Operation Manual
Table Of Contents
- MAGNETRONOVEN
- Korte aanwijzingen voor direct gebruik
- Plaats van de onderdelen
- Bedieningspaneel
- Accessoires
- Over deze gebruiksaanwijzing
- Veiligheidsinformatie
- Installatie
- Klok gelijkzetten
- De werking van een magnetron
- Controleren of uw magnetron goed werkt
- Bij twijfel of problemen
- Koken en opwarmen
- Vermogensstanden en tijdseenheden
- Stoppen met verhitten
- Bereidingstijd wijzigen
- Gewichteenheid kiezen of wijzigen
- Automatisch koken
- Automatisch opwarmen
- Automatisch ontdooien
- De Junior functie
- De Snack functie
- De Dranken functie
- Dranken instellingen
- De Cake functie
- Cake instellingen
- Het bruineerbord gebruiken
- Gerechten bereiden in verschillende fasen
- De nagaartijd instellen
- De juiste hulpmiddelen kiezen
- De oven voorverwarmen
- Bakken met de oven
- Grillen
- Het verwarmingselement in de juiste stand zetten
- Het braadspit gebruiken
- Het verticale multispit gebruiken
- Magnetron en grill tegelijk gebruiken
- Magnetron en oven tegelijk gebruiken
- Veiligheidsvergrendeling
- Waarschuwingssignaal uitschakelen
- De geheugenfunctie
- Tips voor gebruik van keukengerei en serviesgoed in de magnetron
- Kooktips
- Reinigen
- Onderhoud en opslag van uw magnetron
- Technische gegevens
11
NL
Automatisch koken (vervolg)
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de diverse programma’s
voor opwarmen en koken, de hoeveelheden, nagaartijden en
aanbevelingen. De programma’s 1 en 2 worden in de stand magnetron
bereid. Bij de programma’s 5 worden de magnetron en oven
gecombineerd gebruikt.
De programma’s 3 en 4 maken gebruik van zowel de grill als de
magnetron.
Code Gerecht Portie Nagaar-
tijd
Aanbevelingen
1Verse
groente
200-250 g
300-350 g
400-450 g
500-550 g
600-650 g
700-750 g
3 min. Was de groente en snijd ze in
stukken van gelijke grootte. Weeg
de groente en doe ze in een
glazen schaal zonder deksel. Voor
200-250 g groente 30 ml (2
eetlepels) water toevoegen, voor
300-450 g 45 ml (3 eetlepels)
water en voor 500-750 g 60-75 ml
(4-5 eetlepels) water toevoegen.
Na het koken omroeren. Als u
grotere hoeveelheden kookt ook
een keer tussendoor roeren.
2 Gekookte
aardappels
300-350 g
400-450 g
500-550 g
600-650 g
700-750 g
3 min. Was de aardappels en snijd ze in
stukken van gelijke grootte. Weeg
de aardappels en doe ze in een
glazen schaal met deksel.
Voor 300-340 g aardappels 45 ml
(3 eetlepels) water toevoegen en
voor 500-750 g 60 ml (4
eetlepels).
3 Gegrilde vis 200-300 g
(1 st.)
400-500 g
(1-2 st.)
600-700 g
(2 st.)
800-900 g
(2-3 st.)
3 min. Bestrijk de vissen met olie en voeg
kruiden en specerijen toe. Leg de
vissen naast elkaar (kop naast
staart) op het rooster. Als de
magnetron een
waarschuwingssignaal geeft, keert
u de vis om.
4 Kipdelen 200-300 g
(1 st.)
400-500 g
(2 st.)
600-700 g
(3 st.)
800-900 g
(3-4 st.)
3 min. De kipdelen bestrijken met olie en
kruiden met peper, zout en
paprika. Leg de kip op het
bovenste rooster met de borst
omlaag. Als de oven een
waarschuwingssignaal geeft, de
kipdelen omkeren.
5 Rundvlees/
lamsvlees
900-1000 g
1200-1300 g
1400-1500 g
10-15
min.
Het rund- of lamsvlees bestrijken
met olie en specerijen (alleen
peper. Zout pas na het braden
toevoegen).
Leg het vlees op het onderste
rooster met het dikste deel
omlaag. Als de oven een
waarschuwingssignaal geeft, keert
u het vlees. Na het braden (vóór
het nagaren) wikkelt u het vlees in
aluminiumfolie.
jXW\kUGGwGXXGG{SGzGX]SGYWWZGG`a[WGht