User manual

Opnamefuncties
104104
O
pname
f
unctie
s
Opnamefuncties
De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de
gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie
van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager
is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen.
De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera
geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan
±3 EV.
Om de belichtingswaarde aan te passen, drukt u twee keer op
de opdrachtenkeuzeknop en daarna draait u deze terwijl de
belichtingswaarde wordt geselecteerd. U kunt de belichtingswaarde
aanpassen door
EV aan te raken en daarna op het scherm de
keuzeknop te slepen.
U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van
de belichtingsniveau-indicator.
Belichtingsniveau-
indicator
Toegenomen belichting
(helderder)
Afgenomen belichting
(donkerder)
Belichtingswaarschuwing
Standaardbelichtingsindicator
-2
Origineel
+2
Belichtingscompensatie