In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
• Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. • Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. • Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader • Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. • Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. • Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld.
Pictogrammen in deze handleiding Opnamemodus Aanduiding Smart Auto Programma Diafragmaprioriteit Sluiterprioriteit In de onderstaande afbeelding wordt de draaiknop van de opnamemodus op de camera weergegeven. U kunt de gewenste opnamemodus selecteren door aan de modusdraaiknop te draaien. In de onderstaande afbeelding is de status ).
Menu-indicaties in deze handleiding Symbolen in deze handleiding Menu-indicaties van de foto-opnamemodus 1 Opname 1( 2 3 1 1 2 Symbool 3 Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen 1) Opname 2( Opname 3( 3) Instelling 1( 1) Instelling 3( ) Gebruikersinstelling ( 1) Instelling 2( ) 2 2 3) [ ] ( ) Menu-indicaties van de video-opnamemodus 1 6 2 3 1 1 2 3 → * Opname 1( 1) Opname 2( Opname 3( Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Sluiter] (staat voor de sluiterknop) Hiertussen wordt de refe
Uitdrukkingen in deze handleiding 7 Op de sluiterknop drukken Belichting (helderheid) • Druk [Sluiter] half in: druk de sluiterknop half in • Druk op [Sluiter]: druk de sluiterknop volledig in De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, Diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Beknopt overzicht Foto’s van mensen maken • Modus ( ) → Beautyshot X47 • Rode-ogenonderdrukking X56 • Gezichtsdet.
Inhoudsopgave Basisfuncties ...................................................... 12 9 Uitpakken ................................................................. 13 Naam en functie van elk onderdeel ......................... 14 Dioptrieknop/oogdop/statuslampje.......................... 16 Benaming van elk onderdeel van het objectief ....... 17 Voorbereiding van de camera .................................. 18 De batterij opladen .................................................. 18 De batterij plaatsen .
Inhoudsopgave Uitgebreide opnamefuncties ............................ 50 10 Resolutie en beeldkwaliteit instellen ........................ 51 Een resolutie instellen ............................................ 51 De beeldkwaliteit van foto's instellen ..................... 52 De videokwaliteit instellen ....................................... 52 Ruisonderdrukking ................................................. 53 De zelfontspanner gebruiken ...................................
Inhoudsopgave Weergeven en bewerken ................................... 78 11 Weergeven (foto/video)............................................ 79 In de weergavemodus foto's bekijken ..................... 79 Bestanden in het Smart Album op categorie bekijken .............................................. 81 Gesplitste weergave gebruiken............................... 81 Bestandsbeveiliging ................................................ 82 Bestanden wissen ..............................................
Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: 13 Camera (bodydop, oogdop en accessoireschoenkapje meegeleverd) USB-kabel Snelstartgids Oplader/ voedingskabel Batterij Polslus Software-cd-rom (inclusief gebruikershandleiding) De afbeelding van de onderdelen of optioneel toebehoren kan van de daadwerkelijke producten verschillen. Voor meer informatie over optioneel toebehoren, zie “Accessoires (optioneel toebehoren)”. (pag.
Naam en functie van elk onderdeel Modusdraaiknop (pag. 5) Accessoireschoenkapje (pag. 58) Transportmodusknop (pag. 73) Groene knop* Accessoireschoen (pag. 58) Dioptrieknop (pag. 16) Ingebouwde flitser (pag. 55) Instelwiel (pag. 26) Sluiterknop (pag. 7) Aan-uitschakelaar (pag. 23) 14 Flitserknop (pag. 55) AF-hulplampje(pag. 61) Objectiefbevestigingsmarkering (pag. 21) Controleknop scherptediepte (pag. 37) Objectiefvatting (pag. 21) Bodydop (pag. 21) Camerariembevestiging (pag.
Naam en functie van elk onderdeel Zoekeroculair (pag. 16) Zoeker AEL-knop (pag. 77) MENU-knop (pag. 26) EV-knop (pag. 43) Oogsensor* 15 Scherm DISP-knop (pag. 28) Functie(Fn)-knop (pag. 27) Statuslampje (pag. 16) Richtingstoets (pag. 5) Klep voor geheugenkaart Wisknop/Fotowizardknop (pag. 82) Statiefbevestiging Weergaveknop (pag. 79) Klepje van batterijcompartiment (pag.
Naam en functie van elk onderdeel Dioptrieknop/oogdop/statuslampje 16 Knop voor afstelling op oogafwijking Gebruik van de dioptrieknop Het is mogelijk om de zoeker aan te passen aan het gezichtsvermogen van de gebruiker. Als het beeld niet duidelijk in de zoeker wordt weergegeven, draait u de dioptrieknop naar links of rechts om een beter beeld te krijgen. Verwijdering van het zoekeroculair Bij levering is het zoekeroculair op de camera bevestigd.
Naam en functie van elk onderdeel Benaming van elk onderdeel van het objectief Elektrische contactpunten 17 Koppelstuk van objectiefvatting Zoomring Koppelstuk voor zonnekap Lens Koppelstuk van objectiefvatting AF/MF-schakelaar (pag. 34) OIS-schakelaar (pag. 35) Scherpstelring (pag. 33) Lens Scherpstelring [SAMSUNG 30mm F2] [SAMSUNG 18-55mm F3.5-5.
Voorbereiding van de camera De batterij opladen Laad de batterij volledig op voordat u dit product gaat gebruiken. CHARGE Sluit alles aan zoals in de afbeelding is aangegeven. Netsnoer INSERT Oplaadlampje 18 1 INSERT 2 INSERT Kleur van het oplaadlampje Oplaadstatus Oplader Rood Bezig met opladen Groen Volledig opgeladen • Om de batterij uit de oplader te halen, tilt u de batterij voorzichtig in de richting van de pijl.
Voorbereiding van de camera De batterij plaatsen 1 19 3 Openen door in de richting van de pijl te duwen Sluiten door in de richting van de pijl omlaag te duwen Wanneer u de batterij uit de camera wilt halen, trekt u de vergrendeling voorzichtig omlaag. Vervolgens kunt u de batterij verwijderen.
Voorbereiding van de camera De geheugenkaart plaatsen 1 3 20 2 Controleer de richting van de metalen contactpunten alvorens de geheugenkaart te plaatsen. • Wanneer u de geheugenkaart uit de camera wilt halen, duwt u er voorzichtig op om de kaart te ontgrendelen. • Verwijder de geheugenkaart of de batterij niet wanneer het statuslampje op de camera knippert. Hierdoor zou gegevensverlies of schade aan het product kunnen ontstaan.
Voorbereiding van de camera Het objectief bevestigen/ loskoppelen 21 Loskoppeling van het objectief Verwijder de dop van de vatting van het objectief en de bodydop van de camera voordat u het objectief gaat plaatsen. Lijn de rode markering op de camerabody uit met het rode punt op de objectiefvatting en bevestig het objectief door het rechtsom te draaien totdat het vastklikt.
Voorbereiding van de camera Bevestiging van de camerariem Wanneer de camerariem aan de body is bevestigd, kan de gebruiker de camera handig dragen.
Inschakelen en opstarten Wanneer u de camera wilt aan- of uitzetten, gebruikt u hiervoor de aan-uitschakelaar ON/OFF. De eerste keer dat u de camera aanzet, wordt u mogelijk gevraagd om de taal en datum in te stellen. 2 Date & Time Date 1 Druk op [T] om de Language te 2 selecteren en druk vervolgens op [ ]. Druk op [S/T/W/X] om de gewenste taaloptie in te stellen en druk vervolgens op [ ]. • 2010 1 1 Het scherm wordt in de gekozen taal weergegeven.
Inschakelen en opstarten 5 6 Druk op [T] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [ ]. Stel een wereldtijd in door te drukken op [W/X]. Tijdzone 2 24 Londen [GMT +00:00] 2010/01/01 01:10 AM MENU Terug 7 8 9 10 Zomertijd Als u zomer- en wintertijd wilt instellen, drukt u op [S]. Druk nogmaals op [S] om deze optie uit te schakelen. Druk op [ ] om de instelling op te slaan. Druk op [T] om Tijd te selecteren en druk vervolgens op [ ].
Inschakelen en opstarten Alle details die in de zoeker te zien zijn, verschijnen precies zo op het scherm. Met behulp van de live view-functie kunnen gebruikers handig een foto maken zonder door de zoeker te hoeven kijken. De pictogrammen op het scherm wijzen op het gebruik van de schakelaars voor OIS en AF/MF op het objectief. Pictogrammen B A Informatiegedeelte 12:00AM AM 2010.01.01 14M Opnamemodus C SF B Opnameopties (links) 14M Scherpstelcontrole ISO RGB 15 25 OIS 15 F3.
Selectie van menu's en opties Wanner u op [MENU] drukt, kunt u een gewenste optie of menu selecteren door te drukken op [S/T] of [ 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 U kunt een gewenste optie of menu selecteren door te drukken op [S/T/W/X] of [ ].
Selectie van menu's en opties [Fn] gebruiken 6 Druk op [S]. Met behulp van de [Fn]-knop op de camera heeft de gebruiker snel toegang tot belangrijke functies zoals Kwaliteit, Formaat, AF-gebied, Flitser, Kleurruimte, Smart bereik en OIS. 7 Stel de gewenste flitssterkte in met behulp Voorbeeld. 27 van [W/X] of het instelwiel. • Hiermee kunt u de flitssterkte met ±2 stops aanpassen. Flitserinstelling in de P-modus 1 Zet de modusdraaiknop op P. 2 Druk op de [Fn]-knop op de camera.
Scherm en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het type weergave wijzigen De functiebeschrijvingen van het menu weergeven U kunt de weergavemethode van pictogrammen en optionele items in de opname- en weergavemodus selecteren. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer de gewenste menuoptie. • Druk herhaaldelijk op [DISP]. Houd [DISP] ingedrukt.
Scherm en geluid instellen Het gebruikersscherm instellen U kunt de weergavemethode van opname-informatie instellen of verwijderen. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Gebruikersinstelling ( 1) → Gebruikersdisplay → een optie. 09:45 14M 29 2010.01.01 Raster Het geluid instellen De gebruiker kan het geluid instellen dat klinkt wanneer er met de camera wordt gewerkt. 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [MENU]. 2) → Geluid → Systeemvolume → een optie.
Scherm en geluid instellen De schermweergave instellen De schermweergave kan worden ingesteld op de stand die het gemakkelijkst is voor de gebruiker. 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [MENU]. 2 Selecteer Instellingen 3 ( 3) → Schermkeuze. 30 3 Selecteer de gewenste optie.
Eenvoudig foto's maken U kunt gemakkelijk foto's maken door de noodzaak van gebruikersinstellingen te minimaliseren. 1 Zet de modusdraaiknop op . 3 Druk [Sluiter] half in om scherp te stellen. 14M SMART RGB OIS 31 2 Kadreer het onderwerp. SMART WHITE Alle details die in de zoeker te zien zijn, verschijnen precies zo op het scherm. ● ● 0001 Groen: Het onderwerp is scherp. Rood: Het onderwerp is niet scherp. 4 Druk [Sluiter] volledig in om de opname te starten.
Tips om betere foto’s te maken De camera op de juiste manier vasthouden De sluiterknop half indrukken Als u van tevoren wilt controleren of de scherpstelling goed is, kunt u hiervoor de sluiterknop half indrukken. Wanneer u de sluiterknop half indrukt, worden de scherpstelling en belichting automatisch aangepast. Zorg ervoor dat uw hand, uw haar en de camerariem het objectief of de flitser niet blokkeren.
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende situaties kan een foto onscherp worden doordat het moeilijk is om het onderwerp scherp te krijgen.
Automatische of handmatige scherpstelling instellen Met de AF/MF-schakelaar aan de zijkant van het objectief kunt u kiezen voor handmatige of automatische scherpstelling. 1 Automatische scherpstelling gebruiken Stel de AF/MF-schakelaar op het objectief in op AF. De scherpstelling wordt automatisch aangepast als de sluiterknop half wordt ingedrukt. 34 2 Handmatige scherpstelling gebruiken Stel de AF/MF-schakelaar op het objectief in op MF.
Optische beeldstabilisatie (OIS) Wanneer u de functie voor optische beeldstabilisatie (OIS) gebruikt, kunt u nauwkeuriger scherpstellen, doordat bewegingsonscherpte wordt geminimaliseerd. De OIS-knop op het objectief gebruiken De OIS-functie kan alleen worden gebruikt wanneer deze functie in het objectief aanwezig is. Als u deze functie wilt gebruiken, zet u [OIS] op ON.
De OIS-knop in de menuoptie gebruiken Nadat u de OIS-knop hebt ingesteld, selecteert u de OIS-functie in het menu 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname3 ( 3/ 3) → OIS → een optie. De OIS-functie wordt alleen actief OIS 36 OIS Modus 1 wanneer de sluiterknop half of volledig wordt ingedrukt. Modus 2 De OIS-functie is altijd actief. • De OIS-functie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
Scherptedieptecontrole Wanneer u de functie voor scherptedieptecontrole niet gebruikt, kunt u het onderwerp alleen door de camera zien bij een maximale Diafragmawaarde (minimaal f-nummer) in de opnamemodus. 1 Druk in de opnamemodus op de [Scherptediepte]-knop. 37 Controleknop scherptediepte Wat is scherptediepte? Wanneer u op een bepaald onderwerp scherpstelt, is er een bepaald gebied waarin objecten dichterbij en verder weg ook scherp zijn. Dit scherpe gebied wordt scherptediepte genoemd.
Basale opnamen Meer informatie over het nemen van foto’s door een modus te selecteren en het opnemen van video’s.
De Smart Auto-modus gebruiken Met de smart auto-modus kunt u foto's maken met de optimale instellingen voor de actuele situatie. De camera herkent automatisch diverse opnameomstandigheden en kiest instellingen die daarvoor geschikt zijn. Zo kunnen zelfs beginnende fotografen de camera probleemloos gebruiken. 1 Zet de modusdraaiknop op 2 Kadreer het onderwerp. • 39 .
De programmamodus gebruiken In de programmamodus worden de sluitertijd en Diafragmawaarde automatisch aangepast waarbij de juiste helderheid behouden blijft. 1 Zet de modusdraaiknop op P. 2 Stel opties in. Voor een lijst met opties, zie “Uitgebreide opnamefuncties”. (pag. 50) • 14M SF 40 ISO RGB Wat is de programmaverschuivingsmethode? Bij gebruik van deze functie kunnen de gewenste sluitertijd en Diafragmawaarde worden gekozen, terwijl de belichting onveranderd blijft.
Diafragmawaardeprioriteit, sluiterprioriteit of de handmatige modus gebruiken Wanneer u met behulp van de Diafragmawaarde de sluitertijd en de hoeveelheid binnenvallend licht regelt, kunt u foto's met de gewenste belichting maken. In de volgende opnamemodi kunt u het Diafragmawaarde en de sluitertijd regelen: Diafragmawaardeprioriteit, sluiterprioriteit en handmatige modus.
Diafragmawaardeprioriteit, sluiterprioriteit of de handmatige modus gebruiken Sluiterprioriteit gebruiken Sluitertijd In de sluiterprioriteitmodus kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de camera automatisch een geschikte Diafragmawaarde kiest. De sluitertijd is de periode dat de sluiter open staat. Door met de sluitertijd te spelen, kunt u allerlei interessante effecten bereiken. Met een lange sluitertijd wordt beweging in het beeld vervaagd.
Diafragmawaardeprioriteit, sluiterprioriteit of de handmatige modus gebruiken De handmatige modus gebruiken In de handmatige modus kunt u foto's maken door rechtstreeks diverse opnameopties in te stellen, inclusief sluitertijd en Diafragmawaarde. 1 Zet de modusdraaiknop op M. 2 Draai aan het instelwiel om de sluitertijd in te stellen. 43 3 Draai aan het instelwiel om de Diafragmawaarde in te stellen terwijl u de reeksopnamenknop ingedrukt houdt.
Diafragmawaardeprioriteit, sluiterprioriteit of de handmatige modus gebruiken De belichtingsoptie 'bulb' gebruiken Met behulp van de belichtingsoptie 'bulb' kunt u net zo'n lange sluitertijd gebruiken als u wilt. 1 Zet de modusdraaiknop op M. 2 Draai aan het instelwiel en stel de sluitertijd in op Lamp. • Naast een sluitertijd van 30" (seconden) verschijnt de bulbindicatie. 14M 44 SF ISO RGB OIS Bulb F3.
De modi nacht/portret/landschap gebruiken De nachtmodus gebruiken De portretmodus gebruiken Bij gebruik van de nachtmodus kunt u de optimale belichting voor een donkere omgeving gebruiken. In de portretmodus bereikt u bij portretopnamen een optimaal effect. 1 Zet de modusdraaiknop op . 2 Kadreer het onderwerp en druk [Sluiter] 1 Zet de modusdraaiknop op . 2 Kadreer het onderwerp en druk [Sluiter] half in om scherp te stellen. 45 3 Druk [Sluiter] volledig in om de opname te starten.
De scènemodus gebruiken Aangezien voor deze scènes de geschikte opties al zijn voorgeprogrammeerd, wordt het fotograferen u gemakkelijk gemaakt doordat u steeds een scène kunt kiezen die bij de situatie past. 1 Zet de modusdraaiknop op 2 Selecteer een scène. 46 . x Druk op [MENU] om een scène te selecteren. U kunt vervolgens de gewenste scène selecteren. x Voor de beautyshot-modus, zie “De beautyshot-modus gebruiken”.
De scènemodus gebruiken De beautyshot-modus gebruiken In de beautyshot-modus kunt u foto's maken waarbij de huid glad en vrij van ongerechtigheden wordt gemaakt. 47 . 1 Zet de modusdraaiknop op 2 Druk op [MENU]. 3 Selecteer Opname1 ( 1) → SCÈNE → Beautyshot. 4 3 1 2 3 1 1 2 Gezichtstint Niveau 1 Gezichtretouch. Niveau 1 3 Niveau 3 MENU Terug Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. 2 Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken.
Een video opnemen In de videomodus kunt u opnamen in high-definition kwaliteit (1280x720) opslaan. U kunt video's van maximaal 25 minuten lang maken. De video-opname wordt opgeslagen als een H.264-bestand (MPEG-4.AVC). 48 1 2 3 4 5 6 7 Zet de modusdraaiknop op . Druk op [MENU]. Selecteer Opname1 ( 1) → Kwalit.. 3) → Spraak. Stel opties in. Selecteer Opname3 ( Kies of u spraak wilt opnemen. Druk op [Sluiter] om de opname te starten.
Een video opnemen • Wanneer de faderfunctie wordt gebruikt, kan het opslaan van beelden langer duren. Windonderdrukking gebruiken Met behulp van de windonderdrukkingsfunctie kunt u behalve het geluid van de wind ook omgevingsgeluid uitfilteren. 49 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 3) → Windonderdrukking → een optie.
Uitgebreide opnamefuncties Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Met behulp van de diverse opnameopties kunt u foto's en video's aan uw wensen aanpassen.
Resolutie en beeldkwaliteit instellen De functie kan rechtstreeks worden ingesteld door in de opnamemodus op [Fn] te drukken. 3008 x 1688 Bij uitvoer naar een HDTV of (16:9) afdrukken op A4-formaat (16:9) Een resolutie instellen Als u de meeste details en de beste beeldkwaliteit voor uw foto's of video's wilt, is het een goed idee om de resolutie op de hoogste instelling te zetten. Het nadeel hiervan is wel dat de bestanden dan relatief groot worden.
Resolutie en beeldkwaliteit instellen De functie kan rechtstreeks worden ingesteld door in de opnamemodus op [Fn] te drukken. De beeldkwaliteit van foto’s instellen Foto's worden in JPEG- of RAW-indeling opgeslagen. Hoe lager de compressie, des te beter is de beeldkwaliteit. Voor een betere beeldkwaliteit zijn dus grotere bestanden nodig. 1 2 52 Druk in de opnamemodus op [MENU]. Selecteer Opname 1 ( 1) → Kwalit. → een optie.
Resolutie en beeldkwaliteit instellen Ruisonderdrukking Met deze functie wordt ruis in foto’s verminderd. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Gebruikersinstelling ( 1) → Ruisonderdrukking → een optie. 53 Hoge ISO ruisonderdr. Met deze functie wordt ruis die bij hoge ISO-waarden (3200) kan optreden, verminderd. Lange ruisonderdr. Met deze functie wordt de ruis die bij een lange belichting (meer dan 1 seconden) optreedt, verminderd.
De zelfontspanner gebruiken De functie kan rechtstreeks worden ingesteld door in de opnamemodus op [ De zelfontspanner instellen 1 2 3 4 54 Druk in de opnamemodus op [MENU]. Selecteer Opname 2 ( 2) → Snelheid. Druk na het selecteren van Timer op [Fn]. Selecteer het tijdsinterval met behulp van het instelwiel of [W / X]. • U kunt een interval instellen variërend van 2 - 30 seconden.
Foto's in het donker maken De functie kan rechtstreeks worden ingesteld door in de opnamemodus op [Fn] te drukken. De flitserontgrendeling gebruiken De flitseroptie instellen U kunt flitsen wanneer de ingebouwde flitser met de flitserontgrendeling wordt geopend. Wanneer de flitser , is gesloten komt er geen flits. In de modi , , en wordt automatisch opening van de flitser ondersteund.
Foto's in het donker maken De functie Anti-rode ogen gebruiken Wanneer u op donkere plaatsen foto's maakt, kan door het flitslicht het rode-ogeneffect ontstaan. Zet in dat geval de flitseroptie op Auto + Rode ogen of Invulflits + Rode ogen. 56 • • Met behulp van de functie Anti-rode ogen kan het rode-ogeneffect worden voorkomen doordat er voorafgaand aan de hoofdflits voorflitsen worden afgevuurd.
Foto's in het donker maken De flitssterkte regelen • Wanneer het onderwerp te dichtbij is, de ISOwaarde te hoog is of de belichtingswaarde te groot of te klein is, zal het aanpassen van de flitssterkte weinig effect hebben. • Bij bepaalde opnamemodi is het niet mogelijk om de flitssterkte te regelen. • Wanneer de flitssterkte door een externe flitser wordt geregeld, wordt de belichtingswaarde van de externe flitser gebruikt wanneer deze aan de camera wordt gekoppeld.
Foto's in het donker maken Een externe flitser gebruiken (niet meegeleverd) De A-TTL automatische flitsmodus kan worden gebruikt door gebruik te maken van een externe flitseenheid (SEF20A of SEF42A). In deze gebruikershandleiding wordt van het flitsermodel “SEF20A” uitgegaan. Zie de gebruikershandleiding van de flitser voor meer informatie over licht van de externe flitser. 58 De flitser plaatsen 1 Verwijder het kapje van de accessoireschoen en plaats de externe flitser.
Foto's in het donker maken De ISO-waarde aanpassen 59 De ISO-waarde is de norm voor filmgevoeligheid die door de International Standards Organization (ISO) is vastgesteld en definieert de mate van reactie wanneer er licht in de camera valt. Aangezien de gevoeligheid bij hogere ISO-waarden toeneemt, is het mogelijk om in het donker natuurlijke opnamen te maken door de ISO-waarde te verhogen. Door de kortere sluitertijd die hierdoor mogelijk is, wordt ook bewegingsonscherpte tegengegaan.
Scherpstelmethoden De scherpstelmethode wijzigen AF-prioriteit Afhankelijk van het te fotograferen onderwerp kunnen er diverse scherpstelmethoden worden gebruikt. Wanneer u de AF-scherpstelling gebruikt, zorgt de functie AF-prioriteit dat er niet kan worden afgedrukt als het onderwerp niet goed is scherpgesteld. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 2 ( 2/ 2) → AF- modus → een optie.
Scherpstelmethoden Het AF-hulplampje gebruiken Het scherpstelgebied wijzigen Op donkere plaatsen werkt de automatische scherpstelling beter wanneer u het AF-hulplampje inschakelt. U kunt ook scherpe en levendige foto’s maken als het scherpstelgebied relatief tot het onderwerp is verlegd. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Gebruikersinstelling ( 61 1) AF-lamp. Uit Aan → 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 2 ( 2) → AF-gebied → een optie.
Scherpstelmethoden Scherpstellen op het geselecteerde gebied Bij het bepalen van de compositie kan de scherpstelling op een door de gebruiker gewenst gebied worden ingesteld. 4 Druk in de opnamemodus op [ 5 Druk op [S/T/W/X] om het ]. scherpstelgebied te verplaatsen. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 2 ( 62 2) → AF-gebied → Keuze AF. 1 2 3 1 1 2 3 AF Zoom AF-modus AF-gebied Keuze AF AF-prioriteit Multi AF Aide M. au P. manuelle Gezichtsdet.
Scherpstelmethoden De functie MF gesteund instellen Als de scherpstelmethode voor de lens is ingesteld op Manual Focus (Handmatige focus of MF), helpt deze functie bij het scherpstellen van het onderwerp door automatisch het scherm uit te schuiven. 1 Stel de methode voor scherpstellen in op Manual Focus (Handmatige focus). 63 2 Selecteer Opnemen 2 ( 2) → MF gesteundt. 3 Selecteer de gewenste optie. 1 2 3 1 1 2 3 AF-modus AF-gebied AF-prioriteit Aan Aide M. au P.
Gezichtsdetectie Wanneer Gezichtsdetectie AF is ingeschakeld, kan er bij portretten automatisch op menselijke gezichten worden scherpgesteld. Deze functie komt ook bij zelfportretten goed van pas. Normale gezichtsdetectie • Bij gebruik van de Gezichtsdet. AF kan de automatische scherpstelling worden ingesteld op basis van het gezicht. 64 Nadat de compositie is bepaald, kunnen er tot 10 gezichten door de camera worden gedetecteerd, aan de hand waarvan de scherpstelling en belichting worden bepaald.
Gezichtsdetectie Gezichtsdetectie bij zelfportret Voor het maken van een zelfportret wordt de brandpuntsafstand ingesteld op een punt dat voor close-ups geschikt is. Als er in het centrum een gezicht wordt gedetecteerd, klinkt er een geluidssignaal dat aangeeft dat de opname kan worden gemaakt. 65 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 2 ( 2) → AF- gebied → Zelfportret AF 3 Druk op [Sluiter] als het geluidssignaal klinkt. Wanneer het gezicht in het midden is, klinkt het signaal.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's De belichting aanpassen (helderheid) Afhankelijk van de hoeveelheid licht kunnen de foto’s lichter of donkerder worden. In zo'n geval kan de belichting worden aangepast door de hoeveelheid licht die de sensor bereikt te regelen. 66 • • • S Gebruik - S 0 Wanneer u de standaardbelichting gebruikt die automatisch door de camera wordt ingesteld, kan de foto soms te donker of te licht uitvallen. Dit is afhankelijk van de gefotografeerde scène.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's De lichtmeetmethode wijzigen Wanneer de compositie van het beeld wordt bepaald, meet de camera de hoeveelheid licht. Daarbij kunnen de helderheid en sfeer van de resulterende foto verschillen, afhankelijk van het deel van het beeld waar de meting is verricht. 67 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 3 ( 3/ 3) → L.meting → een optie. • Meting van de hoeveelheid licht in het centrum van het beeld.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's De witbalans instellen De kleuren in de foto worden door de aanwezige lichtbronnen beïnvloed. Voor foto's met natuurgetrouwe kleuren kunt u de witbalans selecteren die bij de aanwezige lichtbron past, of de kleurtemperatuur handmatig aanpassen. Bij moeilijke lichtbronnen kunt u de witbalans handmatig op de situatie aanpassen. 68 Automatisch Bewolkt Daglicht Gloeilamp 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 1 ( 1/ 1) → Witbalans → een optie.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's Fijnregeling van de witbalans Door gebruiker in te stellen 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 1 ( 1/ 1) → Witbalans. 3 Druk na het selecteren van de gewenste witbalansoptie op [Fn]. 69 1 Als de opname wordt genomen van het witte papier, volledig in beeld, wordt de juiste waarde voor de witbalans ingesteld overeenkomstig de gemeten lichtbron. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 1 ( 1/ 1) → Witbalans.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's Wat is kleurtemperatuur? De kleurtemperatuur instellen Het is mogelijk om de witbalans aan de hand van de kleurtemperatuur in te stellen. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 1 ( 1/ 1) → Witbalans. 70 Kleurtemperatuur is de kleur van het licht uitgedrukt in absolute temperatuur met de eenheid Kelvin (K). Een hogere kleurtemperatuur kan een koudere indruk geven en een lagere kleurtemperatuur een warmere indruk.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's Kleurruimte Wat is kleurruimte? Hiermee wordt de kleurruimte voor de foto ingesteld. Beeldverwerkingsapparaten en -toestellen zoals digitale camera's, monitoren en printers kunnen een verschillend aantal kleurtinten reproduceren. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 1 ( 1) → Kleurruimte → een optie. 71 RGB sRGB RGB Adobe RGB Hiermee stelt u de kleurruimte op sRGB in. Hiermee stelt u de kleurruimte op Adobe RGB in.
Aanpassing van helderheid en kleur in foto's Smart bereik Hiermee wordt automatisch het verlies van heldere details gecorrigeerd dat door de verschillende schaduwgradaties in het beeld ontstaat. 72 ▲ Smart bereik uitgeschakeld ▲ Smart bereik ingeschakeld 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 3 ( 3) → Smart bereik → een optie. • Wanneer Smart bereik is ingeschakeld kan ISO 100 niet worden gebruikt.
De opnamemethode wijzigen Het is niet eenvoudig om op het juiste moment een foto van een snelbewegend object te maken, of om bij een portretsessie de gewenste gezichtsuitdrukking vast te leggen. In dergelijke situaties kunt u de optie voor continuopnamen gebruiken. Continu-opnamen en zelfontspanner instellen 73 In bepaalde situaties is het handig om de optie voor continu-opnamen te selecteren. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 2 ( 2) → Snelheid → een optie.
De opnamemethode wijzigen Gedetailleerde instelling van reeksopnamen Voor reeksopnamen kunnen opties voor de belichting, witbalans en fotowizard worden ingesteld. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 3 ( 3) AE BKT instellen Bij reeksopnamen met een verschillende belichting kunnen met deze instelling de volgorde en het belichtingsinterval voor de opnamen worden ingesteld.
Speciaal effect/foto retoucheren Fotowizard 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. Met behulp van de Fotowizard kunt u uw foto's diverse verschillende sferen meegeven. 2 Selecteer Opname 1 ( 1) → Fotowizard → een optie. T Voorbeeld Helder Kleur Kleurverz. 0 Scherpte 0 Contrast 0 75 V Standaard Helder Portret MENU Afsl. P L F R Cool CA Verpl. 3 Stel de gedetailleerde opties van de fotowizard in met behulp van [S/T/W/X].
Speciaal effect/foto retoucheren Aangepaste instelling van de fotowizard U kunt de opties aanpassen en vervolgens beelden opslaan op drie verschillende manieren 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 1) → Fotowizard → Aangepast → een optie. 2 Selecteer Opname 1 ( Aangepast 1 76 Kleur ■ Kleurverz. 0 Scherpte 0 Contrast 0 P L F R Cool MENU Afsl. CA Classic C1 Verpl.
Overzicht Het Overzicht instellen De functie van bepaalde knoppen op de camera kan worden gewijzigd. 1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Gebruikersinstelling ( 1) → Toetsafbeelding → een optie. 77 AEL Voorbeeld Hiermee wordt de actie ingesteld die met een druk op de [AEL]knop wordt uitgevoerd. - Met AEL (Auto Exposure Lock) wordt alleen de automatische belichting vergrendeld. - Met AFL (Auto Focus Lock) wordt alleen de automatische scherpstelling vergrendeld.
Weergeven en bewerken Meer informatie over het weergeven van foto’s en video’s en het bewerken van foto’s en video’s. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit.
Weergeven (foto/video) In de weergavemodus foto's bekijken Beschrijving over fotoweergave Wanneer u in de weergavemodus op [DISP] drukt, verschijnt de scherminformatie. De gebruiker kan opgeslagen foto’s en videos bekijken. 1 Druk op [ • 79 ]. Hiermee worden de recent opgeslagen bestanden weergegeven. RAW 2 Bekijk de foto's op volgorde met behulp van [W/X].
Weergeven (foto/video) Beschrijvingen over videoweergave 1 1 R 2 100-0001 2 3 G B Videoformaat 1280 X 720 Datum 2010.01.01 Y 80 RAW 0.0 4 4592 X 3056 1/40 F3.5 ISO 18mm 2010.01.01 3 8 WWaWW OK 100 00004/00009 Afspelen 7 WXaWW Vastleggen 6 1 Gemaakte foto 1 Volumeregeling 2 RGB-histogram 2 Beschermd bestand 3 Opnamemodus, lichtmeting, flitser, witbalans, fotowizard, Brandpuntafst.
Weergeven (foto/video) Bestanden in het Smart Album op categorie bekijken De bestanden kunnen op bestandsnaam, datum (dag), datum (week) en type worden gesorteerd en weergegeven. Gesplitste weergave gebruiken Doordat er verschillende bestanden tegelijk op één scherm kunnen worden weergegeven, kunt u gemakkelijk bestanden doorzoeken. ]. 1 Druk in de weergavemodus op [ 2 Druk op [MENU]. 3 Selecteer de gewenste weergavemethode.
Weergeven (foto/video) Bestandsbeveiliging Bestanden wissen U kunt bestanden tegen wissen beveiligen. In de weergavemodus kunnen bestanden worden geselecteerd en gewist. 1 2 Druk in de weergavemodus op [AEL]. verschijnt op het scherm. 3 Druk op [AEL] om te annuleren. 82 De functie kan worden ingesteld door in de weergavemodus op [MENU] te drukken. Eén foto wissen U kunt afzonderlijke foto's wissen wanneer u het gewenste bestand selecteert.
Weergeven (foto/video) Alle bestanden wissen Alle bestanden op de geheugenkaart kunnen tegelijk worden gewist. 1 Druk in de weergavemodus op [MENU]. 2 Selecteer Weergave [ ] → Wissen → Alles. 3 Selecteer Ja in het pop-upvenster. 83 Autom. draaien Foto's die verticaal zijn gemaakt bij de weergave automatisch draaien. 1 Druk in de weergavemodus op [MENU]. 2 Selecteer Weergave [ ] → Autom. draaien → Aan.
Weergeven (foto/video) Vergroten/verkleinen Een diavoorstelling weergeven Bij zoeken in de weergavemodus kunnen foto's worden vergroot. Vergroten Druk op [ ] om de foto te vergroten. (Druk op [ verkleinen.) 84 ] om de foto te U kunt foto's als diavoorstelling weergeven, met diverse effecten en achtergrondmuziek. 1 Druk in de weergavemodus op [MENU] →[ 2 • Als u zonder een optie in te stellen wilt afspelen, gaat u naar stap 4.
Weergeven (foto/video) 3 Stel een gewenste optie in. Een video bekijken 4 Selecteer Diashow → Afspelen. In de weergavemodus kunt u video's afspelen en tijdens het afspelen een interessant gedeelte opslaan door het uit te snijden of als foto vast te leggen. • Als u de foto's wilt herhalen, selecteert u de optie Herhalen. video hebt geselecteerd, drukt u op [ 5 Bekijk de diavoorstelling. • 85 U kunt het afspelen van de diashow stoppen door op de [ ]-knop en vervolgens op de knop [W/X]te drukken.
Weergeven (foto/video) Beelden uit een video als foto vastleggen Tijdens het afspelen van een video kunt u beelden als foto vastleggen. 1 Druk in de weergavemodus op [ ]. 2 Druk tijdens het afspelen van een video op [ ]. 3 Druk bij het gepauzeerde beeld op [T]. 86 • De resolutie van een afzonderlijk beeld is hetzelfde als de filmresolutie. • Het afzonderlijke beeld wordt opgeslagen onder een andere bestandsnaam. Een deel van een video uitsnijden 1 Druk in de weergavemodus op [ ].
Foto's bewerken Met behulp van het bewerkingsmenu kunt u foto’s op diverse manieren bewerken. De functie kan rechtstreeks worden ingesteld door in de opnamemodus op [Fn] te drukken. De resolutie wijzigen 1 Wanneer u in de weergavemodus een foto hebt geselecteerd, drukt u op [MENU]. 2 Selecteer Afbeelding bewerken → Res. 87 wijz. • Het bewerkte bestand wordt opgeslagen onder een andere bestandsnaam. Draaien 1 Wanneer u in de weergavemodus een foto hebt geselecteerd, drukt u op [MENU].
Foto's bewerken Anti-rode ogen 1 Wanneer u in de weergavemodus een foto hebt geselecteerd, drukt u op [MENU]. ] → Afbeelding bewerken → Anti-rode ogen. 88 Gezicht retoucheren 1 Wanneer u in de weergavemodus een foto hebt geselecteerd, drukt u op [MENU]. 2 Selecteer Weergave [ 2 Selecteer Weergave [ Tegenlicht aanpassen 1 Wanneer u in de weergavemodus 3 Stel een gewenste optie in. een foto hebt geselecteerd, drukt u op [MENU]. 2 Selecteer Weergave [ ] → Afbeelding bewerken → Tegenl.
Foto's bewerken De afdrukinformatie instellen (DPOF) 1 Druk in de weergavemodus op [MENU] → U kunt voor foto's opgeven op welk formaat ze moeten worden afgedrukt en hoeveel afdrukken u wilt. 2 Aangezien de afdrukinformatie in de MISC-map op de geheugenkaart wordt opgeslagen, kunt u gemakkelijk afdrukken laten maken door de geheugenkaart naar een digitale printshop te brengen.
Foto's bewerken 4 Selecteer in de weergavemodus [MENU] → DPOF → Formaat. 5 Selecteer de gewenste optie. Select. 90 Het gewenste afdrukformaat voor de foto selecteren. Alles Het afdrukformaat voor alle foto's op de geheugenkaart selecteren. Reset De afdrukformaatoptie op de standaardwaarden instellen. 6 Wanneer u de optie Select. hebt gekozen, selecteert u de af te drukken foto en drukt u op [Fn] nadat u met behulp van het instelwiel het aantal afdrukken hebt ingesteld.
Bestanden weergeven op een tv of HDTV U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de bijgeleverde A/V-kabel op een tv aan te sluiten. Foto's op een traditionele televisie weergeven 1 Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 107) 2 Verbind de camera via de A/V-kabel met de televisie. Video Audio 91 3 Zorg dat de televisie en de camera zijn ingeschakeld en selecteer de videouitvoermodus op de televisie.
Bestanden op een tv of HDTV bekijken Bestanden op een HDTV weergeven 1 Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 107) 2 Selecteer in de opname- of weergavemodus [MENU] → Instelling 3 ( 3 ) → HDMI-formaat → een optie. 3 Verbind de camera via de HDMI-kabel 92 met een HDTV. Als er tegelijkertijd een A/V-kabel en een HDMIkabel is aangesloten, heeft de HDMI-kabel prioriteit. Voor een goed resultaat is het echter aan te bevelen om de A/V-kabel los te koppelen.
Bestanden naar de computer overbrengen Voor Windows-gebruikers U kunt bestanden overbrengen door de camera op een pc aan te sluiten.
Bestanden naar de computer overbrengen 1 Plaats de installatie-cd in een compatibel cdromstation. 2 Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven, klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de installatie te starten. Bestanden naar de pc overbrengen Wanneer u de camera op de pc hebt aangesloten, zal deze laatste de camera als een verwisselbaar schijfstation herkennen. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan. U moet de kabel aansluiten op de juiste aansluiting op de camera.
Bestanden naar de computer overbrengen 2 Schakel de camera in. • 3 Selecteer Computer in het pop-upvenster. Selecteer op de computer Deze computer → Verwisselbare schijf → DCIM → De camera loskoppelen (Windows XP) De USB-kabel wordt onder Windows 2000/Vista op soortgelijke wijze losgekoppeld. 1 Wanneer het statuslampje op de camera knippert, worden er gegevens overgedragen. Wacht totdat het statuslampje niet meer knippert. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer.
Bestanden naar de computer overbrengen Voor Mac-gebruikers Wanneer u de camera op een Apple Macintoshcomputer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Vereisten voor QuickTime Player 7.6 96 • 1.8 GHz Power Mac G5 / 1.83 GHz Intel Core Duo of hoger • Mac OS X versie 10.4.
Bestanden naar de computer overbrengen Samsung Master gebruiken De interface van Samsung Master U kunt bestanden downloaden of foto's en video's bewerken die op de computer zijn opgeslagen. Raadpleeg het Help-menu voor meer informatie. Dit programma biedt geen ondersteuning voor het bewerken van videobestanden (H.264 (MPEG4. AVC)) op de camera.
Samsung RAW Converter gebruiken Met Samsung RAW Converter kunt u RAWbestanden naar wens bewerken en vervolgens ontwikkelen. Tevens kunt u hier op dezelfde manier JPEG- en TIFF-bestanden mee bewerken. Deze software is alleen compatibel met Windows XP en Vista. 98 • Hieronder vindt u een overzicht van de bewerkingsfuncties. Ì Menubalk Í Beeldbewerkingsfuncties [Belichtingscompensatie]: De belichting aanpassen.
Samsung RAW Converter gebruiken De belichting aanpassen Het belangrijkste voordeel van Samsung RAW Converter is dat u met het bewerken van de RAWbestanden de beste beeldkwaliteit behoudt. 99 Nadat u de helderheid of het contrast hebt gewijzigd, krijgt u nog steeds hetzelfde resultaat, ongeacht welke u het eerst wijzigde. In de volgende afbeeldingen ziet u hoe u de belichting van een foto met behulp van Samsung RAW Converter kunt aanpassen. Hier ziet u hoe u de belichting via het menu kunt wijzigen.
Samsung RAW Converter gebruiken 100 JPEG/TIFF-bestanden verwerken bij het bewerken van RAW-bestanden RAW-bestanden opslaan als JPEG of TIFF Met Samsung RAW Converter kunt u JPEG-/ TIFF-bestanden op dezelfde manier bewerken als RAW-bestanden. U kunt de witbalans en scherpte aanpassen en tevens de aanwezige ruis onderdrukken. In de volgende afbeeldingen ziet u hoe het contrast in het TIFF-bestand met behulp van Samsung RAW Converter is aangepast. Hier ziet u hoe u het contrast via het menu kunt wijzigen.
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 Schakel de printer in en sluit de camera er met een USB-kabel op aan. Afdrukopties instellen 1 2 Foto's Eén Formaat Automatisch Lay-out Automatisch Type Automatisch Kwalit. Automatisch Datum 101 Automatisch Afdrukken 2 • Selecteer Printer in het pop-upvenster.
Camera-instellingenmenu De algemene camera-instellingen kunnen naar wens worden ingesteld via het instellingenmenu.
Camera-instellingenmenu De algemene camera-instellingen kunnen naar wens worden ingesteld via het instellingenmenu. 1 Druk in de opname- of weergavemodus op [MENU]. 2 Selecteer het gewenste instellingenmenu. 1 2 3 Snel tonen 1 1 2 3 Instellingenmenu's 1 sec Display aanpassen 103 Display opslaan 3 min. Spaarstand 1 min. Datum en tijd Geluid MENU Afsl. OK Wijzigen 3 Selecteer het gewenste item. 2 Geluid Systeemvolume Middel AF-geluid Aan Toetsgeluid Aan MENU Afsl.
Camera-instellingenmenu Geluid Systeemvolume AF-geluid * Standaardwaarde U kunt het geluid instellen dat klinkt wanneer er met de camera wordt gewerkt. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Het geluid van de AF-modus kan worden ingesteld. (Uit, Aan*) Bedieningsgeluid Het bedieningsgeluid van de camera kan worden ingesteld. (Uit, Aan*) 104 Scherm * Standaardwaarde Language Hier stelt u de weergavetaal voor de camerasoftware in.
Camera-instellingenmenu Normale instellingen 1( 1 ) * Standaardwaarde Hiermee wordt de geheugenkaart geformatteerd (alle bestanden, ook beveiligde, worden gewist). (Ja, Nee*) Formatt. Er kunnen fouten optreden als u een kaart gebruikt die in een camera van een ander merk, een kaartlezer of een computer is geformatteerd. Gebruik alleen kaarten die in de camera zijn geformatteerd. Reset 105 Hiermee worden het instellingenmenu en de opnameopties op de beginwaarden teruggezet.
Camera-instellingenmenu Normale instellingen 2( 2 ) * Standaardwaarde Hiermee wordt de camera na een periode van inactiviteit automatisch uitgeschakeld. (0,5 min, 1 min.*,3 min., 5 min., 10 min., 30 min.) Spaarstand 106 • De uitschakeltijd blijft ook bij het vervangen van de batterij bewaard. • Dit werkt mogelijk niet wanneer de camera op een computer, tv of printer is aangesloten of wanneer een diavoorstelling of film wordt afgespeeld. Dit stelt de datum en tijd in.
Camera-instellingenmenu Normale instellingen 3( 3 ) * Standaardwaarde Sensor reinigen 107 Auto keuze* : Schakel over tussen Hoofdscherm en EVF met de oogsensor Hoofdscherm : Het scherm wordt uitsluitend weergegeven via Hoofdscherm EVF : Het scherm wordt uitsluitend weergegeven via EVF Sensor reinigen: bij gebruik van deze menuoptie wordt het stof van de sensor verwijderd. Bij inschakelen: met deze optie wordt het stof telkens wanneer de camera wordt ingeschakeld, van de sensor verwijderd.
Camera-instellingenmenu HDMIformaat De resolutie op een HDTV kan worden gewijzigd wanneer u een HDMI-kabel gebruikt. (Bij NTSC: Auto*, 1080i, 720p, 480p) (Bij PAL: Auto*, 1080i, 720p, 576p) Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. Hier vindt u informatie over de versie de camerabody en het objectief en kunt u de firmware upgraden. Firmware body: Hier kunt u de firmware van de camerabody upgraden.
Appendices Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips..
Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding 110 Mogelijke oplossing • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats dezeweer terug. • Formatteer de geheugenkaart. (pag. 105) Kaart vergrendeld Ontgrendel de geheugenkaart. DCF Full Error Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag.
Cameraonderhoud De camera reinigen Camerabody Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Camerascherm en frontlens Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de frontlens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Cameraonderhoud Geheugenkaarten Geheugenkaarten voor deze camera U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: SD (Secure Digital) en SDHC (Secure Digital High Capacity). Contactpunten 112 Schrijfvergrendeling Etiket (voorzijde) Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op te heffen.
Cameraonderhoud De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Batterijspecificaties 113 Model BP1310 Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 1300 mAh Voltage 7,4 V Oplaadtijd (wanneer de camera is uitgeschakeld) Circa 150 min. Opnamemodus Aantal foto's Foto's Circa 200 min./circa 400 foto's Video's Circa 130 min. • De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
Cameraonderhoud De batterij opladen • Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Als het indicatielampje rood knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw. • Als u de batterij oplaad terwijl deze warm is, kan het indicatielampje oranje gaan branden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. 114 Houd u bij het gebruik van de batterij aan de volgende richtlijnen.
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecentrum. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecentrum. 115 Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld • Controleer of de batterij in de camera is geplaatst.
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum 116 Situatie Mogelijke oplossing De datum en tijd kloppen niet Het scherm of de knoppen werken niet De geheugenkaart heeft een fout Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven Stel in het menu Instelling2 ( De foto's zijn onscherp De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren De foto is te licht De foto is te donker De foto is vervormd 2 ) de datum en tijd in. Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum Situatie De foto's worden niet op de televisie weergegeven De computer herkent de camera niet 117 Tijdens het overbrengen van bestanden verbreekt de computer de verbinding Mogelijke oplossing • Controleer of de camera goed met de A/V- en HDMI-kabel op de externe monitor is aangesloten. • Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. • Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. • Controleer of de camera is ingeschakeld.
Cameraspecificaties Specificaties Beeldsensor Type CMOS Sensorformaat 23,4 x 15,6 mm Specificaties Zoeker Type Elektronisch (EVF) Resolutie VGA (640 x 480) 921 k beeldpunten Effectieve pixels Circa 14,6 megapixels Totaalaantal pixels Circa 15,1 megapixels Beelddekking Circa 100% Kleurenfilter RGB-primairekleurenfilter Vergrotingsmaatstaf Circa 0,86x (APS-C, 50 mm, -1 m-1) Vatting Samsung NX-vatting Eyepoint Ongeveer 20,2 mm Bruikbare objectieven Samsung objectieven Dioptrieregeling Circ
Cameraspecificaties Specificaties Belichting Lichtmeetsysteem TTL 247 (19 x 13) bloksegment Specificaties Flitser Lichtmeting:Multi, Centrumgewogen, Spot Type TTL automatische popupflitser Modi Smart Flitser, Automatisch, Auto + rode-ogenonderdrukking, Invulflits, Invulflits + rodeogenonderdrukking, 1e gordijn, 2e gordijn, UIT Richtgetal 11 (bij ISO 100) Beeldhoek Dekking 28 mm groothoek (35-mm equivalent) Sync.snelheid 1/180 sec.
Cameraspecificaties Specificaties Opname Modi Scènemodus 120 Beeldformaat Kwaliteit Smart Auto, Programma, Sluiterprioriteit AE, Diafragmaprioriteit AE, Handmatig, Nacht, Portret, Landschap, Scène, Film Specificaties Film Beautyshot, Kinderen, Close-up, Tekst, Zon onder, Ochtend, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw JPEG (3:2): 14M (4592x3056), 10M (3872x2592), 6M (3008x2000), 2M (1920x1280), 1.
Cameraspecificaties Specificaties Opslag 121 Media Extern geheugen (optioneel): SD kaart (tot 4GB gegarandeerd) SDHC kaart (tot 8GB gegarandeerd) Bestandsindeling RAW (SRW), JPEG (EXIF 2.21), DCF, DPOF 1.1, PictBridge 1.
Objectiefspecificaties 122 Objectiefnaam SAMSUNG 30 mm f/2 SAMSUNG 18-55 mm f/3.5- SAMSUNG 50-200 mm f/45.6 OIS 5.6 ED OIS Brandpuntafst.
Accessoires (optioneel toebehoren) Objectief De 30 mm, 18-55 mm en 50-200 objectiefven zijn uitsluitend te gebruiken op de Samsung NX-camera. Geheugenkaart In deze camera kunt u SD- (Secure Digital) en SDHC-geheugenkaarten (Secure Digital High Capacity) gebruiken. 123 A/V-kabel De camera kan via een A/V-kabel op een extern apparaat worden aangesloten. Draadontspanner Dit product vermindert de kans op bewegingsonscherpte wanneer u foto's maakt vanaf statief of bij een lange sluitertijd.
Accessoires (optioneel toebehoren) Polslus Polslussen kunnen apart worden aangeschaft. Cameratas De cameratas kan apart worden aangeschaft. Filter 124 U kunt optionele filters kopen en op het objectief plaatsen. Flitser U kunt een optionele flitser (SEF20A of SEF42A) kopen. HDMI-kabel U kunt ongecomprimeerde foto’s of video’s van hoge kwaliteit op een HDMI (High Definition Multimedia Interface) bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel. Accupak Accupaks kunnen apart worden aangeschaft.
Index A 125 Achtergrond 7 Automatische focus 34 AF-prioriteit 60 AF-hulplampje 61 AE BKT 73 AEL-functie 77 Anti-rode ogen 88 Afdrukgegevens 89 AF-geluid 105 Anynet+ 108 Accessoires (optioneel toebehoren) 123 B Belichting aanpassen 5 Batterij 18, 115 Beeldstabilisatie 32 Bulb-belichting 44 Belichtingstrap instellen 74 Bestandsbeveiliging 82 Bestandsnaam 106 Bestandsnummer 106 Bijlagen 109 C Compositie 7 Close-up 39 Continu AF 60 Centrumgewogen meting 67 Continu fotograferen 73 Cameraonderhoud Cameraspecif
Index Kleurruimte Knopgeluid 71 105 L Landschapsmodus 45 M 126 Snel tonen 105 Systeemvolume 105 Sensor reinigen 108 Q Type weergave 28 Tips 32 Timer 54 Tegenl.
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur.
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://www.samsungimaging.