User manual

77
Gebruik de soldeerbout en de gebruikte soldeerdraad uitsluitend voor metalen en componenten die
geschikt zijn om aan elkaar te bevestigen (zie correct gebruik).
Het elektrische vermogen van de soldeerbout moet geschikt zijn om de delen die bevestigd moeten
worden te verwarmen zonder de aangrenzende componenten in gevaar te brengen of te beschadigen.
- Monteer een geschikte soldeerpunt (6).
De scherpe soldeerpunt
is bijzonder
geschikt voor puntsolderen en dunne
kabels.
De vlakke soldeerpunt is bijzonder geschikt
voor lichte solderingen bij werken aan
elektriciteit.
INGEBRUIKNEMING
- Verbind de netkabel (10) met een geschikt
stopcontact, plaats de soldeerbout met
geschikte soldeerpunt (6) in de houdveer (3)
van de soldeerhouder (2) en laat de soldeerbout
opwarmen, dat duurt ca. 35 minuten,
afhankelijk van de gewenste
werktemperatuur.
De geschikte werktemperatuur is normaal
gezien bereikt, als het smeltproces van het
soldeermiddel bij contact met de
soldeerpunt (6) zonder vertraging begint.
6
3
10
FOUTCORRECT
NL
- Voor het begin van het soldeerwerk moet de gebruikte soldeerpunt (6) vertind worden, hiervoor
verwarmt u de ongebruikte of met de reinigingsspons (5) gezuiverde soldeerpunt (6) en vertint
u die door contact met de soldeerdraad.
Voordat u met het werk op de geplande plaats of met het geplande materiaal begint,
controleert u de werking aan de hand van een vergelijkbaar materiaal / vergelijkbare
materiaalrest.
- Voor het solderen moeten de delen die aan elkaar bevestigd worden, worden schoongemaakt.
- De soldeerdraad die met een geschikt vloeimiddel is gevuld, brengt u bij het uiterste
uiteinde van de soldeerpunt (6) en u smelt de soldeerdraad af.
Hierbij wordt de soldeerplaats bevochtig door het uittredende vloeimiddel, daardoor kan
het soldeermiddel zich verbinden met het metaal.
1500000041_Anleitung 07.09.2011 14:15 Uhr Seite 77