User manual

128
Draadloos netwerk
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die
de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw
camera, wordt de foto automatisch opgeslagen op de smartphone.
De functie AutoShare wordt door smartphones van de Galaxy-serie, Galaxy
Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie wordt
gebruikt, dient u de rmware van het apparaat naar de nieuwste versie bij
te werken. Als de rmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie
mogelijk niet goed presteren.
Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u
deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung
Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA
App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013
of later.
Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een
smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst
u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze
functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.
Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.
U moet een geheugenkaart plaatsen om deze functie te gebruiken.
Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs als u de
opnamemodus wijzigt.
Deze functie wordt in bepaalde modi mogelijk niet ondersteund of niet
beschikbaar met bepaalde opnameopties.
1
Raak op de camera, in de opnamemodus, aan.
2
Raak op de camera 1
AutoShare
Aan aan.
Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te
downloaden, raakt u Volgende aan.
3
Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de
applicatie inschakelt.
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone
met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de
smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.
Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga
verder met stap 6.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op
de camera.
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze
automatisch aangesloten.
Een pictogram die de verbindingsstatus toont ( ), verschijnt op
het scherm van de camera.
6
Maak een foto met de camera.
De gemaakte foto wordt opgeslagen op de camera en
overgedragen naar de smartphone.
Als u een video maakt, wordt deze alleen opgeslagen op de camera.