u kiezen uit 12 sub pro-
gramma’s met totaal verschillende belastingverlopen.
1. Selecteer het prof I-programma „PROGRAM” met behulp
van de OMHOOG/OMLAAG-knoppen en bevestig dit met
de MODUS-knop.
2. Stel nu een van de 12 subprogramma’s (P1P12) in door
op de OMHOOG/OMLAAG-knoppen te drukken en te beves-
tigen met de MODUS-knop.
3.
Selecteer een voor u geschikt belastingniveau (
L1L16
)
met
de OMHOOG/OMLAAG-knoppen.
4. Als u een of meerdere trainingsparameters wilt opgeven,
dan selecteert u met de MODUS-knop de gewenste para-
meter(s) en stelt u de waarde in met de OMHOOG/OM-
LAAG-knoppen.
5. Druk ten slotte op de START/STOP-knop om de training te
beginnen. Dit is ook mogelijk, als u tevoren geen trai-
ningsparameter hebt geselecteerd.
Tijdens de training kunt u de belastingtrappen (L1–L16)
met behulp van de OMHOOG/OMLAAG-knoppen verhogen of
verlagen. U kunt de training op elk moment onderbreken
door op de START/STOP-knop te drukken. Om de training
voort te zetten drukt u opnieuw op de START/STOP-knop. Als
u de training helemaal wilt beëindigen, dan drukt u in plaats
daarvan op de RESET-knop. U gaat dan terug naar de pro-
grammaselectie.
OPMERKING
Zodra een van de vooraf ingestelde parameters is terug-
geteld tot nul, hoort u een akoestisch signaal en stopt
het trainingsprogramma automatisch. Als u meer para-
meters vooraf hebt ingesteld, kunt u het programma
voortzetten door de START/STOP-knop in te drukken.
OPMERKING
Zodra een van de vooraf ingestelde parameters is terug-
geteld tot nul, hoort u een akoestisch signaal en stopt
het trainingsprogramma automatisch. Als u meer para-
meters vooraf hebt ingesteld, kunt u het programma
voortzetten door de START/STOP-knop in te drukken.
REX_Trainer_PX400E_13.indd NL-97REX_Trainer_PX400E_13.indd NL-97 10.05.13 13:0010.05.13 13:00