User manual

Gebruik dit menu om eenvoudig de optimale instellingen voor een
veelheid aan opnamesituaties te kiezen.
1. Selecteer de modus Scène met de
knop MODE. (p. 21)
2. Druk op de knop Rechts en druk
vervolgens op de knop Omhoog/
Omlaag om de gewenste modus
te selecteren.
3. Richt de camera op het onderwerp
en stel de opname samen door het
LCD-scherm te gebruiken.
4. Druk op de sluiterknop om een opname
vast te leggen.
025
De scènestanden staan hieronder vermeld.
[Beautyshot] ( ) : Neem een foto van portretten door opties in
te stellen die oneffenheden op het gezicht
verwijderen.
[Kaderlijnen] ( ) : Gebruik deze modus wanneer u iemand
anders een foto wilt laten nemen vanuit
een door u gekozen hoek.
[Nacht] (
) : Deze modus kunt u gebruiken voor het
maken van opnamen ‘s nachts of onder
andere donkere omstandigheden.
[Portret] (
) : Om een foto van een persoon te maken.
[Kinderen] ( ) : Om een foto van snel bewegende
objecten te maken, bijvoorbeeld kinderen.
[Landschap] (
) : Om foto’s van een landschap in de verte
te maken.
[Close-up] ( ) : Close-up opnamen voor kleine objecten
zoals planten en insecten.
[Tekst] (
) : Gebruik deze modus om een opname van
een document te maken.
[Zon onder] (
) : Om foto’s van de zonsondergang te maken.
[Dageraad] (
) : Om foto’s van zonsopgang te maken.
[Tegenl.] (
) : Opname zonder schaduwen die worden
veroorzaakt door tegenlicht.
[Vuurwerk] (
) : Voor het maken van vuurwerkopnamen.
[Strand/sneeuw] (
) : Opnamen van zee, meer of strand of voor
opnamen in de sneeuw.
De modus Scène gebruiken
(
)
De opnamemodus kiezen
Smart Auto
Programma
DIS
Fotohulpgids
Scène
Kaderlijnen
Nacht
Portret
Kinderen
Landschap
Beautyshot
Close-up
Kies de juiste modus voor een veelheid aan situaties.