Digitale draadloze telefoon SP-R6100 Gebruiksaanwijzing Gedrukt in Korea Codenr.: GG68-00222A 09/00. Rev.1.1 Uw batterij heeft een garantieperiode van zes maanden. Voordat u de telefoon in gebruik neemt, moet u de batterij 24 uur opladen.
Veiligheidsmaatregelen Houd u aan de volgende voorschriften voor een zo klein mogelijke kans op brand, elektrische schokken en verwondingen. 01. Zorg dat er nooit vreemde voorwerpen via de openingen inde behuizing in het toestel terecht kunnen komen. Ze kunnen dan aansluitingen met een gevaarlijk hoge spanning raken, met kans op brand of schokken. 02. In verband met de kans op brand of elektrische schokken mag u de telefoon nooit uit elkaar halen.
05. Maak de contactpunten af en toe schoon met een droge doek. 06. Aansluitfactor: 1,5. De aansluitfactor is een indicatie waarmee de gebruiker kan uitrekenen hoeveel apparaten er gelijktijdig op dezelfde telefoonlijn kunnen worden aangesloten. Het totaal van de aansluitfactoren van de verschillende apparaten mag niet meer dan 5 zijn. 07. U kunt dit apparaat aansluiten op een centrale die gebruik maakt van pulskiezen of toonkiezen (DTMF).
Inhoud In gebruik nemen Onderdelen controleren .................................................................... 8 Plaats van de onderdelen.................................................................. 9 Aansluiten....................................................................................... 11 Batterij handset plaatsen ................................................................. 12 Handset opladen...............................................................................
In gebruik nemen Onderdelen controleren Plaats van de onderdelen Handset Nadat u uw telefoon hebt uitgepakt, controleert u of u alle hieronder aangegeven onderdelen hebt. Wanneer er iets ontbreekt of beschadigd is, neem dan contact op met uw dealer. Basisstation Luidspreker LCD-venster Handset Functietoetsen De twee functietoetsen hebben de functie die wordt aangegeven door de tekst erboven (onderste regel van het LCD-venster). Toets Wissen van ingetoetste tekens.
Aansluiten Basisstation 1. Sluit de ene kant van de telefoonkabel aan op de Phone Line aansluiting aan de onderkant van het basisstation en sluit het andere uiteinde aan op een telefoonstopcontact. 2. Sluit de modulaire connector van de AC adapter aan op de Power aansluiting aan de onderkant van het basisstation en sluit de AC adapter aan op een stopcontact. Lampje Knippert als de telefoon gaat en brandt continu tijdens gesprekken. Toets voor oppiepen Met deze toets kunt u de handset oppiepen.
Batterij handset plaatsen De meegeleverde oplaadbare Ni-MH batterij gaat in de handset. 3. Leg het batterijklepje over het batterijvak. Zorg dat het klepje goed recht ligt. 1. Schuif het batterijklepje in de richting van de pijl en til het omhoog. 4. Schuif het klepje omhoog tot het vastklikt. 2. Als de handset een oude batterij bevat, haalt u deze eruit. Doe de connector van de batterij in de aansluiting, zoals hieronder afgebeeld, en zet de batterij op zijn plaats. N.B.
Handset opladen Handset aan/uitzetten Voordat u de telefoon voor het eerst gaat gebruiken, moet u de handset geheel opladen (minstens 24 uur). Wanneer u de handset in het basisstation legt om hem op te laden, gaat de handset automatisch aan. Om de handset aan of uit te zetten of in de standby-stand te zetten, voert u de volgende stappen uit: Om de handset op te laden, legt u hem in het basisstation. De handset kan met de toetsen omhoog worden opgeladen.
Betekenis symbolen LCD-venster HS ( 1 ) Gebruik headset Met de headset kunt u spreken zonder uw handen nodig te hebben voor de telefoon. Wanneer u de headset op de connector links op de telefoon aansluit, werkt hij op dezelfde manier als de ingebouwde luidspreker en microfoon.
Telefoonlijst In de telefoonlijst kunt u telefoonnummers opslaan die u regelmatig belt, met de bijbehorende namen, zodat u snel verbinding kunt maken zonder dat u nummers hoeft te onthouden of in te toetsen. U kunt maximaal 70 nummers vastleggen. Telefoonnummer en naam vastleggen (Menu 1-3) Namen intoetsen 1. Druk op de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven: • Eenmaal voor de eerste letter • Tweemaal voor de tweede letter • Enzovoort 1.
3. Toets op deze manier de overige letters en tekens in. De cursor gaat naar rechts (naar het volgende teken) zodra u op een andere toets drukt. N.B.: Wanneer u achter elkaar twee letters nodig hebt die op dezelfde toets staan, kunt u even wachten waarna de cursor automatisch naar rechts gaat, en dan de volgende letter intoetsen. U kunt ook direct naar links gaan met de toets aan de zijkant van de handset. Om letters te verwijderen, drukt u op de toets .
Nummer opzoeken in telefoonlijst Als u niet precies weet welke telefoonnummers u in de verschillende geheugenplaatsen hebt opgeslagen, kunt u het gewenste nummer opzoeken in de telefoonlijst. Op naam (Menu 1-1) 1. Druk op de functietoets Menu. De tekst Telefoonlijst verschijnt. 2. Druk op de functietoets Kies om naar het Telefoonlijst menu te gaan. De keuzemogelijkheden voor de telefoonlijst worden getoond. De in vette letters aangegeven keuze wordt vastgelegd wanneer u de functietoets Kies indrukt. 3.
Alle nummers wissen (Menu 1-4) 1. Druk op de functietoets Menu. De tekst Telefoonlijst verschijnt. Naam wijzigen 2. Druk op de functietoets Kies om naar het Telefoonlijst menu te gaan. De keuzes van de telefoonlijst worden getoond. Verander de naam met de cijfertoetsen en de toets , waarna u op de functietoets OK drukt om de naam te bevestigen. Zie bladzij 33 voor meer informatie over het intoetsen van namen. 3.
Binnenkomende oproepen (nummerweergave) Wanneer er een gesprek binnenkomt, ziet u het telefoonnummer van de beller in het LCD-venster van de telefoon, als het netwerk van waaruit het gesprek wordt gevoerd deze informatie meegeeft. De telefoonnummers van de laatste 20 binnenkomende gesprekken worden opgeslagen in uw telefoon; u kunt deze nummers bekijken en desgewenst automatisch laten draaien.
Telefoonlijst In de telefoonlijst kunt u telefoonnummers opslaan die u regelmatig belt, met de bijbehorende namen, zodat u snel verbinding kunt maken zonder dat u nummers hoeft te onthouden of in te toetsen. U kunt maximaal 70 nummers vastleggen. Telefoonnummer en naam vastleggen (Menu 1-3) Namen intoetsen 1. Druk op de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven: • Eenmaal voor de eerste letter • Tweemaal voor de tweede letter • Enzovoort 1.
3. Toets op deze manier de overige letters en tekens in. De cursor gaat naar rechts (naar het volgende teken) zodra u op een andere toets drukt. N.B.: Wanneer u achter elkaar twee letters nodig hebt die op dezelfde toets staan, kunt u even wachten waarna de cursor automatisch naar rechts gaat, en dan de volgende letter intoetsen. U kunt ook direct naar links gaan met de toets aan de zijkant van de handset. Om letters te verwijderen, drukt u op de toets .
Nummer opzoeken in telefoonlijst Als u niet precies weet welke telefoonnummers u in de verschillende geheugenplaatsen hebt opgeslagen, kunt u het gewenste nummer opzoeken in de telefoonlijst. Op naam (Menu 1-1) 1. Druk op de functietoets Menu. De tekst Telefoonlijst verschijnt. 2. Druk op de functietoets Kies om naar het Telefoonlijst menu te gaan. De keuzemogelijkheden voor de telefoonlijst worden getoond. De in vette letters aangegeven keuze wordt vastgelegd wanneer u de functietoets Kies indrukt. 3.
Alle nummers wissen (Menu 1-4) 1. Druk op de functietoets Menu. De tekst Telefoonlijst verschijnt. Naam wijzigen 2. Druk op de functietoets Kies om naar het Telefoonlijst menu te gaan. De keuzes van de telefoonlijst worden getoond. Verander de naam met de cijfertoetsen en de toets , waarna u op de functietoets OK drukt om de naam te bevestigen. Zie bladzij 33 voor meer informatie over het intoetsen van namen. 3.
Binnenkomende oproepen (nummerweergave) Wanneer er een gesprek binnenkomt, ziet u het telefoonnummer van de beller in het LCD-venster van de telefoon, als het netwerk van waaruit het gesprek wordt gevoerd deze informatie meegeeft. De telefoonnummers van de laatste 20 binnenkomende gesprekken worden opgeslagen in uw telefoon; u kunt deze nummers bekijken en desgewenst automatisch laten draaien.
Belsignaal Welkomtekst In deze keuze kunt u de welkomtekst ingeven of veranderen die zichtbaar is wanneer uw telefoon in de standby-stand staat. U kunt een tekst naar wens invullen. In het Ring menu kunt u verschillende geluidsinstellingen aanpassen, zoals belvolume, belgeluid en soort alarm. Verder kunt u hier de handset later laten overgaan dan de overige handsets, waarbij de wachttijd kan worden ingesteld. Welkomtekst Belgeluid kiezen 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu.
Belvolume instellen (Menu 4-2) 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu. 2. Druk een paar keer op de functietoets totdat Ring verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 3. Druk een paar keer op de functietoets totdat Volume belgeluid verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. Het ingestelde belvolume verschijnt. 4. Druk op de toets of aan de zijkant van de handset om het gewenste belvolume in te stellen.
de toets opnieuw ingedrukt. Zie verder bladzij 26. Bellers herkennen aan vast belgeluid (Menu 4-4) Dankzij deze nieuwe functie kunt u onderscheid maken tussen verschillende bellers door belgeluiden toe te wijzen aan bepaalde in de telefoon vastgelegde telefoonnummers. Wanneer een oproep van een bepaald telefoonnummer binnenkomt, hoort u het ingestelde belgeluid, dat alleen wordt gebruikt wanneer u gebeld wordt door het/de bijbehorende nummer(s). N.B.
Instellingen Overgaan uitstellen (Menu 4-5) Als u het overgaan uitstelt, gaat uw handset pas na de hier ingestelde tijd over, terwijl de andere (normaal ingestelde) handsets direct overgaan. Ook wanneer uw handset nog niet overgaat, kunt u het gesprek toch aannemen. 1. In de standby-stand drukt op de functietoets Menu. 2. Druk een paar keer op de functietoets totdat Ring verschijnt en druk dan op de functietoets Kies. 3.
Nummer basisstation tonen (Menu 5-2) Wanneer deze functie aan staat, wordt in de standby-stand het nummer van het gebruikte basisstation getoond in het LCD-venster van de telefoon. De fabrieksinstelling voor deze functie is AAN. 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu. 2. Druk een paar keer op de functietoets totdat Instellingen verschijnt en druk vervolgens op de functietoets Kies. 3. Druk een paar keer op de functietoets totdat Nr.
Systeem Er kunnen maximaal zes handsets bij uw basisstation worden aangemeld en gebruikt. U kunt handsets aanmelden en afmelden in het Systeem menu. U kunt de handset hier ook terugzetten op de fabrieksinstellingen. 4. Toets de PIN-code in en druk op de functietoets OK. De tekst Nr. blokkeren verschijnt. Nummer blokkeren 5. Druk op de functietoets Kies om het menu Nr. blokkeren te openen. De eerste geheugenplaats die een blokkering bevat wordt getoond (als er al eerder een blokkering is ingesteld).
Nieuwe handset aanmelden (Menu 6-2) De bij het basisstation geleverde handset is al aangemeld als handset 1. Wanneer u extra handsets aanschaft, moeten deze bij het basisstation worden aangemeld. 1. Houd de toets Oppiepen van het basisstation ruim 3 seconden ingedrukt. Het lampje begint te knipperen. 2. Druk op de functietoets Menu van de handset. 3. Druk een paar keer op de functietoets totdat Systeem verschijnt en druk vervolgens op de functietoets Kies. Nu wordt om de PIN-code gevraagd.
Interne gesprekken tussen handsets (Alleen beschikbaar als u meer dan 1 handset hebt.) Als u verschillende handsets hebt aangemeld bij het basisstation, kunnen twee handsets een intern gesprek met elkaar voeren, zelfs als een derde handset een extern gesprek voert. 1. Druk op de toets van uw handset. INTERNE OPROEP -> verschijnt en de cursor knippert. 2. Toets het nummer van de handset (1-6) die u wilt oproepen in. 3. De opgeroepen handset gaat over.
Gesprek doorverbinden tussen handsets Handset afmelden (Alleen beschikbaar als u meer dan 1 handset hebt.) 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu. U kunt een gesprek doorverbinden naar een andere handset. 2. Druk een paar keer op de functietoets totdat Systeem verschijnt en druk vervolgens op de functietoets Kies. 1. Druk tijdens het gesprek op de toets . Uw beller wordt in de wachtstand gezet en hoort muziek. INTERNE OPROEP -> verschijnt en de cursor knippert. 2.
PIN (Persoonlijk Identificatie Nummer) wijzigen Handset resetten (Menu 6-4) De PIN-code is nodig om naar de Systeem menu’s te kunnen gaan. De fabrieksinstelling voor de PIN-code is 0000. U kunt de PIN-code veranderen. 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu. 2. Druk een paar keer op de functietoets totdat Systeem verschijnt en druk vervolgens op de functietoets Kies. 3. Toets de PIN-code in en druk op de functietoets OK. 4.
Basisstation Basisstation automatisch zoeken De SP-R6100 handset kan bij maximaal vier basisstations worden aangemeld. U moet iedere handset apart aanmelden bij alle basisstations waarop u hem wilt gebruiken. Zie ‘Nieuwe handset aanmelden’ op bladzij 54. (Menu 7-2) Als deze functie AAN staat, zoekt de handset automatisch het eerstvolgende vrije basisstation waarbij hij is aangemeld. Deze functie staat standaard UIT. 1. In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu.
Problemen oplossen Technische gegevens Item Probleem Oplossing • Controleer of de AC adapter goed is aangesloten. Toestel werkt niet • Controleer of de telefoonkabel goed is aangesloten. • Controleer of de handset geheel is opgeladen. • Controleer of de batterij van de handset goed is geplaatst. Geen kiestoon De handset doet het niet lang genoeg Waarschuwings piepje tijdens bellen • Controleer of de telefoonkabel goed is aangesloten. • Controleer of de AC adapter goed is aangesloten.