Use and Care Manual

Nederlands
VERTALING VAN HET ORIGINEEL
23.
A. MONTAGE-AANWIJZINGEN
Montage
Controleer bij het uitpakken van de machine of er geen onderdelen
beschadigd of kapot zijn. Als dit het geval is, vervang ze dan voor
originele reserve-onderdelen. Als het om elektrische componenten
gaat deze voor gehomologeerde apparatuur met dezelfde referentie
vervangen (raadpleeg de fabrikant ingeval van twijfel).
Veiligheid
Vóór het gebruik van de machine dient u de veiligheidsmaatregelen
zorgvuldig te lezen.
Met de machine kan uitsluited veilig worden gewerkt, wanner u de
gebruiks-aanwijzing en de veiligheidsvoorschriften volledig leest en
u zich strikt aan de gegeven aanwijzingen houdt.
Aansluiting
Controleer of de op het kenmerkenplaatje aangegeven spanning
en frequentie van de machine overeenkomen met die van het
elektriciteitsnet.
Rol bij het vervoeren van de machine de stroomtoevoerkabel op.
Verplaats de machine nooit door aan de kabel te trekken.
Toepassingen
De machine is bestemd voor het mengen van poedervormige
bouwmaterialen als mortel, pleistermateriaal, lijm, niet-
oplosmiddelhoudende verf en laken vergelijkbare substanties.
Bij onjuist gebruik, is alleen de gebruiker aansprakelijk.
Beperkingen omtrent omgevingsomstandigheden
Schenk aandacht aan de omstandigheden van de werkomgeving.
Houd deze schoon en goed verlicht. De machine moet altijd schoon
gehouden worden met het doel om het maximum rendement bij de
veiligste werkomstandigheden te behalen.
Open versleten machines niet. Geef ze af bij de desbetreffende
inzamelpunten voor recycling.
B. ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. LET OP! Lees alle veiligheidsmaatregelen en instructies.
2. Bewaar alle waarschuwingen en instructies voor
toekomstig gebruik.
3. Houd de werkplek schoon en zorg voor goede
verlichting.
4. Gebruik geen electrisch gereedschap in ruimtes
waar ontplofngsgevaar is, zoals in aanwezigheid van
brandbare vloeistoffen, gassen of stof.
5. Gebruik het gereedschap niet in de buurt van kinderen.
6. De stekker van de machine dient in het stopcontact
te passen. De stekker mag op geen enkele manier
aangepast worden. Gebruik geen verloopstekkers
voor geaard electrisch gereedschap.
7. Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlakten zoals buizen, radiatoren, fornuizen en
koelkasten.
8. Niet blootstellen aan regen of natte condities.
9. Maak geen misbruik van het snoer. Gebruik het
snoer nooit om electrisch gereedschap te dragen,
tillen of los te maken. Houd het snoer uit de buurt
van hitte, olie, scherpe randen of bewegende delen.
10. Bij het gebruik van electrisch gereedschap
buitenshuis ook een verlengsnoer voor buitengebruik
gebruiken.
11. Als het gebruik van electrisch gereedschap in een
vochtige omgeving onvermijdelijk is, gebruik dan een
aardlekschakelaar.
12. Blijf alert, let op wat u doet en gebruik uw
gezond verstand bij het gebruik van het electrisch
gereedschap. Gebruik geen electrisch gereedschap
wanneer u moe bent of onder invloed van drugs,
alcohol of medicijnen.
13. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag
altijd oogbescherming.
14. Voorkom per ongeluk starten. Zorg ervoor dat
de schakelaar uitstaat voordat u het electrisch
gereedschap aansluit op het netwerk en/of accu, het
gereedschap oppakt of draagt.
15. Verwijder alle sleutels en moersleutels voordat u de
machine start.
16. Het electrisch gereedschap niet overbelasten. Houd
uw voeten op de grond en blijf in evenwicht.
17. Zorg voor voldoende zicht. Draag geen losse kleding
of sieraden. Houd uw haar, kleding en handschoenen
weg van bewegende delen.
18. Indien stofafzuiging noodzakelijk is, zorg dan voor de
juiste machine en de correcte afzuiging.
19. Forceer geen electrisch gereedschap. Gebruik het
electrisch gereedschap alleen waarvoor het bedoeld is.
20. Gebruik geen electrisch gereedschap als de
schakelaar niet normaal functioneert.
21. Haal de stekker uit het stopcontact en / of de
accu voordat u iets aan gaat passen, accessoires
gaat veranderen of electrisch gereedschap op gaat
bergen.
22. Berg het electrisch gereedschap buiten het bereik
van kinderen op en laat mensen die daarvoor
niet bevoegd zijn het electrisch gereedschap niet
gebruiken.
23. Onderhoud het gereedschap zorgvuldig. Controleer
of er geen bewegende of gebroken onderdelen zijn
die de werking van het electrisch apparaat kunnen
beïnvloeden. Een defect aan electrisch gereedschap
dient eerst gerepareerd te worden.
24. Gebruik electrische gereedschappen, accessoires,
tips etc. volgens de instructies, rekening houdend
met het werk en de werkomstandigheden.
25. Laat het electrisch apparaat bij een gekwaliceerde
reparatiedienst nakijken en gebruik alleen maar
A. MONTAGE-AANWIJZINGEN
Montage
Veiligheid
Aansluiting
Toepassingen
Beperking omtrent omgevingsomstandigheden
B. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
C. LEREN KENNEN VAN HET PRODUCT
D. INBEDRIJFSTELLING
Toetsingen voorafgaand aan de inbedrijfstelling
Aan-/Uitschakelaar
Mechanische en elektronische snelheidsregelaar (RUBIMIX)
E. GEBRUIKSINSTRUCTIES
F. ONDERHOUD
Reiniging en onderhoud
Opslag
G. ALGEMENE KENMERKEN
Technische Kenmerken
Stroomketen
Exploding
H. VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET
EGRICHTLIJNEN
INHOUDSOPGAVE