User manual

Tele.instel.
96
Verlichting
(Menu 4.2.3)
Hier kunt u instellen hoe lang de verlichting na de
laatste toetsaanslag aan moet blijven.
Contrast
(Menu 4.2.4)
Met deze menukeuze kunt u de helderheid c.q.
contrast van het display wijzigen.
1. Wijzig met behulp van de stuurtoets Omhoog of
Omlaag of de volumetoetsen aan de zijkant van
de telefoon de helderheid.
2. Als u klaar bent, drukt u op de functietoets OK
om de wijziging vast te leggen.
Autom. toetsblokkering
(Menu 4.3)
U kunt de telefoon zo instellen dat de toetsen
automatisch geblokkeerd worden wanneer een
bepaalde periode geen toets wordt ingedrukt.
Hiermee kunt u voorkomen dat per ongeluk een
toets wordt ingedrukt of een nummer wordt gebeld.
U kunt deze functie instellen door de tijdsduur te
selecteren die de telefoon moet wachten voordat de
toetsen worden geblokkeerd. U kunt kiezen uit:
15 sec, 30 sec, 1 min en 2 min.
Wilt u deze functie niet gebruiken, selecteer dan
Uit.
Opmerking:
U kunt de toetsen ook handmatig
blokkeren. Kijk voor meer informatie op
pagina 25
.
Tele.instel.
97
Taal
(Menu 4.4)
Voor de weergave van de tekst in het display en de
tekstinvoerstanden kunt u verschillende talen
selecteren. U kunt kiezen uit de volgende opties:
Taal display: hier kunt u de taal die voor de
teksten in het display, zoals menu’s, opties en
meldingen, wordt gebruikt wijzigen.
Invoerstand: hier kunt u de taal die standaard
voor de tekstinvoerstand (bijvoorbeeld T9) wordt
gebruikt wijzigen.
Beveiliging
(Menu 4.5)
Met de Beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
uw telefoon beperken tot bepaalde personen of
oproepen.
De functies van uw telefoon kunt u via verschillende
codes en wachtwoorden beveiligen. Deze worden in
de volgende alinea’s beschreven. Zie ook
pagina 144-146.
PIN controle
(Menu 4.5.1)
Als de PIN-controle is ingeschakeld, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. De telefoon kan dan alleen worden
gebruikt door mensen die uw PIN-code weten.
Opmerking:
Voordat de PIN-controle uitgeschakeld
kan worden, moet u uw PIN-code
intoetsen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Uitzetten: na het inschakelen is er meteen contact
met het netwerk.